• blad nr 10
  • 17-5-2003
  • auteur T. van Haperen 
  • Column

 

Belofte maakt schuld

D66 gaat regeren. De partij is bekend pleitbezorger van de directe democratie. Nieuw is haar aandacht voor onderwijs, het speerpunt bij de verkiezingen van 2003. De progressief liberalen als ridders van de kenniseconomie. In hun programma reserveren zij ruim twee miljard euro. Het eindrapport van de informateurs noemt geen geldbedrag. Philip Freriks sprak in het journaal over een maximum van zevenhonderd miljoen euro, voor onderzoek. Veel geld... toch? Een verhoging van twee à drie procent van het huidige budget. Mooi niet, die zevenhonderd miljoen bestrijkt de gehele kabinetsperiode. In vier jaar tijd stijgt het bbp, ook bij een recessie, met meer dan drie procent. Conclusie: de komende kabinetsperiode dalen de onderwijsuitgaven als percentage van het bruto binnenlands product. Is dat erg? Ja! De Oeso, Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling, toont aan dat de Nederlandse overheid gemiddeld per jaar een half procent van het bbp minder uitgeeft aan onderwijs dan vergelijkbare landen. Het bbp was in 2002 429 miljard euro. Een half procent is naar beneden afgerond twee miljard. Twee miljard in de min wordt in het gunstigste geval gecompenseerd door zevenhonderd miljoen in vier jaar ofwel 175 miljoen per jaar. De komende kabinetsperiode geeft de overheid per jaar 1,825 miljard euro te weinig uit. In vier jaar tijd liggen we weer 7,3 miljard euro verder achterop. Dat gaat al zo sinds Deetman. Nog even en Nederland is debiel. Politici roepen dan: ‘We kunnen niet anders, de macro-economische situatie’. Onzin! In een hoogconjunctuur kunnen de budgetten wat omhoog, maar het bbp groeit harder, onderwijsuitgaven als percentage daarvan dalen. Bij een laagconjunctuur wordt de bodem van de staatskas zichtbaar en weer stijgt het bbp sneller dan de overheidsuitgaven. De economische context doet er niet toe. De politiek kiest structureel in het nadeel van onderwijs. D66 propageert de kenniseconomie, zonder ontspanning van deze budgettaire wurggreep is dat gratuit.
Geld is niet zaligmakend? Klopt. Oud-minister Hermans gaf miljarden uit. Resultaat? Een managementexplosie met lerarentekort. Maar bij D’66 betekent kenniseconomie meer geld voor hoger onderwijs. Dat is evenmin slim. Er ligt inderdaad een probleem. Grote Nederlandse bedrijven verplaatsen hun research & development naar het buitenland. Logisch. Ze opereren op een wereldmarkt en geen student heeft zin in bètastudies. Nederland kan qua innovatiekracht al lang niet meer concurreren. Maar meer geld voor hoger onderwijs betekent dat Aziatische studenten – en niet eens de beste - hier gesubsidieerd komen promoveren. Wat heeft de Nederlandse belastingbetaler daaraan? Universiteiten en hogescholen functioneren op een Europese markt. Hoger onderwijs wordt daardoor een particuliere investering, de overheidsinvloed daalt. In de Engelstalige wereld weet iedereen dat, hier moeten we kennelijk nog even wennen.
De verantwoordelijkheid van de Nederlandse politiek ligt bij de toevoer. Daar hebben overzichtelijke basisscholen met kleine klassen perspectief. Maar het voortgezet onderwijs is Tsjernobyl... the day before the meltdown. De ridders van de kenniseconomie lijken van niks te weten, gaan toch regeren... belofte maakt schuld.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.