• blad nr 9
  • 3-5-2003
  • auteur D. van 't Erve 
  • Redactioneel

 

Onderwijsraad wil onderzoeksbeurs voor leraar

Om het onderzoek en de praktijk goed op elkaar aan te laten sluiten, moeten alle betrokken partijen beter samenwerken. Niet alleen zouden onderzoekers meer de school in moeten, ook moeten leraren de mogelijkheid krijgen zich meer met onderzoek bezig te houden. Dit blijkt uit de adviezen Kennis van onderwijs van de Onderwijsraad en Onderzoek in het onderwijs van de adviesraad voor het Wetenschaps- en technologiebeleid (AWT).

De Onderwijsraad pleit voor de vorming van ‘kennisgemeenschappen’ waarin alle partijen samenwerken, zoals onderzoekers, lerarenopleiders, schoolleiders en leraren. De raad onderzocht acht voorbeelden van (onderzoek naar) onderwijsvernieuwingen in de verschillende sectoren, zoals voor- en vroegschoolse educatie en studeerbaarheid in het hbo. Hieruit blijkt onder meer dat daar waar partijen intensief samenwerken projecten meer succes oogsten dan daar waar dat niet zo is. Volgens Henriëtte Maassen van den Brink, hoogleraar economie en lid van de Onderwijsraad moeten leraren en scholen er dus flink bij betrokken worden. “In de gezondheidszorg weet iedereen, van de top tot aan de werkvloer, wat belangrijk is en wat er op onderzoeksgebied gebeurt. De gevolgen zijn daar dan ook direct zichtbaar; er staan levens op het spel. In het onderwijs zijn de gevolgen niet zo duidelijk, maar misschien blijven er bijvoorbeeld bij de invoering van die nieuwe lesmethodes wel veel talenten onbenut.”
De Onderwijsraad verwacht echter niet dat iedere leraar geïnteresseerd is om mee te werken. “Maar al is maar één procent van alle leraren bereid zich bezig te houden met onderwijsonderzoek, dan zou dat al mooi zijn”, aldus Fons van Wieringen, voorzitter van de Onderwijsraad. Het instellen van een onderzoeksbeurs is een van de middelen om leraren te stimuleren onderzoek te verrichten. Verder is het ook de taak van de schoolleiding tijd en ruimte vrij te maken voor leraren. Volgens de cao moet tien procent van de werktijd beschikbaar zijn voor deskundigheidsbevordering. Daar wordt volgens Maassen van den Brink echter zelden gebruik van gemaakt. Een van de redenen daarvoor is dat docenten zich vanwege het lerarentekort bezwaard kunnen voelen om tijd aan scholing te besteden. “Maar scholing kan juist ook een middel zijn om het beroep leraar aantrekkelijker te maken en op die manier iets aan het tekort te doen”, zegt Maassen van den Brink. Zij kent voorbeelden van scholen die wel tijd en geld aan deskundigheidsbevordering besteden. “Zo volgen enkele docenten van het Koning Willem I-college in Den Bosch cursussen over onderwijsvernieuwingen aan de universiteit Leiden. Deze docenten worden weer ingezet om de andere docenten te trainen. Dat heeft absoluut een meerwaarde.”
Een ander type onderzoek, waarin de vraag vanuit de scholen centraal staat, is ook van belang om de kloof tussen onderzoek en praktijk te verkleinen. ‘Onderzoeksinitiatieven en –vragen komen vaak van buiten de school en zijn dan eerder een last voor leraren (vragenlijsten invullen en dergelijke) dan dat ze er baat bij hebben’, schrijft de Onderwijsraad. Leraren zijn sceptisch ‘omdat ze te vaak merken dat ze er weinig aan hebben’. Volgens het rapport van AWT zijn onderwijsinstellingen qua deskundigheid uitgekleed tot op het niveau waar slechts uitvoerend werk mogelijk is. ‘Het beroep van docent is volgens velen gedegradeerd tot uitvoerder van wat anderen bedacht hebben’. De lerarenopleidingen zijn volgens de adviesraad de zwakste schakel in de kennisketen. Het zou goed zijn als docenten en studenten van lerarenopleidingen stages lopen bij universitaire onderzoeksgroepen. Ook zou het goed zijn als docenten aan de lerarenopleidingen zelf eens les gaan geven in het primair of voortgezet onderwijs.
De adviezen zijn aangeboden aan de minister van Onderwijs, die volgens de Onderwijsraad met een ‘masterplan’ moet komen waarin de voorstellen verder uitgewerkt zijn.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.