• blad nr 9
  • 3-5-2003
  • auteur R. Voorwinden 
  • Redactioneel

 

Een goede roddel schept een band

Roddelen is menselijk maar kan heel vervelende gevolgen hebben, zo wordt duidelijk uit een enquête onder het AOb-ledenpanel. En geroddel komt relatief vaak voor in het onderwijs. "Dat komt door de structuur van het werk en dus niet omdat er op scholen alleen maar roddelkonten rondlopen.”

‘Tijdens mijn lio-periode ben ik door mijn mentor besproken in de koffiekamer. Dit gebeurde meerdere malen. Ik heb dit via een andere collega moeten horen. Dat was erg pijnlijk.’
‘Ik had het sterke vermoeden dat er over mij geroddeld werd. Ik had daar een ontzettende hekel aan. Ik was toch al van plan een andere school te zoeken, dit vermoeden sterkte mij in mijn zoekgedrag.’
‘Mijn vrouw werd via het roddelcircuit verwittigd van een relatie tussen een vrouwelijke collega en mij, zonder dat daar enige aanleiding toe bestond - zuiver om te pesten.’
‘Er was een tweedeling in het team, en er was duidelijk naar ouders en bestuur toe sprake van roddeltactiek.’
Enkele van de opmerkingen die vorige maand in het AOb-ledenpanel gemaakt werden over roddelen op de werkvloer. Want roddelen blijkt een wijdverbreid tijdverdrijf te zijn in het onderwijs. Op de vraag 'Welke vormen van agressie of geweld heeft u ondervonden van de kant van collega's?' scoorde 'pesten' 3,5 procent, 'schelden' 3 procent en 'roddelen' 22 procent.
Een behoorlijk gedeelte van het ledenpanel vond het overigens wel vreemd dat 'roddel' in één adem werd genoemd met pesten. ‘Het roddelen is een aangename bezigheid hier op school, gepraat wordt er op iedere werkplek en roddelen hoort daarbij’, was de heersende mening. Want het geklets zou ook een sociale functie hebben. Een goede roddel kweekt immers een band, omdat de verteller de toehoorder in vertrouwen neemt. Verder bevestigt roddel de heersende bedrijfscultuur: als we roddelen dat iemand altijd te laat komt, stellen we daarmee impliciet vast dat te laat komen ongewenst gedrag is.

Concurreren
"Roddelen is redelijk menselijk, we doen er allemaal aan mee", bevestigt Willeke Bezemer, een van de directeuren van het bureau Bezemer & Kuiper dat zich bezighoudt met advisering rond ongewenste omgangsvormen. "Met roddelen dient ieder een eigen doel: je doet het om maatjes te worden met een ander, om de aandacht van jezelf af te leiden of om draagvlak voor beslissingen te creëren."
Maar dat wil zeker niet zeggen dat roddelen onschuldig en positief is, zo blijkt uit onderzoek van onder andere de Duitse arbeidspsycholoog Dieter Zapf. Hij ondervroeg vijftig mensen die uit hun werk waren weggepest, en 49 van die vijftig verklaarden dat roddelen daarbij een belangrijke rol had gespeeld.
Ook Rafael Wittek, socioloog aan de Rijksuniversiteit Groningen, deed onderzoek naar roddelen en vond weinig om verheugd over te zijn. "Volgens de literatuur is roddelen een goede zaak, omdat het solidariteit creëert en een manier is om informatie uit te wisselen. Maar volgens ons onderzoek kan het vrij negatief uitpakken. Het blijkt bijvoorbeeld dat roddel een duidelijk negatief effect heeft op de bereidheid tot samenwerking binnen een organisatie."
De bevindingen van Wittek zijn dat roddel sterk afhankelijk is van de situatie op het werk. Hoe meer kliekjes er in een organisatie zijn, hoe meer er geroddeld wordt. Roddelen komt volgens Wittek dan ook het meest voor in competitieve situaties, waarbij rivalen of rivaliserende teams met elkaar concurreren. Die beschrijving lijkt niet echt van toepassing te zijn op het onderwijs. Wittek kan zich dan ook niet voorstellen dat er op scholen veel meer of minder wordt geroddeld dan elders.
De Duitse psycholoog Zapf denkt daar anders over. Volgens hem komt pesten - waaronder dus ook roddel valt - juist vaak voor in egalitaire situaties als het onderwijs. Leraren pesten elkaar volgens Zapf zelfs drie keer zo vaak als werknemers in andere sectoren, omdat zij weinig andere mogelijkheden hebben om zich tegen elkaar af te zetten. Bovendien heeft het onderwijs een ‘platte’ structuur. Wie wat gedaan wil krijgen heeft medestanders nodig, en dat is een dankbare voedingsbodem voor politieke spelletjes en geroddel.

Eigen regels
Ook volgens Bezemer wordt er relatief veel geroddeld in het onderwijs. "Maar dat komt niet doordat er op scholen alleen maar roddelkonten worden aangenomen. Het komt door de aard van het werk en van de organisatie. In het onderwijs is het nu eenmaal lastig om over elkaars aanpak en prestaties te praten."
Neem, als voorbeeld, een bouwvakker. "Die zet een muurtje neer en als dat er slecht uitziet, kun je daar makkelijk met elkaar over praten. Een collega oppert dat er wat natter cement gebruikt had moeten worden, de ander is het daar wel of niet mee eens, maar de communicatie is duidelijk."
En neem dan het onderwijs. "Leraren werken erg solitair, waardoor er een niet-interventiecultuur ontstaat. Je zit niet bij elkaar in de klas dus je kunt ook niet rechtstreeks iets zeggen over hoe je collega het in die klas doet. Maar je hebt er toch je eigen ideeën over en je wilt met anderen bespreken hoe jij het zelf zou doen. In die context ontstaat geroddel."
Verder werken er in het onderwijs meer vrouwen en het is algemeen bekend dat vrouwen vaker roddelen dan mannen. Toch? Bezemer is het daar niet mee eens, maar socioloog Wittek vond er wel bewijs voor. "Maar vrouwen zijn überhaupt actiever op sociaal gebied. En ze spreken, aan de andere kant, een ander ook sneller aan op ongewenst gedrag."
Grote vraag blijft wat je tegen roddelen kunt doen. "Het klinkt obligaat, maar je moet een open cultuur bevorderen", zegt Bezemer. "Bijvoorbeeld door binnen een school aan intervisie te doen." En de directeur moet het goede voorbeeld geven. "Niet mee-lachen met de rest als er over iemand gepraat wordt. Ik hoorde laatst van een vrouw die op een middelbare school kwam lesgeven. Zij werd op die school geconfronteerd met leerlingen die met mobieltjes aan hun oor in de klas zaten. Ze was midden in het jaar begonnen, als invaller, en niemand had haar de schoolregels op dit gebied uitgelegd. Dus bedacht ze ter plekke haar eigen regels en die werkten goed. Alleen lachten de collega's achter haar rug om de oplossingen die zij had gevonden. En de directeur lachte gewoon mee. In zo'n sfeer is het raar werken."

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.