• blad nr 8
  • 21-4-2001
  • auteur . Overige 
  • Redactioneel

 

Een school onder de tolweg

De economische crisis berooft miljoenen Indonesische kinderen van hun plaats in de schoolbank. Hun ouders kunnen het schoolgeld niet meer betalen, laat staan een uniform en leerboeken. Maar als het onderwijs echt gratis is, zitten de klassen zo vol.

Denny ploft luidruchtig neer op de balen oud papier. De les is nog niet begonnen. Hij heeft nog even tijd om met zijn vriendjes te kletsen. In zijn broekzak rinkelen de roepia's. De opbrengst van drie uur krantenverkopen. Het verdient niet slecht, vindt de twaalfjarige Denny. "Genoeg om van rond te komen", klinkt zijn professioneel ontwijkende antwoord. Denny heeft een vaste stek bij het stoplicht aan de grote weg bij Rawat Bebek in noord-Jakarta. Daar is hij elke morgen om zes uur te vinden. Tegen negenen houdt hij het voor gezien. Dan is het tijd om naar school te gaan.
Denny's school heeft een tolweg als dak, muren van oud papier, twee piepkleine klaslokalen met een vloer van zand en een doorbuigende houten tussenverdieping. Hij is er inmiddels aan gewend. Voor hem is het gewoon een goede school, waar hij nieuwe moeilijke woorden leert en staartdelingen maakt. En de onderwijzeressen zijn heel aardig. Hij noemt ze Ibu Kembar, mevrouw tweeling. Aan het eind van de twee lesuren delen ze altijd wat te eten uit. Op maandag melk, op donderdag groenelinzenpap en tussendoor meestal mie. Denny bedankt ze keurig met een kushandje, net als iedereen, en gaat er dan als een haas vandoor. Naar de volgende school, een islamitische lagere school. Hij leert er Arabisch en godsdienst, maar ook aardrijkskunde en geschiedenis. Denny zit nu in de zesde klas. Hij wil straks wel naar de middelbare school. Of zijn ouders dat kunnen betalen, is sterk de vraag. Die school is in ieder geval een stuk duurder. Zijn maatje Poniman en andere vriendjes zitten om die reden nu thuis, weet Denny. Voor Poniman blijft nu alleen nog maar de school onder de tolweg over, want die is tenminste echt gratis. Stiekem hoopt Poniman dat de Ibu Kembar zijn middelbareschoolopleiding gaan betalen. Zo niet, dan kan hij nog altijd bij hen een opleiding voor brommer- of automonteur volgen. Dat ziet Denny ook wel zitten.

Bij toeval
"We willen de kinderen helpen op eigen benen te staan", verklaart de 51-jarige tweeling Rosi en Rian eenstemmig. Onderwijs is voor hen een absolute prioriteit. "Kinderen moeten in ieder geval leren lezen, schrijven en rekenen", benadrukt Rian. "Dat is hun bagage voor de toekomst", vult Rosi aan.
De eeneiige tweeling belandde drie jaar geleden bij toeval onder de tolbrug bij Pluit in noord-Jakarta, op zoek naar een veilig heenkomen tijdens een uit de hand gelopen rel. Het bleek een grote krottenwijk te zijn. Al wachtend luisterden ze naar de verhalen van de bewoners. De economische crisis hakte er flink in. Bouwvakkers konden nergens meer aan de slag, fabrieksarbeiders waren massaal ontslagen, sjouwers konden met moeite een maaltijd bij elkaar verdienen. Van alle kanten werd er bezuinigd om de lagere inkomsten en de hogere voedselprijzen het hoofd te bieden: op kleding, gezondheidszorg, eten en op onderwijs. Hier moeten we iets ondernemen, dacht de tweeling gelijk.
Een week later zaten Rosi en Rian weer onder de tolweg. Ze begonnen met het uitdelen van voedsel, om het vertrouwen van de krottenbewoners te winnen. Daarna lanceerden ze pas het plan voor een noodschool onder de tolweg. De locatie is een beetje uitzonderlijk, erkennen de initiatiefnemers, maar wel praktisch. "Je hebt tenminste een dak boven je hoofd", stelt Rosi droogjes. Dat drukt de kosten. "En de kinderen wonen om de hoek", verklaart Rian. Aan leerlingen hebben ze in elk geval geen gebrek. Inmiddels telt hun Kartini-leerproject een kleine duizend pupillen, verdeeld over drie noodscholen op verschillende locaties onder de tolweg, plus vijf alternatieve opleidingswerkplaatsen.
De opzet is eenvoudig. Iedere noodschool telt drie klassen: een kleuterklas, een basisgroep voor beginners en een groep gevorderden. Het lespakket is beperkt tot taal en rekenen en voor de variatie een lied, een dansje of wat tekenen. De slimste leerlingen worden met een studiebeurs doorgesluisd naar het formele onderwijs. Kinderen met een knap gezicht of een mooie stem mogen zang- en danslessen volgen bij het culturele centrum TIM in centraal-Jakarta. De filmsterrenopleiding, noemen de kinderen dat. De doorsnee-leerlingen kunnen na de klas voor gevorderden terecht bij de alternatieve werkplaatsen, waar ze leren naaien, kappen en masseren of brommers en radio1s repareren. Naast een diploma krijgen ze ook een basisuitrusting, zodat ze gelijk aan het werk kunnen.

Heel kieskeurig
De onderwijzeres Rosi en haar tweelingzus de psychologe Rian zijn intussen de hele dag in de weer met hun Kartini-project. Om zeven uur 1s morgens beginnen ze, identiek gekleed, met de eerste lessen onder de tolweg bij Ancol. Rosi onderwijst de beginselen van het alfabet aan de basisgroep. Rian neemt aan de andere kant van de houten scheidingswand de gevorderden onder haar hoede. De kleuterklas wordt beziggehouden door de vrijwilligster Supartun. Zolang zij geen baan als accountant kan vinden, volgt ze Rosi en Rian van school naar school. Andere vrijwilligers nemen meestal slechts een of twee dagdelen voor hun rekening. De mobieletelefoonhandelaar Michael verschijnt trouw elke maandag en donderdag in Pluit voor de klas. Rosi's dochter wordt als arts regelmatig ingeschakeld voor een gezondheidscontrole. Bevriende zakenlieden schenken containers instant-mie, biscuits en geld. De meubels en schriften zijn grotendeels betaald door de Gandhi-school. Soms organiseert een bedrijf een inzamelactie of ontvangen de initiatiefnemers een geldprijs. "En de rest betalen we uit eigen zak", verklaren Rosi en Rian.
Het Kartini-leerproject is een van de meer opmerkelijke initiatieven in Indonesië om de uitstroom uit het basisonderwijs te ondervangen. Volgens de meest recente gegevens van het ministerie van onderwijs uit 1998/99 ontbreken 7,5 miljoen van de in totaal 48,5 miljoen kinderen tussen de zeven en vijftien jaar op de schoolregistratielijst. In totaal schat men dat nu zo1n elf miljoen kinderen in die leeftijdsgroep geen onderwijs volgen. Zij dragen het predikaat van de verloren generatie. De economische crisis, die ertoe leidde dat ruim een kwart van de 204 miljoen Indonesiërs nu onder de armoedegrens leeft, heeft hen uit het onderwijssysteem geduwd. Voor de crisis in 1994/95 telde Indonesië aanzienlijk minder drop-outs en schoolverlaters, namelijk Rslechts1 2,8 miljoen. De overheid probeert in samenwerking met de Wereldbank en ILO de uitstroom te beperken met beurzen voor het basisonderwijs en financiering van alternatieve onderwijsprojecten. De Nederlandse overheid helpt een handje mee door dertig miljoen gulden te doneren voor scholen in crisisgebieden, zoals de Molukken en Atjeh. Internationale donors sponsoren diverse niet-gouvernementele projecten.
"Wij zijn heel kieskeurig als het om sponsors gaat", verkondigen Rosi en Rian. Naar eigen zeggen heeft de tweeling een aanbieding voor Wereldbankfinanciering van de hand gewezen. "Het grootste deel van dat geld wordt door ambtenaren opgestreken", beweert Rosi. "En het is een lening", weet Rian. "Dat betekent een grotere staatsschuld die uiteindelijk door de gewone man moet worden terugbetaald via een belastingverhoging op suiker, rijst en olie." Daar passen ze voor. Ze accepteren evenmin geld van politieke partijen, religieuze stromingen of etnische groepen. "We willen absoluut door niemand als propagandamachine worden gebruikt", beklemtoont Rian. "Want dan kunnen we onze schoolborden gelijk weer meenemen."

Thuis oefenen
Elk woord en elk gebaar in de klas wordt zorgvuldig geregistreerd door tientallen toekijkende ouders. Moeder Yuti zit in een kinderstoeltje vlak achter haar vierjarig zoontje Epi Sapitri, de fles water en het rugzakje onder handbereik. Ze let goed op hoe de juffrouw een vliegtuig van papier vouwt en zingt enthousiast elk liedje mee. Ze is niet de enige. De tussenverdieping bezwijkt bijna onder het gewicht van al die moeders. "Ik wil weten wat mijn zoontje leert", verontschuldigt Yuti zich, "dan kan ik het thuis met hem oefenen." Zij hoopt dat haar zoon zo alvast went aan school. Een kleuterschool kan ze niet betalen. Die zijn meestal particulier en nog duurder dan een lagere school. Moeder Nasah uit Ancol komt met dezelfde verklaring. "De kleuterschool kost net zoveel als de middelbare school. Onbetaalbaar." Enigszins gegeneerd volgt ze de ongecontroleerde schrijfbeweging van haar bijna zesjarige zoon. "Deze school is pas net open." Haar tienjarige dochter zit bij juffrouw Rian in de klas. Ze gaat 1s middags ook naar een gewone lagere school. "Als weduwe hoef ik minder schoolgeld te betalen", verklaart Nasah. Maar haar dochter kan wel wat bijles gebruiken. Net zoals dat gratis glas melk.
Je hoeft de ouders niet te overreden. Ze vinden onderwijs allemaal even belangrijk. Moeder Ningsi die zelf alleen de lagere school heeft afgemaakt, hoopt vurig dat ten minste een van haar zes kinderen de universiteit zal halen. "Zij moeten het beter krijgen dan wij", zegt de sinaasappelverkoopster gedecideerd. Moeder Nur, die in een Chinees restaurant werkt, is zelfs speciaal verhuisd om te zorgen dat Leni (12) en Lisa (10) weer naar school kunnen. Ze woont nu in de krottenwijk op het stukje niemandsland tussen tolweg en spoorlijn bij Ancol. Evenals haar buren is ze beretrots op Rhun1 nieuwe school. De bouwvakkers uit de wijk hebben het vloertje gestort, vertelt pa Sutrisno. Ze houden 's nachts een oogje in het zeil om te voorkomen dat de een of andere onverlaat er met het meubilair vandoor gaat.
"De ouders willen nu dat we het curriculum uitbreiden", vertelt Rosi. Ze hebben net een vergaderweekend met de ouderraad achter de rug. Verkeersles, aardrijkskunde en geschiedenis staan op het verlanglijstje. De eerste nieuwe lesboeken zijn al gekocht. De vrijwilligster Supartun is begonnen met het maken van uittreksels. Elk kind krijgt straks een kopie om mee naar huis te nemen. De noodschool onder de tolweg begint steeds meer op een echte school te lijken.

Poniman (14):'Ik ben nog te klein om te werken'
Helden. Voor Poniman zijn dat zijn voorouders. "Zij hebben gevochten voor de vrijheid van Indonesië", schrijft Poniman in zijn schrift. Zijn familie komt uit West-Java. Poniman heeft er ook nog gewoond. Hij zat daar vijf jaar op school en zijn moeder werkte in de fabriek. Maar toen kwam de crisis en verhuisde het gezin naar Jakarta. De zesde klas kon hij nog afmaken op een islamitische school in de buurt, met een beurs. Dat is alweer bijna een jaar geleden. Geld voor de middelbare school is er niet. Zijn moeder werkt in een koffiestalletje vlakbij huis. Ze heeft zeven monden te voeden.
Poniman wilde haar wel helpen. Hij is een paar keer om half vijf opgestaan om met zijn vriendjes kranten te verkopen. Maar zijn moeder wilde dat niet. Veel geld leverde het ook niet op. Vervolgens probeerde hij karton te verzamelen, zoals zoveel kinderen in de wijk. Ook dat mocht niet. "Ik ben nog te jong om te werken", vertelt Poniman. Hij past nu de hele dag op zijn baby-broertje. Behalve dan die twee uur dat hij naar de school onder de tolweg gaat. Zijn vriendje Denny kwam daarmee aanzetten. Zijn moeder vindt het gelukkig goed. Hoe het straks verder moet weet hij nog niet. Het liefst wil hij naar de middelbare school. Stiekem hoopt hij dat de Ibu Kembar zijn schoolgeld gaan betalen.

Leni (12): 'Een cursus filmster'
"Twee jaar religieuze school, dat is alles." Toen haar vader als havenarbeider ontslagen werd, kon ze gelijk thuisblijven. Haar ouders zijn inmiddels weer aan het werk, pa in de bouw en ma in een restaurant. Maar de oude school is inmiddels gesloten. Een paar vrouwen in de kampong vertelden haar over de nieuwe school. Leni ging meteen op zoek. "Ik ben een van de eerste leerlingen", meldt ze trots. Samen met haar vriendinnen Anggi en Neneng volgt ze een cursus filmster bij het TIM. Daar leert ze dansen en zingen. En op zaterdag krijgen ze naailes. "Dat is moeilijk, maar als je het eenmaal doorhebt, dan is het makkelijk."

Ulani (11): 'Na drie jaar weer naar school'
Om kwart voor zeven zit Ulani al in de klas. Ze oefent alvast het alfabet. Ze zit net drie maanden in de basisgroep. Ooit heeft ze bijna drie jaar op school gezeten. Dat was voordat ze verhuisden naar een andere kampong. Toen was het ineens afgelopen met de school. En nu is ze bijna alles vergeten wat ze vroeger geleerd heeft. In het begin schaamde ze zich wel een beetje. Nu staat ze Rs morgens te popelen om naar school te gaan, samen met haar kleine zusje. Ma heeft geen tijd om mee te gaan. Die heeft een klein eetstalletje aan huis. Pa is meestal vroeg op pad, hij werkt in de bouw.

Patmonah (11): Gedicht zonder titel
Elke dag help ik mijn moeder
Borden wassen
Op mijn broertje en zusjes passen
Ze troosten als ze huilen

Als ik volwassen ben
Wil ik werken
Mijn broertjes en zusjes helpen

En mijn moeder
Een goed mens worden
Wil ik
Een goede man, trouwen en kinderen krijgen

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.