• blad nr 17
  • 9-10-2004
  • auteur R. Voorwinden 
  • Vakwerk

 

Handelen in Cyberië

Leerlingen in de tweede fase van de scholengemeenschap Pantarijn in Wageningen zijn verslaafd aan het computerspel 'Miniconomy’. Het maakt het keuzevak ‘economie en management' in één klap aansprekend.

Havo-leerling Joost Elshof ziet op vrijdagochtend dat hij afgelopen nacht een goede deal heeft gemaakt. In één klap vier kavels verkocht. Elshof is, net als de andere leerlingen van zijn klas, ingelogd op 'Miniconomy', een online game waarin een economie wordt nagebootst. De deelnemers, uit heel Nederland, vormen de bevolking van Cyberië. Ieder probeert een handelsimperium op te bouwen en moet daarvoor gaan inkopen, produceren, bouwen en verkopen. Intussen moet worden opgebokst tegen concurrenten, monopolies en kartels. Overheidsmaatregelen kunnen goed of slecht uitpakken.
Het spel is precies wat docent Marc Loosschilder zocht om zijn vak 'economie en management' aansprekend te maken. "Dit vak zit in de vrije ruimte van de tweede fase, dus kunnen leerlingen het laten vallen. Om dat te voorkomen moet je de theorie levendig zien te brengen." Loosschilder liep enkele jaren geleden toevallig tegen Miniconomy aan en gebruikt het sindsdien in zijn lessen op de school voor voortgezet montessorionderwijs Pantarijn in Wageningen. Het bleek een schot in de roos: de leerlingen vreten het. "Ze loggen al in op het spel als de les nog niet eens begonnen is", zegt ict-onderwijsassistent Fred Rensing nog steeds een beetje verbaasd. "Bij andere lessen gaan ze eerst even hun hotmail checken, maar nu gaan ze meteen aan de slag. Ze komen in de tussenuren even terug om te kijken of ze al wat verkocht hebben en thuis gaan ze verder."
De mogelijkheden van het spel zijn bijna oneindig. Deelnemers kunnen in verschillende steden, van het grote Eurodam tot het kleine Zwollar, zes grondstoffen delven, ze kunnen huizen, winkels en magazijnen bouwen en bijvoorbeeld taxibedrijven opzetten om andere spelers naar andere steden te brengen. Alles wordt betaald in de virtuele muntsoort I-shell.

- Hé Mark, heb jij glas te koop?
- Nee, alleen een pomp en een oven. Zal ik die te koop aanbieden, ik doe er toch niets mee.
- Oké, waar zit je?
- Eurodam.
- Trouwens, wat doet een chip daar in de markt?
- 20 I-shell.
- Dan ga ik op 19,95 zitten.

De meeste leerlingen starten in eerste instantie een winkel, heeft Loosschilder gemerkt. "Ze gaan heel enthousiast aan het inkopen en produceren, maar moeten dan vaststellen dat er geen vraag is naar hun producten. Dat hebben ze van tevoren dus niet onderzocht." Na een mislukking mogen ze van Loosschilder opnieuw beginnen en dan volgt er vaak specialisatie: veel leerlingen richten zich op een specifiek product of een specifieke dienst.
Leerling Elshof heeft het roer al omgegooid. "Ik had eerst een winkel, maar ik zag al snel dat ik beter land kan gaan inkopen en verkopen want daar was schaarste aan." Hij zit nu dik in de Eurodamse kavelmarkt en belegt daarnaast op de beurs.

Louche
Sinds het begin van het spel, in 2002, hebben bijna 39.000 deelnemers meegedaan, vertelt student Mark Leenards, een van de twee bedenkers van Miniconomy. Deelname is gratis, hoewel er voor een paar euro per maand wel een 'premium'-lidmaatschap met extra spelmogelijkheden kan worden gekocht.
Sinds de zomervakantie heeft het spel een onderwijsmodule, waarbij een docent een hele klas kan aanmelden en alle verrichtingen van de leerlingen in de gaten kan houden. Zes scholen hebben tot nu toe belangstelling getoond, zegt Leenards. Van een stormloop is vooralsnog geen sprake. "Veel docenten zijn onbekend met internet en staan argwanend tegenover dit soort ict-toepassingen. Ze zijn heilig overtuigd van het vertellen, van het doceren, en dan komen wij opeens met een spel waarbij de leerlingen zelf leren..."

- Ik heb 200 vaten olie over. Wil jij niet handelen in olie? Je mag ze hebben voor 300.
- Waar zit jij?
- In El Peso.
- Daar kan ik niet komen, ik heb geen geld voor een taxi.

Op de Pantarijn ontstaat vrijdagochtend opeens hilariteit in een hoek van het lokaal. Een van de leerlingen is gepakt voor virtuele winkeldiefstal en heeft een boete van 250 I-shell aan zijn broek gekregen. Zoiets kom je niet zomaar te boven. Docent Loosschilder grinnikt: "Dat is dom, die kan van voren af aan beginnen."
De mogelijkheid om uit winkels te stelen is een van de weinige louche mogelijkheden die de leerlingen in het spel hebben. 'Normale' deelnemers, buiten de onderwijsmodule, kunnen veel meer illegale activiteiten ondernemen, tot het beroven van banken toe. Dat is op verzoek van Loosschilder uitgeschakeld. "Ik zag in gedachten al woeste ouders die zich afvroegen waar de school nu eigenlijk mee bezig was."

Op nul
Elke handelsperiode in Cyberië duurt vier weken, daarna volgt een nieuwe start. "Na vier weken hebben sommige spelers hun startbedrag verhonderdvoudigd", legt oprichter Leenards uit. "Dit spel is net het echte leven: met geld maak je geld. Dus de rijken zullen niet snel armer worden. Dat is heel demotiverend voor de andere spelers, daarom gaat alles elke maand weer op nul."
De leerlingen van Loosschilder hebben - je kon er op wachten - al snel een manier gevonden om vals te spelen met Miniconomy. Ze openen een tweede account, gewoon privé via internet, en krijgen daar een startkapitaal van weer 1000 I-shell. En dan is het zaak om daarmee spullen te produceren en die heel goedkoop aan jezelf, in je andere account, te verkopen.
De tactiek is bekend bij Miniconomy. Er wordt streng op gelet via een automatische controle. Vooral beginners proberen het, zegt Leenards. "Als mensen wat verder zijn, realiseren ze zich dat het leuker is om op een eerlijke manier te winnen."
Trouwens, ook deze manier van valsspelen heeft weer een eigen markt opgeleverd. Want alle aan- en verkopen gaan via de openbare, vrije markt. Wie goedkoop spullen voor zichzelf te koop zet om ze via zijn officiële account binnen te halen, heeft tijd nodig om van het ene naar het andere account om te schakelen. "Het is de truc om ze in die tussentijd weg te kapen", grinnikt leerling Elshof.
De leerlingen van Loosschilder worden aan het eind van de rit voor een klein deel beoordeeld op de hoeveelheid kapitaal die ze in Cyberië hebben vergaard. Veel belangrijker zijn de ondernemingsplannen die ze voor hun handel in het spel hebben geschreven en het financieel jaarverslag. Verder schrijven de leerlingen ook nog een reflectie over de keuzes die ze in het spel hebben gemaakt.
"Dit spel barst van de leer-elementen", constateert Loosschilder. "Je kunt in een les een heel verhaal vertellen over een resultatenrekening, maar als ze in dit spel aan de slag gaan zien ze dat vanzelf. Je merkt bijvoorbeeld ook dat de leerlingen Excel gaan gebruiken om zaken uit te rekenen. Ze leren hier echt tachtig keer meer dan in een traditionele les."

www.miniconomy.nl

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.