- blad nr 9
- 3-5-2003
- auteur . Overige
- Opinie
Flauwekul werkt niet
De Vereniging voor management in het voortgezet onderwijs (VVO) ziet als oplossing voor het lerarentekort een andere organisatie van het onderwijs, waarbij minder personeel nodig is en ook andere groepen uit de arbeidsmarkt in deze sector kunnen werken, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit. Om de aantrekkelijkheid van het beroep te verhogen, denkt de VVO aan taakverandering van de leraar. Hij moet zich meer specialiseren en vervolgens samenwerken in multidisciplinaire teams of expertisegroepen. De trits leraar-leerling-leerstof kan worden doorbroken, want:
- het primair proces van een school moet bestaan uit het organiseren van leerprocessen en niet uit het geven van lessen;
- er moet niet gedacht worden in termen van lerarentekort maar van personeelstekort;
- het gaat niet primair om bevoegde leraren, maar om competente personeelsleden en competent management (cursivering van de VVO-auteurs).
De VVO-analyse van het tekort deel ik geenszins. De VVO gaat er domweg van uit dat het onderwijs onaantrekkelijk is en door functie- en taakdifferentiatie aantrekkelijker wordt. Ik vind exact het tegenovergestelde. Redenen voor het tekort en de onaantrekkelijkheid liggen veeleer in:
- het almaar dalende bedrag dat ons land overheeft voor onderwijs;
- het salaris dat (vooral na de Hos-nota) niet marktconform is;
- de eindeloze ministeriële veranderingen, die het binnenschoolse klimaat en niveau verder verslechteren;
- de onnodige vergadercultuur en de daarmee samenhangende papierwinkel.
Rol van de leraar
Multidisciplinaire teams of expertisegroepen zijn wenselijk? Ik ril ervan! Welke docent met onderwijsbloed in de aderen zal verlangen naar dergelijke absurde constructies van overleg, voorzien van een voos label om er nog enige schijn van inhoud aan te geven? De VVO analyseert niet waarom mensen kiezen voor het onderwijs. Jammer. Docenten die hun taak met plezier, motivatie en overtuiging uitvoeren, vinden naar mijn stellige overtuiging hun bevrediging in het rechtstreekse contact met de leerling, de grote autonomie binnen het klaslokaal en de verantwoordelijkheid voor het aanbrengen, toetsen en genieten van de vakkennis bij hun leerlingen. Wij verlangen niet naar nieuwe rollen. Wij verlangen naar een schoolleiding die zorg draagt voor goede randvoorwaarden, opdat we ons werk op de juiste manier en gemotiveerd kunnen uitoefenen. Zij die in het leswerk geen bevrediging vinden, komen immers snel in de directie of zoeken buitenschools passend werk. Dat de VVO juist die centrale punten – contact, autonomie en verantwoordelijkheid – weg wil halen in haar absurde voorstellen, dat is te gek voor woorden.
Leerprocessen
Leerlingen moeten gemotiveerd en gecontroleerd worden en hebben de docent nodig om hen op een hoger peil te brengen. Daar is niets mis mee, want dat hoort bij de leeftijdsfase en de gerichtheid op andere dan schoolse zaken. De VVO stelt dat het moet gaan om 'het organiseren van leerprocessen' in plaats van om het geven van lessen. Gemakshalve vergeet men dat dit een valse tegenstelling is. Docenten hebben als taak een vak te onderwijzen, manieren aan te geven waarop de leerling de inhoud van dat vak kan leren en contexten te scheppen waarbinnen dat alles op de meest adequate wijze kan worden gedaan. Lesgeven is dus een vorm van organisatie van leerprocessen.
De VVO bedoelt echter dat er een context moet worden geschapen waarin leerlingen zelfstandig kunnen werken, aangestuurd door teams van docenten/specialisten. Hebben we niet al afdoende gezien bij het studiehuis dat dit soort flauwekul niet werkt?
Positieve toon
De prioriteit bij de oplossingen ligt in het veranderen van de organisatie. Aansturen in plaats van aanleren. Geen wonder dat de voorlopige plannen voor de nieuwe basisvorming ook die kant uit schijnen te wijzen: het organiseert zo lekker!
Voor mij beantwoordt goed en aantrekkelijk onderwijs aan de volgende tien geboden:
1. Geef evenveel geld uit aan onderwijs als de bovenste drie landen in de Oeso-lijst.
2. Betaal de docent marktconform.
3. Verbeter de opleidingen.
4. Schrap overbodig vergaderen en nodeloos papierwerk.
5. Behoud de autonomie van de docent.
6. Keer terug naar kleine zelfstandige scholen met een kleine schoolleiding.
7. Laat schoolleiders een deel van hun tijd lesgeven om gevoel met het veld te houden.
8. Gooi alle tijdelijke procesmanagers eruit en gebruik de binnenschools aanwezige kennis.
9. Stop het zinloze nascholen.
10. Zet een positieve toon in de pers.