- blad nr 15
- 6-9-2003
- auteur T. van Haperen
- Column
Mijn vriend Jack
Jack is mijn favoriete collega, of beter, dat was hij. Twee jaar geleden kon hij in de fpu. Voor de hypotheek is hij doorgegaan, maar de ontsnappingsroute spookte dagelijks door zijn hoofd. Een jaar later pakte hij zijn financieel verlies en vertrok alsnog - een klap voor het onderwijs. Als het snikheet was, kon ik zijn klasse zien en horen. De deur van zijn lokaal stond open, hij praatte zacht. Kinderen keken en luisterden, doodstil, met een gezichtsuitdrukking die niet vaak voorkomt in een klaslokaal... this magic moment, so different and so new... Toch was hij het zat. Gebrek aan waardering en waardeloze vernieuwing waren de oorzaken. Elke keer weer stapels leesverslagen, waarvan de helft jatwerk. Iedereen wist het, niemand kon het bewijzen, dus keek hij alles na, tot midden in de nacht. Het enige alternatief was uitrusten in het middenkader, maar dat past niet bij Jack... hij kan niet zo goed liegen. De vermoeidheid werd zichtbaar. Ook bij hem stonden soms de laatste vijf minuten van een les leerlingen voor een dichte deur, dringend te wachten op de zoemer.
Ik kom binnen met de koffie, zie een stapeltje boeken liggen. We praten, doen in beginsel ons best het thema school te vermijden. Al snel valt er niet aan te ontkomen. Jack vertelt over vroeger. School was alles voor hem, hij was er dag en nacht mee bezig en hij niet alleen. Collegae waren betrokken, bij de kinderen en hun vak. Studeren, bijhouden van vakliteratuur, dat deed je gewoon. Alles was gericht op binnenboord houden, leerlingen wat bijbrengen. Als klassenleraar nam hij zijn groepen een paar jaar achter elkaar mee, daardoor werden het toch een beetje broers en zussen, met alle zorg van dien. Iemand die een werkstuk niet inleverde een 1 geven, dat deed je niet. Je sprak die leerling aan, belde desnoods de ouders. Dat is nu anders, harder, verwijzen naar een lager schooltype is normaal. Die afrekencultuur... weinig toetsen en straffen met lage punten... alsof een kind dan wel gaat leren. Er is veel verdwenen, daar is niks goeds voor teruggekomen.
Zuchtend staat hij op, excuseert zich, hoopt dat hij mijn begin van het schooljaar niet verpest. Een beetje wel, antwoord ik met een glimlach. Grotendeels ben ik het met hem eens. Schaalvergroting, mislukte vernieuwing en uitdijend management, al die bullshit jaagt vakmensen als Jack weg, breekt de cohesie binnen scholen af. Kinderen leren daardoor minder. Maar bevlogen leraren zullen altijd blijven bestaan. Dit geloof is rotsvast en houdt mij de komende twintig jaar overeind. Als ik Jack zie wegfietsen, besef ik wel dat ik hem vreselijk mis.
@T8:*Uit 'This magic moment' van Doc Pomus en Mort Shuman.