• blad nr 8
  • 17-4-2004
  • auteur A. Vink 
  • Redactioneel

Het onderwijs aan oud- en nieuwkomers gaat op de schop 

“Dit beleid wil migranten alleen maar tegenhouden”

Verplicht inburgeren, de vrije markt en vrije keus voor de inburgeraars zelf. Het onderwijs aan oud- en nieuwkomers gaat op de schop. Intussen worden de regionale opleidingencentra (roc’s) geconfronteerd met zware bezuinigingen. “Dit beleid is niet gericht op onderwijs aan migranten maar op het tegenhouden van migranten.”

In het gebouw van het Nederlands Centrum Buitenlanders (NCB) volgen zeven vrouwen in de leeftijd van dertig tot vijftig jaar Nederlandse les. Ze schrijven met een potlood in hun schriftjes, ze geven antwoord op de vragen en verbeteren elkaars uitspraak. Drie van de vrouwen zijn Marokkaans, drie Turks en Zulicha, de enige zonder hoofddoek, is afkomstig van Sri Lanka. Ze zijn allemaal al enkele jaren in Nederland en hebben kinderen op school.
Docente Charlotte Ludolph zet haar woorden kracht bij met gebaren en tekeningen op het bord. Tijdens de les komen zaken uit het dagelijks leven, zoals klokkijken, de trein en de fietslichtcontrole door de politie, aan de orde. Zulicha roept verbazing bij de andere vrouwen op als blijkt dat ze kan fietsen. Haar echtgenoot verbood het haar na haar huwelijk. Daar begrijpen de andere zes helemaal niets van. De Turkse Emine: “Kan je fietsen en dan mag je het niet meer. Ik kan niet fietsen. Ik wil het wel maar ik vind het nu te eng om nog te leren.”
Alle vrouwen zijn afgelopen november begonnen met de cursus NT2 niveau 1 en komen daarvoor drie ochtenden per week naar het NCB, een van de aanbieders van taalcursussen voor oudkomers. Deze maand doen ze examen. De cursus is voor semi-analfabeten zoals vestigingsleider Fatma Sevinç van het NCB in Amsterdam het uitdrukt. “Ze kunnen in hun moedertaal een beetje schrijven en lezen. Vooral voor de Marokkaanse vrouwen is het moeilijk om over te stappen van het Arabische schrift naar het Westerse schrift. Ze moeten helemaal opnieuw beginnen. Maar het gaat goed. Ze zijn heel erg gemotiveerd.” Per jaar volgen ongeveer 240 voornamelijk vrouwen uit het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart vrijwillig een cursus NT2 (Nederlands als tweede taal). Meer plaatsen en geld zijn er niet.

Verblijfsvergunning
Als het aan het kabinet-Balkenende ligt gaan vrouwen als Emine en Zulicha, zogenoemde oudkomers, in de toekomst verplicht een cursus inburgering volgen en moeten zij daar zelf voor betalen. Bij een goed resultaat krijgen zij dat geld terug. Zo niet, dan kunnen zij gekort worden op een eventuele uitkering.
Inburgeren is sinds de invoering van de Wet op de inburgering in 1998 al verplicht voor nieuwkomers. Er zijn echter geen sancties verbonden aan het niet-behalen van het diploma. Gezien de voornemens van minister Verdonk van Vreemdelingenzaken en Integratie zullen die sancties er nu wel komen. Nieuwkomers moeten in het land van herkomst een cursus Nederlands volgen en aantonen dat zij de taal voldoende beheersen om zich in Nederland te vestigen. Zo niet, dan worden zij niet toegelaten. Eenmaal aangekomen in Nederland moeten zij een inburgeringscursus volgen. Wanneer zij het examen niet halen, krijgen ze geen verblijfsvergunning.
Daarnaast raken de roc’s hun monopoliepositie bij het inburgeringsonderwijs aan nieuwkomers kwijt. Ook andere instanties kunnen onderwijs aan inburgeraars gaan geven. De inburgeraars zelf krijgen keuzevrijheid: zij kunnen zelf de cursus uitzoeken die zij willen.
Deze voornemens van het kabinet betekenen voor de roc’s een radicale omkeer in vergelijking met de wet uit 1998. Daarin werd vastgelegd dat gemeenten een verplichte winkelnering hebben bij de roc’s voor de inburgering van nieuwkomers. Vooral de roc’s in de grote steden hebben sindsdien flink moeten investeren om aan de vraag te kunnen voldoen. Het kabinet-Balkenende denkt er heel anders over. Het bezuinigt vanaf 2004 flink op het inburgeringsbudget voor nieuwkomers. Gemeenten moeten de tekorten zelf maar opvangen.

Illegalen
Het heeft even geduurd voordat bij het bve-veld doordrong wat de gevolgen van de kabinetsmaatregelen zijn voor de roc’s. Jos Leenhouts, voorzitter van het college van bestuur van de Haagse Mondriaanonderwijsgroep en voorzitter van de bedrijfstakgroep educatie van de Bve-raad, trok als eerste aan de bel. Met de overgang van het inburgeringsbeleid en -budget van het ministerie van Onderwijs naar het ministerie van Justitie ontstond een kafkaëske situatie. Jos Leenhouts: “Onderwijs verwijst naar Justitie als het gaat om het bezuinigingsbeleid en Justitie vindt dat het geen bestuurlijke relatie heeft met het onderwijs. We hebben veel moeite moeten doen om bij het ministerie van Justitie binnen te komen voor een ordentelijk bestuurlijk overleg over de effecten van de bezuinigingen. Er heerst daar een compleet andere cultuur. De ambtenaren van het ministerie van Justitie zijn niet gewend om met mensen uit het veld te overleggen. Maar intussen krijgen wij wel deze bezuinigingen opgelegd en willen wij weten waar we aan toe zijn.”
De roc’s moeten het in 2004 met 57 miljoen minder doen, bijna een derde van het hele inburgeringsbudget voor nieuwkomers. In 2005 volgt er dan nog een bezuiniging. Jos Leenhouts: “De gevolgen zijn enorm. Ze verschillen per gemeente maar hier in Den Haag konden we de contracten van vijftig NT2-docenten niet verlengen. Maar het gaat verder. Door gebrek aan geld moesten we ook stoppen met een aantal lessen NT2 aan allochtone ouders op basisscholen. Het mooiste voorbeeld hoe je het best kunt inburgeren als oudkomer. De kinderen naar school, de ouders ook naar school. Wat voor gevolgen heeft dat voor de integratie van deze kinderen?”
De reden achter de bezuiniging is onduidelijk. Volgens Leenhouts is de redenering wellicht gebaseerd op het slinkende aantal asielzoekers, maar die maken maar een klein deel uit van alle inburgeraars. “De meeste nieuwkomers in Den Haag zijn gezinsvormers, dus bruiden en bruidegommen uit Turkije en Marokko maar ook Polen en het voormalige Joegoslavië. En gezinsherenigers.”
Leenhouts vindt dat de termen integreren en inburgeren door elkaar worden gehaald. “Dit beleid is niet gericht op onderwijs aan migranten maar op het tegenhouden van migranten. Er is geen visie op het opleiden van nieuwkomers en oudkomers zodat ze zich in Nederland kunnen redden. De politiek concludeert dat de integratie van de migranten is mislukt en wentelt dat af op de roc’s omdat die het inburgeringsonderwijs geven. Maar daarnaast is het een daad van bestuurlijke onverantwoordelijkheid om de roc’s binnen zo korte tijd zowel met deze bezuinigingen als met beleidswijzigingen te confronteren. Jaren van investeren en opbouwen van kennis gaan verloren. Maar met het terugdraaien van het georganiseerde onderwijsaanbod houd je geen migranten tegen. Men creëert eerder alleen meer illegalen.”

Geen erkend vak
Ook de NT2-leerkrachten maken zich zorgen over de plannen van minister Verdonk. Sinds januari 2003 zijn zij verenigd in de Belangenvereniging NT2 met 400 leden. Volgens Wim Coumou en Margreet Verboog van de BV NT2 is het onderwijs aan anderstaligen altijd gekenmerkt door ad-hocbeleid. Verboog: “Iedere regering zet er weer het eigen politieke stempel op.”
Beiden zijn het erover eens dat de plannen van het kabinet een duidelijke trendbreuk met het verleden betekenen. Voor de leerkrachten NT2 zelf zijn de ontslagen een grote zorg maar dat geldt eveneens voor de plannen om het inburgeringsonderwijs aan de vrije markt te laten. Coumou: “Docent NT2 is nog steeds geen erkend vak en met het vrijgeven van de markt voor het NT2-onderwijs vraag ik me af of die erkenning er ooit zal komen.” Margreet Verboog, zelf coördinator NT2 bij het Centrum nascholing Amsterdam aan de Educatieve faculteit: “Er bestaat geen officiële opleiding tot NT2-docent. De meeste docenten hebben een andere vooropleiding en hebben een aanvullende post-hbo-opleiding tot NT2-docent gevolgd. Aan een analfabete vrouw Nederlands leren zodat ze zich kan redden in de Nederlandse samenleving, is niet makkelijk. Daar moet je kennis voor in huis hebben. Nu de markt voor inburgeraars wordt vrijgegeven is het alsof iedereen wel een lesje Nederlands kan geven.”
Wim Coumou: “En wat zijn de eisen die aan de cursusgever en de inburgeraar zelf worden gesteld? Wij weten dat nu wel, maar worden diezelfde eisen ook aan de andere opleiders gesteld? En welk niveau moet een inburgeraar halen? Over het algemeen wordt NT2 niveau 2 als vereiste gesteld maar is dat haalbaar voor een analfabeet? Blijven de roc’s met de moeilijkste groep zitten en gaan de andere onderwijsaanbieders zich alleen richten op de hoger opgeleiden? Dat zijn vragen waar wel een antwoord op moet komen.”
Zeer gevoelig ligt het voornemen om het niet-halen van een examen te koppelen aan een verblijfsvergunning. Coumou: “Zo komen de gevolgen van het vreemdelingenbeleid op het bordje van de docenten te liggen. Veel NT2-docenten zijn nauw betrokken bij hun studenten. Je kunt niet van hen vragen om ook nog te beslissen over de toekomst van hun studenten.”

Beroepsopleiding
Het NCB opereert al sinds 1996 op de vrije markt en is een groot voorstander van het vrijgeven van de onderwijsmarkt van inburgeraars. Voorheen was het NCB een door de overheid gesubsidieerde instelling, het heeft zich de laatste jaren in Amsterdam en zeven andere gemeenten toegelegd op onder andere taalcursussen voor migranten. In het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart is het NCB een van de drie professionele aanbieders van de taalcursussen voor oudkomers. Volgens vestigingsleider Fatma Sevinç gaat het bestaan van de cursussen van mond tot mond en melden zich steeds meer cursisten aan. Of dat ook zo zou zijn als de cursus geld zou kosten, betwijfelt ze. De meeste cursisten hebben het meestal niet breed. “Maar wellicht is dat toch een kwestie van prioriteiten stellen. Als je ze duidelijk kunt maken dat een cursus NT2 hen verder kan helpen met bijvoorbeeld een baan dan opent dat weer perspectieven.” Met het diploma niveau 1 kan een cursist naar het roc gaan voor een cursus niveau 2. Daarna heeft de cursist voldoende Nederlands geleerd om een beroepsopleiding te kunnen volgen. Hoeveel cursisten uiteindelijk doorstromen is onduidelijk. Volgens Fatma Sevinç zou de samenwerking met het roc wat dat betreft mogen verbeteren. “Het werkt nu teveel langs elkaar heen.”

Dubieuze cursussen
Jos Leenhouts: “Wij zijn als roc’s niet bang voor concurrentie. Wij hebben de kennis en de kunde in huis. Maar we zullen flexibeler moeten worden en meer maatwerk moeten leveren. Dat betekent dus ook niet meer een baan voor het leven in het onderwijs maar je aanpassen aan de veranderingen die er in dit soort onderwijs blijven komen. Als een bedrijf bij wijze van spreken postbodes uit een ander land haalt, moeten wij zorgen dat ze zo goed Nederlands leren dat ze de post kunnen rondbrengen. En als wij een moeder Nederlands leren om haar kinderen op school te kunnen volgen, moet dat professioneel.”
“Waar ik mij veel meer zorgen over maak is de vrije keus van de inburgeraar zelf. Die zelf mag kiezen waar hij of zij de cursus volgt. Hoe weet zo iemand of de cursus voldoet aan de eisen die worden gesteld? Dan verwacht je wel heel veel van mensen die net in Nederland aankomen. Hoger opgeleiden vinden hun weg wel in onze maatschappij. Maar juist de kwetsbare analfabeten zijn de dupe. Dan drijf je mensen in de armen van aanbieders van dubieuze cursussen. Het gevaar is niet denkbeeldig dat de nieuwkomers in eigen kring blijven hangen. Wat er duidelijk moet komen zijn opleidingseisen en certificering van de opleidingen. We moeten niet weer helemaal terug naar het vrijwilligerscircuit waar de Nederlandse les aan buitenlanders tot voor kort nog in zat en waar de overheid juist via de roc’s van af wilde.”
Fatma Sevinç van het NCB denkt dat haar organisatie ook heel goed in staat is om cursussen inburgering te geven in de toekomst. Het NCB geeft sinds jaar en dag NT2-cursussen in combinatie met maatschappijoriëntatie, opvoedingsondersteuning en beroepenoriëntatie in opdracht van gemeenten. Maar ook in opdracht van bijvoorbeeld de Turkse islamitische beweging Milli Görüs. Fatma Sevinç: “We hebben hier wel met een moeilijke doelgroep te maken: analfabete vrouwen die echt geen woord Nederlands spreken. Niveau 2 is op dit moment moeilijk haalbaar. Maar wij zijn al heel blij dat de moskee ook het belang ziet van een goede cursus Nederlands en dat niet oplost met vrijwilligers. Wellicht moet je aan eigen organisaties zoals moskeeën de eis stellen dat ze professionele en goed geaccrediteerde organisaties als het NCB of roc’s inhuren bij een inburgeringscursus in eigen kring.”

Voorzitter Bve-raad woedend op staatssecretaris Nijs

Twee weken geleden heeft het kabinet besloten om het gehele educatiebudget (520 miljoen euro) van 2005 tot 2009 over te hevelen naar het grotestedenbeleid. Gemeenten krijgen daardoor de ruimte om deze gelden in te zetten voor andere doeleinden dan de educatie. Voorzitter Vliegenthart van de Bve-raad stuurde daarop een boze brief aan staatssecretaris Nijs van Onderwijs: Nijs gaat op onverantwoorde wijze om met het onderwijs. Bovendien staat het ontbreken van ‘een ordelijk bestuurlijk overleg’ in schril contrast met Nijs’ publicitaire ‘roadshows’, aldus Vliegenthart. Het ministerie van Onderwijs heeft over deze laatste beslissing wederom geen overleg met de Bve-raad gevoerd.
Gerrit Stemerding, dagelijks bestuurder van de AOb en verantwoordelijk voor het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie, spreekt zelfs van een onbetrouwbare overheid: “Het baart me grote zorgen zoals er wordt omgesprongen met de educatie. Gemeenten kunnen nu beslissen om het geld niet meer te besteden aan onderwijs voor nieuwkomers maar aan ‘meer blauw op straat’. In gemeenten als Enschede en Nijmegen zie je deze ontwikkelingen al. Ook kan er gekozen worden voor kortetermijnmaatregelen in plaats van een oplossing waardoor inburgeraars goed de weg leren in onze samenleving.”
“Misschien is het achteraf naïef om te verwachten dat het alleen bij de beleidsveranderingen en de bezuinigingen zou blijven. Nu we helaas dan toch zover zijn, zou ik vooral willen pleiten voor een goede overgangsregeling waarbij de roc’s de kans krijgen om een goede positie op de vrije markt van het inburgeringonderwijs te verkrijgen en voor een goed kwaliteitskeurmerk voor de inburgering. Want anders ben ik bang dat we in halfzachte welzijnstoestanden terechtkomen, waar inburgeraars niets aan zullen hebben.”


www.nt2puntnl.kennisnet.nl
www.inburgernet.nl
www.ncbnet.nl

Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.