• blad nr 10
  • 17-5-2003
  • auteur . Overige 
  • Redactioneel

‘Normaal gesproken draaien we elk jaar quitte’ 

Kinderen runnen eigen winkel

Kinderen van tien kunnen al echte ondernemers zijn. Op verschillende scholen runnen kinderen van groep 7 en 8 een eigen zaakje. Ze doen de boekhouding, regelen een verzekering en zorgen dat ze minimaal quitte spelen. Julianaschool in Schagen en de Octant in Assendelft zijn voorbeelden van ondernemende scholen.

Wereldwinkel 3 & 8
Op de openbare Julianaschool in Schagen zit in de voormalige koffiekamer een klein wereldwinkeltje. Tom en Duncan (beiden tien jaar) uit groep 8 staan achter de kassa. “Vandaag hebben we nog niet zo veel verkocht. Een paar chocoladerepen. Verder niets”, zegt Tom. “Maar dat geeft niet, hoor. Het is wel hartstikke leuk.”
De winkel met de naam: 3 & 8 (3 van Derde Wereld en 8 van groep 8) heeft behalve wierook, sieraden, tolletjes en andere sierdingen, ook etenswaren zoals chocola, rijst, wijn en thee, allemaal afkomstig van Fair Trade, een organisatie die eerlijke handel met de Derde Wereld nastreeft. “Wij verkopen geen rommel, wat wij verkopen is van het goede doel”, zegt Duncan trots. “Vooral ouders en kinderen kopen de spullen. En met kerst stellen we kerstpakketten samen voor bedrijven.”
Juf Bianca Oterdoom is enthousiast over de winkel. “Ze doen alles zelf. Ze gaan naar de groothandel, doen de boekhouding, zorgen voor een verzekering, maken reclame via de krant en radio, regelen kramen zodat ze met Koninginnedag ook buiten kunnen verkopen, enzovoort.”
“Natuurlijk begeleid ik ze wel. Ik ga bijvoorbeeld mee naar de groothandel, maar dan laat ik de kinderen de route uitstippelen op de kaart, zodat ze mij moeten vertellen hoe ik moet rijden. Zo leren ze van alles wat. Vooral in het begin van het schooljaar moet ik veel investeren, maar nu zie ik dat het allemaal vanzelf gaat lopen. In het begin durfden sommige kinderen niet achter de kassa te staan. Nu ze over die angst heen zijn en zien dat het allemaal lukt, vinden ze het heel erg leuk.”
De 34 kinderen van groep 8 zijn allemaal onderverdeeld in groepjes: inkoop, verkoop, public relations, financiën, evenementen of decoratie. Er is in de klas een directeur aangesteld en vier secretaresses. De groepjes regelen hun zaken tussen de lessen door. Allemaal staan ze ingeroosterd om per tweetal in de winkel te staan.
“Ze nemen de winkel allemaal heel serieus. En dat moet ook, want het is een echte winkel”, zegt Bianca Oterdoom. Soms hebben ze het een paar weken heel rustig en soms werken ze een week heel hard. Kinderen die verkoopdienst hebben, moeten ’s morgens eerder op school komen en ’s middags wat langer blijven. De winkel is drie keer per dag een half uurtje open: ’s morgens, tussen de middag en als de school uit gaat.
“Behalve concrete dingen als de kasopmaken, het juiste wisselgeld teruggeven, een zakelijke brief schrijven, een telefoontje plegen of een e-mailtje sturen, leren ze ook samen te werken, worden ze zelfverzekerder, durven ze meer en krijgen ze verantwoordelijkheid. Ze moeten zich kunnen inleven en vooruit kunnen denken. Is het handig om hele dure dingen in de winkel te zetten of spullen die snel bederven? Met alles moeten ze rekening houden.”

Chocola
Het gaat niet altijd even goed. Oterdoom: “Vorig jaar waren er kinderen die de chocola uit de winkel zelf gingen opeten. Dat is dus niet zo handig. We hebben het daar dan over in de klas en ze komen dan uiteindelijk zelf tot de conclusie dat de winkel verlies kan lijden. Normaal gesproken draaien we elk jaar quitte.”
De winkel is zes jaar geleden met behulp van de leerkracht en een timmerman door de kinderen ingericht. Sommige kinderen hielpen met de bouwtekeningen en anderen voerden de plannen uit door planken te zagen en deze op te hangen. Het idee voor een winkel kwam van de toenmalige leerkracht van groep 8. En omdat een wereldwinkel toentertijd subsidie kon krijgen van het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking, was de keuze snel gemaakt. “De wereldwinkel is ook goed voor de wereldoriëntatielessen. Ik kan ze aan de hand van de winkel vertellen over de Derde Wereld en wat Fair Trade precies inhoudt”, vertelt Oterdoom.
Aan het einde van het schooljaar werken de kinderen van groep 8 de kinderen van groep 7, hun opvolgers, in. Kinderen die de financiën van de winkel willen overnemen, krijgen van groep 8 eerst een eigengemaakte test. Als ze slagen, mogen ze de boekhouding doen, zo niet, dan moet diegene een ander groepje zoeken. Volgens Oterdoom wordt elk kind ingedeeld naar zijn voorkeur. “Als ze niet zo goed zijn in rekenen, hoeven ze ook echt niet in het financiënclubje. Ze moeten het wel leuk blijven vinden.”
“Soms sta ik te kijken hoeveel ze zelf kunnen”, vervolgt ze. “Dat ze zoveel verantwoordelijkheid op zich nemen, verwacht ik vaak helemaal niet. Ik ben apetrots op ze.”


Kinderboekwinkel de Boekenwurm
Babette (10) en Priscilla (10) van groep 7 en 8 van Octant, de interconfessionele basisschool in Assendelft, hebben vandaag dienst in kinderboekwinkel de Boekenwurm.
De winkel in de hal van de school is meer een soort uitgeklapte boekenkast in de vorm van een boek. Op de planken van de kast zijn tientallen kinderboeken gerangschikt en de kassa waarachter de meisjes staan, bevindt zich op een tafeltje dat uit de kast komt. Elke dinsdag tussen 15.00 en 15.30 uur staan er twee kinderen in de Boekenwurm om boeken te verkopen aan ouders en kinderen.
“We verkopen ook zelfgemaakte boeken in onze winkel. En deze blocnootjes hebben kinderen uit een lagere klas gemaakt”, zegt Babette terwijl ze een boekje laat zien van gemarmerd papier. Ook de kaarten en boekenleggers die te koop zijn in de winkel, zijn gemaakt door kinderen uit verschillende groepen van de basisschool.
Werk aan de winkel. Een moeder wil een kleurig kinderboek kopen. Babette pakt het boekje aan, noemt het bedrag en vraagt of het ingepakt moet worden. Als ze een briefje van vijftig krijgt, kijkt ze even benauwd. Dan pakt ze wat briefjes uit de kassa en telt ze zonder haperen het wisselgeld terug.
Priscilla kijkt ondertussen een beetje verveeld om haar heen. Haar vriendinnetjes spelen nu allemaal buiten. “Soms is het wel leuk, maar nu heb ik er niet zo’n zin”, zegt ze.

Woordenschat
Op dit moment is groep 7 en 8 bezig een ‘Boek van de wijk’ te maken. Het is de bedoeling dat de kinderen foto’s en verhalen schrijven over de nieuwbouwwijk van hun school. Het boek wordt uitgegeven en groep 7 en 8 zal het ook in de Boekenwurm verkopen. De school koopt de kinderboeken met tien procent korting bij een boekwinkel in de buurt. De Boekenwurm maakt dus ook nog winst als zij iets verkoopt.
Margreet Molenaar, de leerkracht van groep 7 en 8, legt uit waarom de school een winkel heeft. “Behalve rekenen, reclame maken, samenwerken en zelfstandigheid, leren de kinderen ook na te denken over woorden. Door de posters en folders die ze maken om de winkel te promoten, leren ze korte en bondige teksten te verzinnen. Ook de tekst voor advertenties in de krant maken ze zelf. Zo leren ze in de praktijk met woorden te spelen en krijgen ze een grotere woordenschat. De school vindt het belangrijk dat de kinderen veel met taal bezig zijn. We willen ons als literaire school onderscheiden. We hebben daarom niet voor niets een boekwinkel.”
De leerlingen van Octant zijn net als bij de Julianaschool ingedeeld in groepjes (verkoop, decoratie, en dergelijke). De inkoopgroep gaat voor zij weer boeken wil bestellen alle klassen langs om te kijken welke boeken populair zijn onder de kinderen. Ook passen ze het boekaanbod van de winkel aan thema’s aan die de school heeft. Zo zijn de thema’s heksen, circus en piraten al eens geweest. De ‘verkoopkinderen’ maken roosters wie er wanneer in de winkel moet staan. Ieder kind heeft zijn eigen taak.
“Ik doe toch stiekem heel veel zelf”, bekent Molenaar. “Ik moet alles controleren en veel zelf oplossen. We hebben bijvoorbeeld nu per ongeluk twee volwassenenboeken in de winkel staan, omdat de inkoopgroep niet goed had opgelet en ik het lijstje niet had gecontroleerd.”
Het kan nog allemaal wat beter, meent Molenaar. “We zijn pas sinds oktober 2001 bezig. We zijn in de tussentijd verhuisd en hebben veel projecten gehad. Om deze redenen raakt de winkel soms op de achtergrond. We moeten er nog een beetje ingroeien. Toch raad ik andere scholen een winkel zeker aan. Het is leuk en heel leerzaam.”


De school als winkel
Er zijn meer scholen bezig (geweest) met een winkel. Christelijke basisschool de Loopplank in Zaandam heeft een kaarsenmakerij gehad en rk-basisschool de Kring in Alkmaar begint deze zomer weer met een Agrowinkel. Kinderen van de school hebben een seizoen lang in een volkstuin groenten en fruit geteeld die zij verkochten aan ouders. Omdat de tuin nu leeg is, is de winkel gesloten.
Ontwerpbureau de Educatieve stad begeleidt basisscholen en leidt leerkrachten op als zij een winkel willen opzetten. Voor meer informatie over het project: Ondernemend Leren van ontwerpbureau de Educatieve stad: tel.nr: 075–6226722 of website: www.educatievestad.nl/ol
De commissie Ondernemerschap en Onderwijs (van ministerie van Economische Zaken en ministerie van Onderwijs) juicht dit project toe, omdat Nederland volgens de commissie meer ondernemers moet krijgen en het ondernemerschap dus niet vroeg genoeg gestimuleerd kan worden.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.