• blad nr 10
  • 17-5-2003
  • auteur J. van Aken 
  • de Vereniging

 

De Vereniging: onderwijsondersteunend personeel

De AOb vertegenwoordigt zo’n 73.000 werknemers in het onderwijs. Leden met ieder een eigen achtergrond en een eigen belang. Daarom zijn er binnen de vereniging afdelingen, groepen en sectoren. Wie zitten daarin en wat doen zij voor de leden? Dit keer de groep Onderwijsondersteunend personeel.

Het onderwijsondersteunend personeel voelt zich vaak ondergewaardeerd, zowel op school als binnen de bond. Komend actiejaar moet daar onder het motto ‘uw plicht is mijn recht’ verandering in brengen.

Geen groep binnen de bond is zo divers als die van het onderwijsondersteunend personeel (oop). De 3500 leden zijn verdeeld over liefst vijftig tot zestig functies van conciërges en klasse-/onderwijsassistenten tot logopedisten en fysiotherapeuten uit het speciaal onderwijs. De groep heeft een zetel met stemrecht in de sectorraad. Daarnaast organiseren ze themadagen, bijvoorbeeld om klassenassistenten de wetgeving uit te leggen.
De oop’ers voelen zich vaak ondergewaardeerd op school en in de bond. Komend actiejaar gaat daar onder het motto ‘uw plicht is mijn recht’ verandering in brengen, als het aan voorzitter Hans Wouda ligt. “We willen dat het onderwijsondersteunend personeel er niet langer een beetje aanhangt. Lang hielden we onze grieven binnenboord uit angst dat het ten koste zou gaan van de leerlingen, nu willen we ons recht.” Als voorbeeld noemt hij administratief medewerkers, veelal gevraagd op hbo-niveau maar vaak worden ze daar niet naar betaald. “Een klassenassistent een klas laten opvangen kan, maar dan wel met bijbehorend salaris.”
De groep wil af van de scheiding tussen onderwijsondersteunend en onderwijzend personeel. “Onderwijzend personeel en ondersteunende medewerkers vullen elkaar uitstekend aan, samen zorgen we voor goed onderwijs.” Daarnaast is de juiste inzet van mensen binnen de school het streven. “De ene directeur maakt bijvoorbeeld wel gebruik van de technische kennis van een conciërge, terwijl de volgende zijn werk beperkt tot de leerlingenadministratie.”

Vuist maken
Ondanks dat het slecht gesteld is met de economie denkt Wouda dat de tijd rijp is voor actie. “We komen er nu mee omdat we denken dat de omstandigheden binnen de bond en de politiek rijp zijn om een vuist te maken.” Hij wil af van de scheiding tussen gelden voor onderwijspersoneel en ondersteunend personeel. “Er is meer geld nodig, maar het moet ook anders verdeeld worden.” Hij verwacht steun van de bonden en bestuursorganisaties richting politiek.
Om de noden van oop’ers in kaart te brengen, houdt de groep deze maand een enquête. Er zullen vragen over de vaak als hoog ervaren werkdruk inzitten. En over bijvoorbeeld de Arbo-wet die vaak niet behoorlijk uitgevoerd wordt. “Het werktijdenbesluit vraagt bijvoorbeeld om een urenregistratie, dat gebeurt vaak op voorgedrukte formulieren.”
Leden kunnen zelf ook meer doen om hun recht te halen, vindt Wouda. De MR kan het schoolbestuur aansprakelijk stellen voor regels die niet uitgevoerd worden. “Vaak durven mensen problemen niet aan te kaarten bij hun MR.”
Uiteindelijk moet de actie een handleiding over rechtspositie opleveren in de vorm van een boekje met honderd vragen over oop. Onderwerpen als reiskostenvergoeding, de acte van benoeming, functionerings- en beoordelingsgesprekken, zullen erin terugkomen.
Met de resultaten uit de enquête gaat de groep oop naar de scholen. “De bedoeling is dat zij veranderingen aanbrengen in hun personeelsbeleidsplan.” Scholen kunnen volgens Wouda heel veel zelf doen, maar dat gebeurt niet. “Vaak is dat geen onwil, maar onbekendheid met de regels en mogelijkheden.”

Meer informatie bij Hans Wouda, voorzitter groep Onderwijsondersteunend personeel, telefoon 0517 418483 e-mail j.l.wouda@planet.nl

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.