- blad nr 14
- 23-8-2003
- auteur G. van der Mee
- Redactioneel
Op zoek naar evenwicht tussen bevoegd en onbevoegd
Apeldoorns vmbo-school blij met twintig zij-instromers
Hij heeft zich erg gestoord aan de rector die zich in een uitzending van Nova zo negatief uitliet over zij-instromers. "Hij zei dat hij zijn leerlingen nog liever naar huis stuurde!" Fred Ruijling, directeur van het Edisoncollege in Apeldoorn vindt zo'n uitspraak een typisch voorbeeld van het verkokerde denken waar het onderwijs nogal eens onder gebukt gaat. Sinds een jaar zwaait hij de scepter op het Edison zonder ooit zelf les gegeven te hebben. Afkomstig uit de werkgeversorganisatie voor het openbaar onderwijs Vos/ABB wist hij wel alles van personeelsbeleid en financiën. "Eigenlijk ben ik zelf ook een zij-instromer. Ik had een goede baan bij Vos/ABB, maar op mijn 44ste leek het me wel leuk om nog iets heel anders te gaan doen. Ik ben een directeur zonder lesbevoegdheid." Hij vindt dat een school met 1250 leerlingen en 150 man personeel, waar jaarlijks zo'n 14 miljoen omgaat, om veel management en ideeën vraagt en heel erg naar buiten gericht moet zijn.
Het nieuwe gebouw dat er nu drie jaar staat, klinkt wat hol van binnen. De leerlingen zijn er niet, docenten zitten her en der te vergaderen. Young Edison staat er swingend boven een gang die leidt naar de afdeling voor alle brugklassers. De openbare brede scholengemeenschap heeft een volwaardige vmbo-afdeling plus lwoo (leerwegondersteunend onderwijs). Dat is ook het grote verschil, volgens Ruijling, met de Koninklijke scholengemeenschap, eveneens openbaar, die dit jaar op dertien vacatures 450 reacties kreeg. De helft van de sollicitanten was zij-instromer, maar daar werd er niet één van aangenomen. Op het Edison lopen inmiddels twintig zij-instromers rond.
Twee scholen onder hetzelfde bestuur en dan zo'n verschillend beleid? Ruijling: "Zij hebben alleen een vmbo-t afdeling en dat is toch anders. Door ons vmbo hebben wij veel mogelijkheden voor zij-instromers, een oud-timmerman heeft bijvoorbeeld vakinhoudelijk veel in te brengen, bovendien weet hij hoe het in de praktijk toegaat. Over pedagogie en klassenmanagement weet hij minder, dus daar wordt hij voor opgeleid. In die zin blijven bevoegde docenten natuurlijk het makkelijkste en zijn zij-instromers een beetje uit nood geboren."
Evenwicht
De zij-instromers op het Edison hebben een heel diverse achtergrond, maar volgen wel allemaal een opleiding omdat ze binnen drie jaar bevoegd moeten zijn. "Wij komen hen voor vijftig procent tegemoet in de onkosten, dat vergt natuurlijk investeringen van de school. Er zitten ook 'officiëlen' tussen, die dus na een assessment binnen komen, die zijn goedkoper omdat er meer subsidie voor staat en het traject korter is. Dat zijn mensen met een passende hbo-opleiding, die kunnen ook terecht op het havo of vwo." Ruijling denkt dat het een kwestie is van evenwicht tussen bevoegden en onbevoegden. "Je moet ook letten op de kwaliteit. Ik heb nu bijvoorbeeld iemand voor aardrijkskunde die heeft dat vak gestudeerd, dus dat zit inhoudelijk wel goed, alleen moet hij begeleid worden bij het lesgeven."
De rest van het team blijkt niet veel moeite te hebben met de zij-instromers. "In de personeelskamer gonst het, dit is een heel open team, maar er wordt positief gereageerd. Natuurlijk kun je denken 'ik heb wel vier tot zes jaar gestudeerd en al achttien jaar ervaring, terwijl zij zó binnen komen. Maar de nieuwkomers hebben ook een arbeidsverleden."
En als het gaat om verschil in salaris? Ruijling valt nu terug in zijn oude werkgeversrol en roept professioneel: "Dat is een kwestie van dealen. Iemand heeft natuurlijk zijn meerwaarde door zijn arbeidsverleden, tegelijkertijd heeft hij geen ervaring en is niet bevoegd. Van ons krijgen ze de gelegenheid om bevoegd docent te worden. Alleen als je helemaal vastzit en niemand kunt krijgen, dat zal zich in de toekomst voor de exacte vakken als scheikunde en economie zeker voor gaan doen, dan heb je geen keuze en zul je moeten betalen. Altijd liever dat, dan de leerlingen naar huis te sturen. Het is gewoon de marktwerking, een kwestie van vraag en aanbod."
1 april
De concurrentie onder de scholen in Apeldoorn is groot. Toen Ruijling net begon waren er zorgen over de groei. "De opluchting was groot toen er zich vorig jaar negentig extra brugklassers aanmeldden. Een extern gerichte aanpak, meer reclame levert zijn voordelen op. Ik geloof echt dat in de huidige tijd een pr-beleid nodig is." Grinnikend: "We hebben dit jaar ook een 1-aprilgrap uitgehaald. Een collega stelde voor om als grap een schooluniform verplicht te stellen voor de onderbouw. Iedereen kwaad! Ouders belden dat het een schande was, leerlingen waren boos en sommigen riepen dat het in strijd was met de grondwet. Op 1 april hebben we de grap onthuld en natuurlijk ook de krant even gebeld. We hebben daarna nog erg gelachen, maar op die manier zet je een school wel in de schijnwerpers. We doen ook aan marketingonderzoek onder onze doelgroep in Apeldoorn om erachter te komen wat het beeld is van de school."
Voor de toekomst heeft de directeur allerlei ideeën over personeelsbeleid. Het liefst wil hij een opleiding in de school samen met de lerarenopleiding. De begeleiding is, verzekert hij, de kern van het hele verhaal. Nu krijgen zowel zij-instromers als beginnende docenten een mentor toegewezen, een externe deskundige van de Fontyshogeschool verzorgt onder meer intervisiebijeenkomsten. Ruijling: "Ze moeten leren te reflecteren op hun eigen gedrag in de klas." Hij weet dat de eerste maanden het zwaarst zijn, op het vmbo zitten niet de makkelijkste leerlingen, die moeten je wel liggen. Vooral als een zij-instromer geen assessment heeft gedaan is het onduidelijk of hij geschikt is voor het vak: "De meesten hebben een heel romantisch beeld van lesgeven, ze denken 'dat doe ik even'. Hun enige referentiepunt is hun eigen schooltijd, die achteraf veel te rooskleurig wordt gemaakt. Dus we beginnen met de eerste vier of vijf weken meelopen. Dit jaar is er een leraar bouwtechniek tijdelijk uit de vut teruggehaald om een nieuweling in te werken."
Door de intensieve begeleiding zijn de mensen die afknapten volgens hem op één hand te tellen. "Voor de toekomst is een snuffelstage denk ik de beste manier om er achter te komen of het lesgeven je ligt."
Rust
Een uitstroom door vergrijzing van het personeel staat Ruijling niet te wachten, omdat jong en oud momenteel vertegenwoordigd zijn in het team. Bovendien denkt hij met zijn zij-instromers behoorlijk voorbereid te zijn op de toekomst waarin hij een groot tekort voorziet. "In ieder geval voor bepaalde vakken, je hoeft alleen maar naar de cijfers te kijken. En we hebben te maken met een verschuivend probleem: veel mensen komen vanuit de randstad onze richting op. Het is een marktverhaal, ik denk daarom dat ze daar ook wel wat extra middelen mogen hebben om het lesgeven aantrekkelijker te maken."
Door functiedifferentiatie is het mogelijk docenten te ontlasten van een aantal taken. Het maken van lesroosters bijvoorbeeld deed altijd een docent, een moeilijke technische klus die het Edison nu laat doen door een oud-medewerker van de post, een TPG'er. Er is een studiehuisbegeleider die zorgt voor de rust en de continuïteit bij de leerlingen, waardoor docenten ruimte hebben voor inhoudelijke ondersteuning. De kern van functiedifferentiatie zal in de toekomst volgens Ruijling liggen bij competenties en in het verlengde daarvan ligt de beloningsdifferentiatie. Maar dat is de toekomst, vooralsnog denkt hij dat de sector eens wat zelfbewuster naar buiten moet treden en veel meer moet uitstralen dat het 'goed gaat in plaats van altijd maar in eigen ruif te spugen'.