• blad nr 8
  • 19-4-2003
  • auteur R. Sikkes 
  • Commentaar

 

++

++

Zet Nederlandse tienjarigen een verhaal van Roald Dahl voor, laat ze een beschrijving van een wandelpad uitpluizen, of neem ze mee in een verhaal over aardbevingen. Uit het internationale vergelijkend onderzoek Pirls in 31 landen blijkt dat Nederlandse kinderen uitstekend scoren als het gaat om begrijpend lezen. Alleen de Zweden doen het beter. Dat compliment kunnen Nederlandse leraren basisonderwijs in hun zak steken. Vooral omdat alle Nederlandse kinderen een hoog niveau halen: het verschil tussen de zwakste en de beste lezers is beduidend kleiner dan elders. Nederlandse allochtonen doen het echt ongelofelijk veel beter dan allochtone tienjarigen in Frankrijk, Engeland of de Verenigde Staten.
Die tweede plaats is vooral zo goed omdat tien jaar geleden Nederland nog ergens onderaan bungelde, namelijk op de 21ste plaats. De verklaring voor dit succes is moeilijk te geven. In de Volkskrant zei hoogleraar Ludo Verhoeven dat dat vooral te maken heeft met nieuwe, moderne taalmethoden die de laatste tijd zijn ingevoerd. Het Pirls-rapport zelf maakt verder duidelijk dat voorschools onderwijs, ouders die voorlezen en kinderboeken kopen bijdragen aan hoge scores.

+

'Kwaliteit komt te voet en gaat te paard', schrijft inspecteur-generaal Kete Kervezee in het Onderwijsverslag dat deze week verscheen. Zo'n internationale spiegel waaraan de Nederlandse onderwijskwaliteit wordt afgemeten is uitstekend, maar de rijksmeteropnemers van de onderwijskwaliteit zijn ook behoorlijk tevreden over hoe er op de Nederlandse scholen wordt lesgegeven. Alleen is het de vraag of die tevredenheid overeind blijft. Het lerarentekort beschouwt de inspectie nog steeds als de grootste bedreiging van de onderwijskwaliteit. Scholen moeten noodoplossingen treffen en hebben bij vacatures nauwelijks keus. 'Vroeger of later gaat dit doorwerken', concludeert het Onderwijsverslag. En er is een aanbeveling: 'Het is belangrijk dat werken in het onderwijs aantrekkelijker wordt.' Volgt een wensenlijstje. Meer middelen voor onderwijs. Verlaging van de werkdruk. Verbetering van arbeidsvoorwaarden en salarissen.

--

De breuk in de kabinetsformatie is echter een slecht voorteken als het gaat om kansen voor een stimulerend onderwijsbeleid. De laatste weken leek het duo Bos en Balkenende wankelend af te stevenen op een akkoord, waarbij plussen en minnen elkaar in evenwicht hielden. Een belangrijke plus was in elk geval dat er werd gesproken over investeringen in onderwijs. Nu staat alles weer ter discussie. Het lijkt er op dat Balkenende toch vooral in de voetsporen van Lubbers wil treden met een waanzinnig bezuinigingspakket. Een pakket dat de economie geen goed doet. Dat de arbeidsvoorwaarden van de mensen in de publieke sector wel eens zwaar onder druk zou kunnen zetten. Een pakket waarbij op dit moment nog onzeker is of investeren in onderwijs, en dus in de kenniseconomie, überhaupt nog op de agenda voorkomt.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.