- blad nr 15
- 6-9-2003
- auteur . Overige
- Redactioneel
Bamber Delver, directeur van de Kinderconsument:
Gevaren van internet worden onderschat
Vier op de tien kinderen heeft wel eens een vervelende ervaring met internet gehad, blijkt uit een vorig jaar gehouden steekproef van de Kinderconsument, een stichting die internet-ervaringen van kinderen onderzoekt en internetprojecten en cursussen verzorgt voor kinderen en scholen. De kinderen die meededen aan de proef, waren wel eens uitgescholden in een chatbox, hadden een seksuele uitnodiging gehad of waren door een berichtje gediscrimineerd.
Pesten via de computer en mobiele telefoon blijkt een nieuw fenomeen te zijn. Iets waar kinderen volgens Delver veel last van kunnen hebben. Op internet zijn sites te vinden waar het mogelijk is anoniem treiter-sms'jes te versturen naar een slachtoffer. Op www.treiterlijn.nl bijvoorbeeld staan onder het kopje schoolhumor sms'jes die allemaal grof en seksistisch zijn: 'Als lelijk zijn pijn deed, lag jij de hele dag te janken' en 'Zal ik zo een SOA bij je komen installeren?'. "Dit gaat echt te ver", zegt Delver.
Net als de sms'jes komen haatmailtjes vol scheldwoorden, verwensingen en dreigementen die sommige jongeren elkaar toesturen, hard aan bij het slachtoffer. "Jongeren nemen de berichten vaak heel persoonlijk op", licht Delver toe. "De jongeren lezen de haatmailtjes vaak achter hun computer thuis. Zelfs in zo'n veilige omgeving blijken ze niet meer beschermd te zijn." Omdat de zender altijd anoniem is, gaat de ontvanger bedenken wie het geweest kan zijn. "Sommige kinderen bedenken zelfs dat ze van de meester of juf zijn."
Delver praat met veel kinderen en docenten over internet. Toch schrikt hij nog steeds van verhalen van docenten en leerlingen over nare gebeurtenissen door internet. "Ik hoorde laatst dat op een basisschool iemand in de kleedruimtes en wc foto's had gemaakt van kinderen en die digitale foto's op internet had gezet. Als ik dit verhaal aan docenten vertel zeggen ze: Wat zijn dat, digitale foto's? Docenten weten vaak bitter weinig."
Strenge regels
"Computers met snelle verbindingen zijn met grote aantallen de school ingerold, maar docenten en kennis blijven achter. Dat klopt niet", vindt Delver. "Het is allemaal te snel gegaan. Scholen, maar ook de overheid hadden veel eerder maatregelen moeten treffen." Gevaren van internet worden volgens Delver nog steeds onderschat. "Elk kinderspel en alle speelgoed wordt uitgebreid op veiligheid getest. Maar kinderen mogen zonder strenge regels of maatregelen internetten. Ik hoop niet dat er iets ergs hoeft te gebeuren voordat docenten iets gaan veranderen."
Dat docenten vaak minder weten van internet dan hun leerlingen is niet zo'n groot probleem. Erger vindt Delver de weerstand van sommige leraren tegen internet. "Ze vinden internet niets. Dat laten ze ook merken aan hun leerlingen. Als een kind dan een haatmailtje krijgt, gaat het daardoor niet naar de docent toe, want die vindt het toch stom, denken ze dan."
Docenten moeten geïnteresseerd zijn in de dingen die kinderen doen en daar valt internet ook onder, stelt Delver. "Ze moeten niet afhaken wanneer ze merken dat de leerlingen meer weten. Als je dingen die je zelf niet weet, vraagt aan kinderen, dan ben je geen slechte docent, maar een geïnteresseerde docent."
Toch is het niet nodig dat elke leraar helemaal op de hoogte is van alle internetsnufjes, maar er moet op school in ieder geval één persoon zijn die het aanspreekpunt is voor vragen over internet en zich kan verplaatsen in de leefwereld van kinderen op internet, meent Delver.
Docenten doen er volgens de trainer verstandig aan de cursus cybercoaching bij hem te volgen. De cursus die een dag in beslag neemt, is een project van stichting de Kinderconsument en maakt deel uit van de overheidscampagne Surf op safe. Cursisten zijn alleen personen die met kinderen tot achttien jaar werken. Zij krijgen tijdens de cursus praktische informatie over hoe bijvoorbeeld een blokkeerknop werkt, welke regels in een internetprotocol kunnen staan. Ook horen ze vervelende ervaringen van kinderen en hun oplossingen daartegen.
De volgende tien tips voor leraren, opgesteld door de Kinderconsument, krijgen in de cursus ook aandacht:
1. Spreek regels af bij het internetten.
2. Bouw vertrouwen op met uw leerlingen.
3. Blijf in de buurt bij uw leerlingen en de pc's.
4. Zorg ervoor dat persoonlijke gegevens privé blijven.
5. Betrek collega's en ouders bij uw internetbeleid.
6. Chat liever niet in een openbare chatbox. Beter is via MSN Messenger.
7. Laat leerlingen elkaar (en de school) adviseren.
8. Praat ook over de leuke dingen van internet.
9. Ga zelf ook eens chatten.
10. Ga zelf op cursus: cybercoaching.
Meer informatie is te vinden op: www.msn.nl/veiligonline/leraren
www.cybercoaching.nl
www.kinderconsument.nl