- blad nr 10
- 17-5-2003
- auteur T. Snel
- Redactioneel
Individualisering nadelig voor kansarmen
De verwachtingen die de leraar van een leerling heeft, zijn bepalender voor de prestaties dan de kleur van de school. Dat is de conclusie van het onderzoek De ongelijke basisschool van Paul Jungbluth, verbonden aan het Instituut voor toegepaste sociale wetenschappen in Nijmegen.
Leerkrachten bieden hun stof selectief aan, afhankelijk van hun indruk van de sociaal-etnische achtergrond van de leerlingen. Dit pakt nadelig uit voor de kansarmen, kansrijke leerlingen hebben er baat bij. Niet te compenseren kwaliteitsverschillen zijn het gevolg, zeker als er veel kansarme kinderen op een school zitten. “En daar gaat het wringen”, zegt Jungbluth, “want het aantal kansarmen neemt toe.”
Op zich is het gegeven niet nieuw dat de houding van de leerkracht bepalend is voor de prestaties van de leerling. In 1982 promoveerde Jungbluth op een onderzoek naar onderwijs aan meisjes. De leerkracht houdt de sekse-ongelijkheid in stand, concludeerde hij daarin. Een leerkracht zou meer eisen moeten stellen aan meisjes. ‘Met grotere nadruk zou gewerkt moeten worden aan de bestrijding van sekserolbevestigende praktijken’, aldus het onderzoek. Het onderzoek Docenten over onderwijs aan meisjes had als ondertitel ‘Positieve discriminatie met een dubbele bodem’. Jungbluth: “Mijn nieuwe onderzoek kun je eigenlijk dezelfde ondertitel geven. In beide onderzoeken gaat het erom te begrijpen hoe betrokkenen met elkaar omgaan.” Hij benadrukt dat het niet zozeer aan de docent zelf ligt. Het komt vooral doordat de houding van de docent in het Nederlandse onderwijssysteem zoveel invloed kon krijgen. “De docent wordt geacht zich aan te passen aan de leerling. Er wordt niet gezegd waar hij moet stoppen met die aanpassing.”
Het onderzoek toont volgens hem aan dat de diagnose in de jaren zeventig over wat er met het onderwijs mis was niet klopte. “Toen was het onderwijs teveel gericht op de middenklasse. Het moest zich meer gaan richten op de individuele kenmerken van leerlingen. Waarmee echter geen rekening werd gehouden, was dat er in die tijd informeel al differentiatie bestond.” Schoolteams zouden volgens hem afspraken moeten maken over eindresultaten.
In totaal hebben 44 basisscholen meegewerkt aan het onderzoek, voor de helft scholen met zeer kansrijke leerlingen en de andere helft scholen met zeer kansarme, voornamelijk allochtone leerlingen.