- blad nr 8
- 17-4-2004
- auteur R. Sikkes
- Redactioneel
Geweld concentreert zich op kleine aantal probleemscholen
Zo melden ongeveer 140 basisscholen (2 procent) en rond de 50 vmbo-scholen (10 procent) iedere week heftige conflicten tussen leerlingen onderling of tussen leerlingen en personeel. De Inspectie van het Onderwijs vreest dat deze groep scholen zich ontwikkelt tot ‘achterhoedescholen’, waar diefstal, vandalisme, fysiek geweld, spijbelen en schooluitval het onderwijs stelselmatig verstoren.
De meest achterhoedescholen komen voor in de Randstad, op scholen met veel autochtone of allochtone achterstandsleerlingen. De kwaliteit van het onderwijs schiet door de cumulatie van problemen te kort. Te meer omdat leerkrachten niet graag op deze scholen werken. Zodra ze de mogelijkheid zien om te vertrekken, doen ze dat. Ziekteverzuim en verloop onder het personeel zijn groot. De inspectie laat het bij een constatering. “Juist achterhoedescholen, waar goede leraren het hardste nodig zijn, zagen zich geconfronteerd met meer vertrekkende leraren dan andere scholen.”
Opmerkelijk is dat de inspectie constateert dat ‘slachtoffers niet alleen onmiddellijk hulp krijgen, maar vaak ook nazorg’. Die conclusie botst met het AOb-panelonderzoek waaruit bleek dat met name in het voortgezet onderwijs het personeel ontevreden is over de steun van de directie. Wel ontdekte de inspectie dat veel incidenten niet systematisch worden geregistreerd en dat slechts een kleine groep basisscholen (7 procent) een draaiboek heeft klaarliggen voor calamiteiten.