• blad nr 12
  • 16-6-2001
  • auteur R. Sikkes 
  • Redactioneel

 

Definitief in achterhoede met onderwijsuitgaven

Nederland behoort samen met Tsjechië en Turkije tot de hekkensluiters met zijn onderwijsuitgaven. Dat wordt duidelijk uit Education at a glance 2001, het internationaal vergelijkende onderzoek van de organisatie van westerse landen, Oeso. De Scandinavische landen, Frankrijk en Oostenrijk trekken het meeste uit voor onderwijs. Zuid-Korea en de Verenigde Staten scoren ook hoog, maar vooral omdat ouders fors meebetalen. Het Oeso-gemiddelde van de onderwijsuitgaven is overigens gedaald als gevolg van de snel stijgende welvaart.

Bijna alle geïndustrialiseerde landen hebben moeite om met hun onderwijsinvesteringen de economische groei bij te benen, zo komt naar voren uit de jongste editie van Education at a glance, die deze week in Parijs werd gepresenteerd. Het Oeso-gemiddelde van de onderwijsuitgaven ten opzichte van het snel groeiende bruto binnenlands product is daardoor tussen 1996 en 1998 gedaald van zes naar 5,7 procent.

Denemarken
Slechts een paar landen (Denemarken, Portugal, Nieuw-Zeeland, Turkije en Griekenland) hebben zo fors geïnvesteerd in onderwijs dat hun percentage steeg. Denemarken is het land dat het meeste uittrekt voor onderwijs: maar liefst 7,2 procent van het bruto binnenlands product gaat naar onderwijs. Nederland doet het de laatste jaren traditioneel slecht en lijkt definitief in de internationale achterhoede terechtgekomen. Overheid en ouders gaven volgens Education at a glance in 1998 4,6 procent uit aan onderwijs. Royaal onder het Oeso-gemiddelde, dat in de politiek als een soort financiële fatsoensnorm is gaan gelden.
Dat percentage zal Nederland voorlopig ook niet halen. De economische groei is ook na 1998 stormachtig geweest. Het ministerie van Onderwijs rekende in zijn eigen prognoses al op een verdere daling naar 4,2 procent in 2005. De laatste miljardenimpuls bij de voorjaarsnota verandert daar weinig aan. De twee miljard gulden die minister Hermans binnenharkte, heeft naar schatting een stijging van 0,1 procent tot gevolg. Alles bij elkaar betekent dat tijdens Paars de onderwijsuitgaven geen gelijke tred hebben gehouden met de groeiende welvaart.
Heel anders is dat bijvoorbeeld in Groot-Brittannië waar, volgens cijfers van Labour zelf, de politieke prioriteit voor onderwijs ook daadwerkelijk is vertaald in een structureel hogere investering. Begon Blair in 1997 met 4,7 procent van het bruto binnenlands product, aan het eind van de eerste regeringsperiode stond de teller op vijf procent. De belofte van Blair II is dat er de komende vier jaar opnieuw geïnvesteerd zal worden, waardoor in 2005 5,3 procent bereikt wordt.
Nu zegt een percentage van het bruto binnenlands product niet alles. Een onderwijssysteem kan extra duur uitvallen omdat er hoge salarissen worden betaald of extra kleine klassen zijn. Een andere maat die de Oeso gebruikt is daarom het bedrag per leerling, uitgedrukt in gestandaardiseerde dollars. Dat levert in Education at a glance een wisselend beeld op.

Schrieperig
In het basisonderwijs geeft Nederland minder uit dan het gemiddelde. Geeft een Oeso-land gemiddeld 3940 op koopkracht gestandaardiseerde dollars uit voor een leerling basisonderwijs, in Nederland is dat 3795 dollar, 145 minder. In de basisvorming is Nederland met 5459 dollar veel royaler dan het gemiddelde van 5083. In de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en de bve-sector is het klimaat weer schrieperig: Nederland trekt voor een leerling 5120 dollar uit, terwijl het Oeso-gemiddelde op 5916 dollar ligt. In het hoger onderwijs springt Nederland er opnieuw positief uit. Een student kost hier 10.757 dollar, in de Oeso-landen is dat 9063.
Het Nederlandse onderwijs presteert nog wel ruim boven het gemiddelde. Nederland behoort tot de landen met de beste rekenprestaties en ook het aantal jongeren dat slaagt voor het eindexamen ligt uitzonderlijk hoog.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.