- blad nr 15
- 6-9-2003
- auteur T. Snel
- Vakwerk
Natuurouders halen prijs binnen met afvalproject
"Het mooiste was dat ze een sok in de composthoop hadden gestopt en er een paar weken later achterkwamen dat er met die sok niets was gebeurd", lacht Menno Frankfort, leerkracht van groep zeven. Zijn leerlingen weten nu dat het toch wel zo'n drie jaar duurt voordat de bananenschil die je in de berm gooit is opgenomen door de natuur. En een patatbakje blijft wel tien jaar liggen. Ze weten nu ook wat temperatuurverschil met een appel doet. Dit hebben ze niet van de leerkracht te horen gekregen, de leerlingen hebben het allemaal opgezocht op internet. Of ze hebben het ontdekt door proefjes te doen. Zo merkten ze dat bloemen vreemd verkleuren als je ze een tijdje in vervuild water zet. Zelf ontdekken was een belangrijk uitgangspunt van de prijsvraag die de stichting Veldwerk in Apeldoorn had uitgeschreven.
"De leerlingen hebben heel concreet gewerkt aan het onderwerp afval", zegt Frankfort. "Ik heb goede hoop dat er op die manier een mentaliteitsverandering bij ze totstandkomt." 'Afval' kwam altijd al wel in zijn lessen aan bod, want hij vindt het belangrijk. "Maar als ik ze dan als puber van het dorp naar de stad zie fietsen, gooien ze net zo makkelijk het zakje van de chips in de berm." Door de manier waarop het onderwerp nu is behandeld, beklijft het beter bij de leerlingen, denkt hij.
Marita Boschman, coördinator natuurouders, was de initatiefneemster van het project. "Ik ging ook helemaal voor de prijs. De 450 euro die we hebben binnengesleept, kunnen we goed gebruiken voor de aanschaf van materialen voor allerlei natuurprojecten hier op school." Met de extra prijs van 250 euro kan een natuurouder een training natuur- en milieu-educatie volgen.
Proefjes
De natuurouders hebben de opdrachten voor het afvalproject zelf samengesteld. Behalve dat de leerlingen zoveel mogelijk informatie over afval op internet moeten verzamelen, krijgen ze ook de opdracht uit te zoeken wat er gebeurt met het afval dat aan de straat wordt gezet. Die gegevens moeten ze verwerken in een grafiek. Verder hebben de leerlingen geïnventariseerd hoeveel afval hun gezin in een week produceert. En ze doen verschillende proefjes: verbranden van een stukje papier, een even groot stukje plastic, aluminiumfolie en textiel. Met behulp van een stopwatch bepalen ze de verbrandingssnelheid. Ook meten ze de vlamgrootte en het verschil in restafval na verbranding. Ook van deze metingen wordt een grafiek gemaakt.
Aan het eind fabriceerden de leerlingen een muurkrant over alles wat ze hadden ontdekt over afval en verzorgden een presentatie. "Ik wist niet wat ik zag", zegt Marita Boschman. "Het ging alle verwachtingen te boven."
"Het is een heel bezielend, heel motiverend project", oordeelt Frankfort. Hij had van tevoren wel wat voorwaarden gesteld, maar verder konden de natuurouders hun gang gaan. "Ik vind dat het binnen het lesprogramma moet passen. En het mag niet te veel uren in beslag nemen, want rekenen en taal mogen niet in de verdrukking komen."
Leergierig
"Dit project had niet kunnen plaatsvinden als er geen natuurouders waren", is de overtuiging van Frankfort. "Want ik heb er helemaal geen tijd voor om dit soort nieuwe projecten goed voor te bereiden." Toch heeft hij veel extra extra uren in de voorbereiding gestoken. Boschman: "Wij hadden geen idee wat de kinderen bijvoorbeeld met Word
kunnen en daar hebben we dan toch de leerkracht voor nodig." Frankfort: "De stellingen waarmee de kinderen zich bezig moesten houden waren ook veel te moeilijk neergeschreven. Het taalgebruik moest worden aangepast aan groep zeven." Uiteindelijk is een prima project totstandgekomen dat nu ieder jaar opnieuw zal worden gebruikt.
Op basisschool Slingerbos zijn momenteel 23 natuurouders actief. Met de kleuters lopen ze twee keer per jaar, in de herfst en in de lente, het kabouterpad
. Groep drie brengt een bezoek aan het milieucentrum. Groep vier maakt een sporenwandeling en heeft een vlinderproject, groep vijf doet bodem- en wateronderzoek. Groep zes houdt zich bezig met bomen en groep zeven brengt een bezoek aan de uiterwaarden. De oudste groep heeft het te druk met andere zaken en is daarom niet ingepland voor een natuurproject.
Alle projecten worden geïnitieerd door de natuurouders en ook nemen zij de organisatie op zich. Boschman: "De avond voordat de sporenwandeling plaatsvindt, lopen wij de route met een natuurgids. Hij wijst ons dan op sporen zodat we niets over het hoofd zien." Ze vindt het ontzettend leuk om zich op deze manier voor de school van haar kind in te zetten. "Kinderen zijn leergierig en nieuwsgierig en vinden zo'n project altijd leuk. Als ouder word je vanzelf enthousiast als je aan de slag gaat. Bij het onderwerp afval dacht ik in eerste instantie: wat moet ik daar nou mee? Maar er is zoveel over te vinden, je wordt vanzelf enthousiast."
"Ouders vervullen bij ons op school een grote rol in het onderwijsproces", vertelt directeur Jan Pepping. "Ouders organiseren van alles en wij zijn bij de uitvoering betrokken. Dat maakt het onderwijs leuker en de school beter."