• blad nr 8
  • 19-4-2003
  • auteur R. Voorwinden 
  • Vakwerk

 

Een studiehuis voor het vmbo

Het Nijmeegse Kandinskycollege heeft het traditionele onderwijsmodel overboord gezet. De klassen hebben plaatsgemaakt voor grote leerwerkhuizen, waar leerlingen zelfstandig aan de slag gaan. "Je moet 25 leerlingen niet de hele week opsluiten in een klas van 28 vierkante meter. Dat is bijna misdadig."

Aan de blauwe pilaren kan een oplettende kijker nog zien waar vroeger de lokalen en gang waren. Maar verder is daar niets meer van te herkennen: een hele verdieping van het Nijmeegse Kandinskycollege voor vmbo is omgetoverd tot leerwerkhuis. Het is één grote ruimte geworden met werkplekken voor individuele leerlingen en groepen, met computers en met een praktijksimulatie, waar een kantoor en een winkel worden nagebootst.
Het Kandinskycollege is afgestapt van het model dat al honderdvijftig jaar normaal is, zegt locatiedirecteur Ton Balk. "Het model: er is een klas, er komt een leerkracht binnen, die doet dat dertig keer per week, en dat noemen we dan een school."
Dat kun je de moderne leerlingen niet meer aandoen, vindt Balk. "Je moet leerlingen niet meer opsluiten in een lokaal. De hele week met 25 leerlingen en een docent op 28 vierkante meter? Dat gaat niet meer met deze doelgroep: vmbo basiskader, waaronder veel zorgleerlingen en allochtone leerlingen."
De ouderwetse, klassikale aanpak leidde zelfs tot agressie en geweld - niet alleen verbaal - en tot vernielingen en spijbelen. Balk: "Er werden hier in de docentenkamer weddenschappen afgesloten hoeveel leerlingen er voor kerst de les uit zouden zijn gestuurd: meer of minder dan duizend." Voeg daarbij een vergrijzend docententeam, een hoog ziekteverzuim en een groot personeelsverloop, en het was duidelijk dat het Kandinsky niet langer zo zou kunnen doorgaan. De school besloot daarom de bovenbouw van het vmbo ingrijpend te veranderen. Balk: "Zo rigoureus mogelijk. We wilden niets schuwen en een compleet nieuwe situatie creëren. Een onderwijsvorm die aantrekkelijk zou zijn voor leerlingen èn docenten. Want voor hen is het ook niet leuk om veertig jaar lang in een lokaal opgesloten te zitten. Dat heeft uiteindelijk demotivatie tot gevolg."

Eén grote ruimte
Er werden eerst een paar law-and-ordermaatregelen ingevoerd, zoals het op slot doen van de voordeur en streng optreden tegen spijbelen. Daarna kwamen de onderwijskundige veranderingen. In augustus 2001 werd het jaarklassensysteem in de bovenbouw losgelaten, net als het geven van afzonderlijke vakken. De leerlingen zitten enkele dagen per week in één grote ruimte, waar groepen van zestig tot tachtig leerlingen worden begeleid door drie tot vier docenten. Die ruimte heet een leerwerkhuis.
De vakdocenten van het leerwerkhuis - economie of zorg - zijn er de hele dag. Op gezette tijden zijn docenten van losse vakken, zoals de talen, aanwezig om instructie te geven of vragen te beantwoorden. De leerlingen staan ingeroosterd om op bepaalde tijden aan de simulaties mee te doen, maar kunnen verder zelf hun activiteiten plannen. Balk: "Ze zijn voor een deel verantwoordelijk voor hun eigen werk, ze leren keuzes maken en samenwerken. In feite zijn ze net zo zelfwerkzaam als in het studiehuis van havo/vwo."
Het Kandinsky heeft op dit moment drie leerwerkhuizen: voor economie, voor de zorg en - als experiment - voor de brugklas. Verder is de school volgebouwd met praktijkruimtes voor de leerlingen: keukens, een professioneel kinderdagverblijf (waar kinderen van de medewerkers worden opgevangen, als secundaire arbeidsvoorwaarde) en een bistroruimte. Een ziekenkamer staat nog op het verlanglijstje.
"Wij zijn voorbereidend beroepsonderwijs", legt Balk uit. "Laat dat dan maar zien. Laat leerlingen niet in de schoolbankjes zitten, laat ze maar in aanraking komen met de praktijk. Je kunt ze uit een boek leren hoe ze een tafel moeten dekken, maar je kunt ze het beter in de bistroruimte laten doen."

Prettiger sfeer
De nieuwe inrichting van het onderwijs heeft grote gevolgen gehad voor de rol en functie van de docenten. Het onderwijs in de leerwerkhuizen wordt verzorgd door kernteams van drie docenten. Zij zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en de inrichting van het onderwijs, en verdelen de lessen onderling. De docenten in de kernteams ontwikkelen ook als vanzelf eigen specialisaties. De een maakt de toetsen, de ander ontwerpt de praktische opdrachten. Balk: "Ieder doet waar hij goed in is. Dat is nieuw, want docenten worden niet vaak als professionals aangesproken. Het was na de zomervakantie altijd: dit is je lokaal, dat is je methode, hier is je groep en over een jaar moet je klaar zijn."
De kernteams krijgen binnenkort waarschijnlijk zelf enige formatieruimte. En Balk denkt al verder. "Een volgende stap zou kunnen zijn om zo'n team gewoon de hele formatie te geven: hier heb je een aantal fte's, go ahead. Laat de professionals doen waar ze goed in zijn."
De docenten zijn volgens Balk zeer tevreden over de nieuwe opzet. "Toen het nieuwe systeem werd ingevoerd is een kwart van de zittende docenten vertrokken. Zij bleven liever traditioneel lesgeven en daar is voldoende ruimte voor op de andere locaties van onze scholengroep." Maar de achterblijvers en de nieuwkomers hebben het prima naar hun zin. "Ze hebben meer ruimte en vrijheid. Er is geen docent die zich weer in een klas wil laten opsluiten."
En ook de leerlingen zijn er blij mee. Balk: "Er is een veel prettiger sfeer ontstaan. De leerlingen werken zelfstandiger en hebben niet meer het gevoel dat ze de hele dag op hun vingers worden gekeken. Er wordt altijd gezegd dat zelfstandig werken alleen in het studiehuis van havo/vwo kan, maar dat is kul. Onze leerlingen kunnen dat ook, dat bewijzen deze leerwerkhuizen wel."

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.