• blad nr 8
  • 19-4-2003
  • auteur J. van Aken 
  • de Vereniging

 

Sector voortgezet onderwijs

De AOb vertegenwoordigt ruim 73.000 werknemers in het onderwijs. Leden met ieder een eigen achtergrond en een eigen belang. Daarom zijn er binnen de vereniging afdelingen, groepen en sectoren. Wie zitten daarin en wat doen zij voor de leden? Dit keer de sector voortgezet onderwijs.

De veranderingen in de basisvorming en de tweede fase zorgen bij de sector voortgezet onderwijs voor een hoop werk. Sinds enige tijd neemt de sector daarin ook zelf initiatieven. "We zijn niet langer de applausmachine van het hoofdbestuur", zegt voorzitter Ed Kuiper.

Het sectorbestuur voortgezet onderwijs bemoeit zich zowel met rechtspositie als onderwijsinhoudelijke zaken. Voorbeeld van het laatste zijn de aanpassingen van de basisvorming en de tweede fase. Vertegenwoordigers uit de sector overleggen over de plannen met het ministerie. Dat de sectorraad niet langer braaf aan de leiband loopt, mag blijken uit de afwijzing van de ministeriële voorstellen voor de tweede fase. "Na ledenraadplegingen hebben we suggesties gedaan hoe het plan te verbeteren. De leden zijn namelijk best veranderingsgezind, in tegenstelling tot wat je vaak hoort", verklaart voorzitter Ed Kuiper.
Tijdens ledenraadplegingen is ook gesproken over de structuur van het vmbo. Wat is de beste plaats voor de theoretische leerweg, bij havo of vmbo?, noemt Kuiper als punt van discussie. Op rondetafelconferenties over het vmbo is vooral gesproken over de uitval van leerlingen.
De raad is nu meer dan in het verleden een besluitvormend orgaan en luistert beter naar wat er leeft onder de leden, zegt de voorzitter. "We zijn niet langer de applausmachine van het hoofdbestuur. We willen zelf ook met ideeën komen."

Meer vmbo'ers
Ieder AOb-lid uit het voortgezet onderwijs kan zich aanmelden voor een van de vijftig plekken in de sectorraad, of voor het sectorbestuur. Het bestuur behartigt de belangen van de leden bij het hoofdbestuur. "We maken beleid met het hoofdbestuur op basis van commitment, maar dat wil niet zeggen dat we het altijd eens zijn."
Van de leerlingen bezoekt zestig procent het vmbo en veertig procent havo/vwo. Kuiper vindt dat de sectorraad hiervan een afspiegeling zou moeten zijn, maar is dat niet het geval. "Ik hoop dat meer mensen uit het vmbo zich zullen aanmelden." In het bestuur komen de verhoudingen wel overeen.
Rechtspositie is de tweede pijler voor het sectorbestuur. In de onlangs afgesloten cao voortgezet onderwijs was het voornaamste doel de taakbelasting te verminderen. "We wilden minder lesuren, zonder dat het aantal uren voor overige taken toeneemt." Sommige werkgevers zeiden al dat niet te kunnen betalen en de groepen te zullen vergroten. "Dat is niet de bedoeling. Als scholen de 25 lesuren niet kunnen betalen, moet er iets anders tegenover staan, bijvoorbeeld kleinere klassen of minder taken." Kuiper meent dat leden sterker moeten opkomen voor hun taakbelasting. "Vooral voor parttimers ligt het juridisch vaak moeilijk. Als er problemen zijn, raad ik mensen aan de bond in te schakelen bij de invulling van de uren."

Meer informatie bij Ed Kuiper, voorzitter sectorbestuur voortgezet onderwijs, e-mail emkuiper@cs.com

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.