• blad nr 9
  • 3-5-2003
  • auteur T. van Haperen 
  • Column

 

Welterusten, mevrouw de minister

‘Ik ben ook invaller geweest’, staat boven een interview met de minister in NRC Handelsblad. Dat schept een band. Half jaren tachtig begon ik als invaller. Vijfentwintig jaar oud, zevenentwintig lessen, nog geen kinderen. Ik werkte me de kolere, van ’s morgens acht tot een uur of elf... in de avond. Voorbereiden, leuke verhaaltjes opzoeken, onderwijsleergesprekken uitschrijven, sommetjes maken, nakijken. Maniakaal was ik. Dankzij de lerarenopleiding, die ik het jaar daarvoor had gedaan. Daar was ik op mijn bek gegaan. Niet dat ik het in de gaten had, wat mij betreft liep het uitstekend. Niemand zei iets op mijn stageschool, geen bericht, goed bericht. Maar toen kwam de man van de opleiding. Hij brandde me volledig af, ik voldeed op geen stukken na aan zijn beeld van goed onderwijs. Dat beeld sleurde mij door mijn eerste jaar. Niet dat ik geen fouten maakte, maar ik wist tenminste dat het fouten waren.
De minister vindt dit onzinverhalen. In het genoemde interview stelt zij: 'Scholen die geen zij-instromers aannemen, moeten eens gaan erkennen dat leraar een beroep is als alle andere. Dat de traditionele lerarenopleiding de enige manier is om een goede leraar te worden, vind ik niet meer van deze tijd.' En daar gaan we weer: werkend leren, zij-instroom en dat alles zonder regels. Een onomkeerbaar proces en het is vreselijk. Want het grootste probleem in het voortgezet onderwijs is helemaal niet vernieuwing, bureaucratie of vervelende kinderen, maar slechte leraren. En zij-instromers zijn dat in beginsel allemaal. Ze hebben een geknakt arbeidsverleden, hypotheek, gezin, staan voor de klas en volgen een opleiding. Dit moet allemaal tegelijk, zonder besef van wat leerlingen wel of niet weten, kennis van het schoolvak en pedagogische vaardigheid. Ordeproblemen en onvoldoendes zijn het logisch gevolg. Eens in de zoveel tijd trekt zo’n type een standaardproefwerk uit de kast, kijkt dat lekker streng na, de norm moet wel bewaakt worden en pats, het regent tweeën en drieën. Leerlingen weten niet beter, laten het over zich heen komen en denken dat ze dom zijn. Betere begeleiding op school? Een grap is het! Wat heet... een misdaad! Kinderen leren niks, ontwikkelen zich niet naar hun mogelijkheden. Trekken hun conclusies. Vluchten in wat ze wel kunnen, de drie V’s: vechten, vrijen en vergiftigen. Die bestaan al duizenden jaren.
Het pathetische gezeur over kenniseconomie moet dan ook ophouden. Die tijd is voorbij. Kennis en voortgezet onderwijs hebben niks meer met elkaar te maken. In Nederland telt alleen de arbeidsmarkt. Als de vmbo'ertjes baldadig worden – en neem het ze eens kwalijk - verdwijnen ze in leerwerktrajecten. In India heet dat kinderarbeid. Hier mag alles. De minister is namelijk tegen regels.
De laatste twintig jaar is het beroep leraar moeilijker geworden. Zonder opleiding had ik het niet gered. Nu is het: ga maar voor de klas staan, dan word je het vanzelf. Zij-instromers zijn kennelijk bijdehanter dan ik... de elders verworven competenties. Dat zal het zijn. Mevrouw de minister... slaap zacht.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.