- blad nr 14
- 23-8-2003
- auteur . Overige
- Vakwerk
Haring eten als lesmethode
Drie jaar geleden werd Verheijen wakker met het idee voor de ‘school aan huis’, zoals zijn eenmanszaak heet. De docent uit Zaandam, die jaren in het speciaal onderwijs werkte, besloot zijn idee uit te voeren en naar eigen zeggen is het een succes. “Ik krijg aanvragen van ouders door heel Nederland. Ik zou makkelijk kunnen uitbreiden. Maar daar heb ik geen zin in. Ik heb nu alles zelf in de hand. School aan huis, dat ben ik alleen.”
Hij geeft kinderen in zijn bus taal- en rekenlessen, maar probeert er ook voor te zorgen dat een kind zich weer happy voelt met zichzelf. “De kinderen die ik begeleid, hebben allemaal een zelfbeeld met schade.” Dat komt volgens Verheijen omdat te veel therapeuten hebben geprobeerd het kind te veranderen, waardoor de jongen of het meisje denkt dat er iets mis is met hem of haar. “Ik kijk niet alleen naar een deelvaardigheid, zoals al die logopedisten, remedial teachers en bijlesboeren. Ik ben géén bijlesboer, ik ben begeleider”, benadrukt Verheijen. “Het hele mensje, daar kijk ik naar.”
Verheijen begeleidt nu zestien kinderen, waarvan het merendeel op de basisschool zit. Toch heeft hij ook leerlingen uit het voortgezet onderwijs en begeleidt hij een jongen van 26 jaar met het zelfstandig wonen. De kinderen krijgen gemiddeld eens in de twee weken les in de bus van de leraar. Tussendoor stuurt hij via e-mail opdrachten die zijn leerlingen thuis moeten maken.
De inrichting van de bus is sober: twee bankjes aan een tafeltje, zoals in een kleine caravan. Kinderen worden niet zo snel afgeleid nu er maar weinig spullen instaan, legt Verheijen uit. Alleen de laptop op de tafel moet opvallen, want daar werkt het kind aan.
Voetballen
Hoewel hij geen kant-en-klare methodes toepast, heeft Verheijen wel opdrachten die hij vaak gebruikt. Kinderen leren meer en sneller als ze dingen kunnen zien, voelen en meemaken, meent hij. Daarom maakt de leraar van zijn leerling soms een video-opname op een moment dat hij of zij iets leuks doet, zoals voetballen of paardrijden. Die bekijkt hij met het kind in de bus. Onder een foto van het videobeeld schrijft het kind vervolgens wat daarop te zien is. “Ik ben laatst samen met een leerling een haring gaan eten, voordat hij over die vis een verhaal ging schrijven. Prima oefening. Vooral omdat het woord een ‘ng’ heeft.”
Nadat de leerling zijn verhaal heeft gecorrigeerd en heeft herschreven, komt de tekst in zijn allermooiste-dingen-map: een portfolio van het kind waarin alleen foutloze werkstukken zitten. “Zo’n map is het letterlijke bewijs van de kwaliteit van het kind. Dit is goed voor het zelfvertrouwen.” De map moet ook ouders en leraren laten verbazen van hetgeen een kind wèl kan, vertelt Verheijen.
Vrijheid
Verheijen is naast de lessen die hij geeft, veel tijd kwijt om de omgeving van de kinderen aan te passen. Hij bespreekt bijvoorbeeld met docenten van een kind hoe ze hem het beste kunnen aanspreken, waar hij het beste kan zitten in de klas en of ze de lesmethode meer op hem kunnen aanpassen. Maar niet alleen de leerkrachten gaat hij langs, ook bijvoorbeeld de aikidoleraar of balletjuffrouw krijgen een bezoek. Verheijen vertelt hun onder andere dat ze duidelijk moeten praten en de leerling moeten aankijken, zodat hij alles beter kan begrijpen.
“Het werk dat ik doe, moet de school eigenlijk doen”, zegt Verheijen. “Ik hoor eigenlijk helemaal niet te bestaan.” Door de strenge regels van de overheid en de weinig tijd die leraren hebben, is het volgens Verheijen voor scholen onmogelijk alle kinderen voldoende te helpen.
Verheijen is blij met zijn baan, al mist hij wel collega’s om mee te praten. “Ik heb het soms nodig om intellectueel op mijn flikker te krijgen.” Maar de vrijheid bevalt de docent. Hij kan zijn dag indelen zoals hij maar wil. Hij neemt bijvoorbeeld geen kinderen aan die op langer dan drie kwartier rijden van Zaandam wonen, omdat hij geen zin heeft om lang op de weg te zitten.
“Ik ben altijd op zoek naar het zout in de pap. Het afwijkende intrigeert me. Daarom vind ik deze kinderen ook zo leuk. Ze maken me blij”, verklaart Verheijen zijn passie voor het vak. “Kinderen vinden mij ook leuk. Ik heb een goede interactie met ze. Ik hoorde laatst dat een jongetje tegen iemand zei: eerst had ik dyslexie, maar nu heb ik Martin. Dat is toch mooi!”
Voor meer informatie over het bedrijf van Martin Verheijen: www.schoolaanhuis.nl