blad nr 10
17-5-2003
auteur D. van 't Erve
Redactioneel

Minder leerlingen naar praktijkschool

Het aantal aanmeldingen bij de regionale verwijzingscommissies van leerlingen voor de praktijkschool en het leerwegondersteunend onderwijs (het laagste opleidingsniveau van het vmbo) is met zo’n zesduizend gedaald. Dit blijkt uit de Zorgmonitor 2002, een onderzoek van het SCO-Kohnstamminstituut.

Sinds augustus vorig jaar is er een nieuwe regeling van kracht, waardoor scholen het advies van de zestien regionale verwijzingscommissies (rvc’s) niet meer naast zich neer mogen leggen. Dat het aantal aanmeldingen van leerlingen bij de commissies is teruggelopen, schrijven de onderzoekers onder andere toe aan de terughoudendheid van de scholen door de nieuwe situatie. Scholen lijken alleen aan te melden als ze vrijwel zeker weten dat een leerling aan de toelatingscriteria voldoet. Ook kan het zijn dat het aantal aanmeldingen in 2001 (43.000) een piek vertoonde, vorig jaar lag met met 37.000 weer op het niveau van 2000. Opvallend is dat de verhouding in aanvragen voor praktijkonderwijs van vijftien naar 22 procent is gestegen. De rvc’s keuren de aanmeldingen iets vaker goed: 94 procent krijgt een positief besluit tegenover 87 procent in 2001.
Voor het eerst zijn ook de ervaringen van scholen voor voortgezet onderwijs in het onderzoek meegenomen. De voorlichting over de procedure, indicatiecriteria en tests moet eerder gebeuren, vinden de scholen. De meeste scholen menen dat de commissie zich strikter aan de criteria houdt en zich ook formeler opstelt. De term ‘testterreur’ valt volgens de onderzoekers regelmatig. Soms hebben scholen er moeite mee dat de testuitslag een doorslaggevende rol speelt, het totaalplaatje van de leerling zou centraal moeten staan.
Een ander punt van kritiek is dat het goed signaleren van zorgleerlingen vaak nog een probleem vormt voor het basisonderwijs. Daardoor komen ouders soms voor verrassingen te staan. ‘De samenwerking wordt steeds beter, maar alle voorlichting ten spijt heeft elke vo-school wel te maken met een of meer basisscholen die niet meewerken’, aldus het rapport. Het werk voor de indicatiestelling ervaren de vo-scholen als ‘administratieve rompslomp’, terwijl ze aan de andere kant de procedure wel als winst zien door verbetering van de kwaliteit. Minister Van der Hoeven heeft het onderzoek met aanbevelingen tot verbetering naar de Tweede Kamer gestuurd.