• blad nr 8
  • 19-4-2003
  • auteur T. Snel 
  • Redactioneel

 

De stem

Voor de klas staan betekent een forse belasting van je stem. Stemproblemen komen in het onderwijs vaker en in ernstiger mate voor dan in andere 'stembelastende' beroepen. Het stemteam van het Nijmeegse Radboudziekenhuis vindt dat er meer aandacht moet komen voor de stem in het onderwijs.

De beroepsstem is een speerpunt van het stemteam van het Nijmeegse Radboudziekenhuis. Een kwart van de patiënten die op het stemspreekuur verschijnen, is werkzaam in het onderwijs of student aan de lerarenopleiding.
"Leerkrachten vormen een belangrijke groep met stemproblemen", zegt KNO-arts Felix de Jong, die onderzoek heeft gedaan naar stemklachten van leraren. "De helft van de mensen die we opereren, heeft een stembelastend beroep." De belangrijkste klachten die hij bij leerkrachten op het stemspreekuur tegenkomt, zijn heesheid, moe worden van het spreken, een prop en pijnlijk gevoel in de keel en het wegvallen van de stem. "Na behandeling kan de stem misschien niet optimaal helder klinken, omdat er bijvoorbeeld een afwijking van de stemplooien is, maar dan kan de leerkracht vaak toch in het onderwijs blijven werken." Studenten worden naar hem doorgestuurd door de logopedist van de lerarenopleidingen als er bij de screening bijzonderheden worden gevonden. De Jong: "Sommige studenten hebben alle kwaliteiten om het onderwijs in te gaan, maar dan is hun stem niet adequaat." Hij benadrukt dat het van belang is om stemproblemen bij studenten in een vroeg stadium op te sporen.
De Jong is foniater, dat is iemand die zich bezighoudt met stem en spraak. Hij kan onderzoeken hoe het zit met de stemplooien. Met hulp van een logopedist wordt de stemtechniek in kaart gebracht en de stemomvang gemeten. Zo komt er een beeld tot stand van de ernst van de klachten.

Akoestiek
Luid spreken waarbij de stem nogal eens omhooggaat, zorgt voor een flinke stembelasting. Ook variaties in stemgeluid hebben die uitwerking. Een overslaande stem is een teken van controleverlies en kan wijzen op overbelasting. Verder spelen omgevingsfactoren een rol.
Uit het onderzoek van De Jong onder 1878 leerkrachten in basis- en voortgezet onderwijs komt naar voren dat de helft klachten heeft over de akoestiek en temperatuurswisselingen, eenderde vindt de werkruimte droog of vochtig en ruim twintig procent klaagt over prikkelende stoffen of dampen. Het merendeel heeft stemklachten gehad en een kwart heeft om die reden verzuimd. Een groot aantal is hiervoor onderzocht en behandeld.
Nog meer opvallende uitkomsten:
- Vrouwen hebben meer last van hun stem dan mannen.
- Parttimers hebben niet minder last dan fulltimers.
- Leerkrachten die al langer in het onderwijs werken, hebben niet meer klachten dan beginners.
- Bij mannen heeft het aantal leerlingen dat in de klas zit een belangrijke invloed op de stem, terwijl bij vrouwen vooral algemeen lichamelijke problemen en stress een rol spelen.
"Leerkrachten zijn terughoudend met klagen", zegt De Jong. "Door motivatie en plichtsbesef zijn ze geneigd hun klachten weg te moffelen. Het herstelt 's avonds wel weer als ik niet teveel praat, denken ze al gauw. Ze wachten te lang om er naar te laten kijken." Volgens de KNO-arts speelt ook de psychologische druk mee. "Na een stemoperatie mogen leerkrachten een tijd niet werken. Ze lopen dan wel door de wijk om boodschappen te doen. Ouders en leerlingen zien dat de leerkracht allerlei dingen doet, maar niet voor de klas staat."

Rumoerig
Een goed stemgebruik voor de klas is niet eenvoudig. Vaak praat men te hard. De Jong: "Als de klas rumoerig is en je gaat harder praten om er bovenuit te komen, dan verlies je het altijd. Om je stem te sparen moet je zorgen dat je je klas in de hand houdt." Een groot deel van de leerkrachten uit het onderzoek leek een opfriscursus voor efficiënt stemgebruik wenselijk. De aandacht voor de stem tijdens de opleiding vonden zij onvoldoende. Maar er zijn meer factoren die een rol spelen dan het efficiënt gebruiken van de stem. Een leerkracht met ordeproblemen krijgt sneller last van zijn stem. "Ben je aan het worstelen voor de klas dan geeft dat psychische druk en ook. Dat slaat terug op je stem", zegt de KNO-arts. "Zijn er problemen in de relationele sfeer op school, dan kan dat eveneens van invloed zijn. Als om wat voor reden dan ook spiergroepen in en rond het stemapparaat elkaar gaan tegenwerken, ontstaan er gemakkelijk stemklachten."
Uit het onderzoek van De Jong wordt duidelijk dat de opleidingen er meer aan moeten doen. Studenten die op hun opleiding al stemklachten hadden, krijgen die dubbel en dwars terug als ze eenmaal aan het werk zijn. De Jong: "De screening op de lerarenopleiding moet gedetailleerder." Daarom heeft het stemteam van het Radboudziekenhuis in Nijmegen zijn diensten aangeboden aan de lerarenopleidingen in de omgeving. "Voor ons was een eye-opener in het onderzoek dat stemproblemen niet alleen voortvloeien uit hoeveel je je stem moet gebruiken, maar net zo goed door andere factoren veroorzaakt kunnen worden. Dat betekent dat we het stemprobleem veel breder moeten aanpakken. Heeft een leerkracht met stemproblemen ook psychische problemen, dan stuur ik hem naar de logopedist. Maar dat is niet voldoende. Het is nog steeds een beetje taboe, maar naar de psycholoog gaan kan in zo'n situatie misschien wel meer opleveren voor de stem."
De Jong heeft onlangs voor het Vervangings- en participatiefonds onderzoek verricht onder 76 leerkrachten die chronisch last van hun stem hebben. Ook daaruit kwam naar voren dat psychologische factoren vaak een rol spelen.

Op 19 mei organiseert het stemteam van het Radboudziekenhuis in Nijmegen een symposium over de stem in het onderwijs. Informatie bij F.dejong@kno.umcn.nl



Gebruik een belletje

"Je kunt je stem sparen door roepen en luid spreken zoveel mogelijk te vermijden. Je kunt het beste een belletje gebruiken of in je handen klappen als je de aandacht van de kinderen wilt", geeft de Nijmeegse logopediste Corrie Janssen als tip. "In de gymles kun je een fluit gebruiken."
Janssen behandelt regelmatig leerkrachten en studenten van de lerarenopleidingen. Standaard bij leerkrachten is dat de klachten in de loop van de tijd verergeren. "Het is heel typerend voor leerkrachten dat het op maandag en dinsdag wel gaat, op woensdag de stemproblemen ontstaan die op donderdag verergeren. Op vrijdag is het een ramp en in het weekend herstelt de stem zich weer voor een groot deel." Leerkrachten met stemproblemen merken dat ze minder luid kunnen spreken, het zingen minder gaat en voorlezen lastiger wordt.
De stembelasting van leerkrachten is heel groot, legt Janssen uit. "Ze zijn voortdurend aan het communiceren met dertig kinderen en coachen de groep met hun stem. Ze brengen iets over, hebben een boodschap. Dat geeft een bepaalde druk in de stem." Bovendien, als een leerkracht stemproblemen heeft, gaat hij extra zijn best doen. Hij probeert toch meer geluid voort te brengen of hij gaat veel kuchen. "Dit betekent weer extra belasting voor de stem en de problemen verergeren. Het is een vicieuze cirkel: door steeds meer van hetzelfde te doen, wordt het steeds erger."
Belangrijk onderdeel van de behandeling is dat de leerkracht deze patronen bij zichzelf ziet en doorbreekt. "Mensen die in het onderwijs werken, herkennen heel snel deze patronen. Ik maak hen vooral bewust van de verschillende kanten van de stembelasting." Janssen werkt veel met geluidsopnamen. "Dan kunnen leerkrachten precies terughoren wat de kwaliteiten van hun stem zijn en wat de valkuilen zijn."

Verstaanbaar
"Leerkrachten zijn heel erg gemotiveerd als ze bij mij komen voor behandeling", zegt ze. "Je hebt je stem voortdurend nodig voor je werk en je wordt er bekaf van, dat is niet leuk."
Soms wordt de behandeling in onderling overleg stopgezet terwijl het stemgebruik nog niet helemaal verbeterd is. "Dan zijn ze voor dat moment uitgeleerd", zegt Janssen. Jaren later ziet ze deze mensen dan weer terug omdat ze er weer aan toe zijn om aan verbeteringen te werken.
Bij de studenten die Janssen in behandeling heeft, zal ze niet gauw zeggen dat ze vanwege hun stem niet geschikt zijn om voor de klas te staan. "Ik heb sterk het gevoel dat de stem van jonge mensen nog in ontwikkeling is. Binnen de therapie pakken ze dingen wel op, maar daarbuiten kunnen ze het niet goed toepassen. Ouderen kunnen veel meer met logopedie, is mijn ervaring." Ze vindt het dan ook niet vreemd dat studenten die logopedie hebben gehad, later, als ze wat jaren voor de klas hebben gestaan weer terugkomen met stemproblemen.
De logopediste heeft nog enkele tips voor leerkrachten om stemproblemen te voorkomen.
*Ga voor jezelf na of je verstaanbaar bent als je normaal spreekt. "Vraag een collega of die eens achter in de klas wil luisteren of je daar te verstaan bent. Je hebt als leerkracht het gevoel dat je het einde van klas moet bereiken en dan ga je luider en hoger spreken. Dat is vermoeiend."
* De leerkracht moet niet gaan fluisteren als de leerlingen in groepjes werken. "Je moet je stem niet teveel inhouden, dat is zeer vermoeiend. Zo loop je binnen een kwartier keelpijn op."
* Als het niet zo lekker gaat met je stem, moet je die niet forceren. "Geen schepje er bovenop doen, maar een dagje rustiger aan doen."
* De leerkracht zou eens kunnen nagaan in hoeverre hij via zijn stem de klas onder controle probeert te houden. "Hoeveel druk leg ik in mijn stem om de kinderen iets duidelijk te maken? Als een leerkracht standaard moeite doet om de kinderen iets te laten snappen, ontstaan er stemklachten."


Minder druk praten

"Mijn stem is niet zoals hij hoort te zijn, zei de logopediste op school tegen mij na een test." Wenny van der Linden (19) zit in het eerste jaar van de pabo in Veghel. Ze werd doorverwezen naar de KNO-arts. Ze heeft vocht op haar stembanden, praat met te veel lucht en heeft een kraak in haar stem. "Ik moet druk zetten om te praten en daar word ik moe van." Binnenkort heeft Wenny haar eerste afspraak met de logopediste.
Hoewel ze niet echt last had van haar stem, is ze niet erg verrast dat logopedie nodig is. "Ik had vroeger al een lage stem en ik ben snel hees. Als ik ruzie had met mijn tweelingzus ging ik schreeuwen en dan was het meteen raak." Wenny denkt dan ook dat het echt nodig is dat ze iets verandert aan haar stemgebruik. "Ik heb de neiging om, als de kinderen in de klas hard praten, te proberen er bovenuit te komen. Dan moet ik zachter praten. Ik moet ook weer niet gaan fluisteren, want dan valt mijn stem eerder weg." Tijdens de stage heeft ze al geoefend. "Als de kinderen heel druk zijn, ga ik rustig praten. Daar worden de kinderen ook nog rustig van."
Wenny denkt niet dat haar stemproblemen zo ernstig zijn dat ze niet voor de klas kan. "Ik wil voor de klas, ik ga het in ieder geval proberen. Ik weet dat je bij een sollicitatie afgewezen kunt worden op je stem, maar ik heb er vertrouwen in dat het goed komt."


Het gaat nooit meer over

Jeanne van den Boogaart (49) kreeg zo'n dertien jaar geleden voor de klas problemen als ze wat langer sprak. "Ik kreeg steken in mijn keel die behoorlijk pijnlijk waren. Daarbij had ik steeds meer moeite om volume te maken. Ik was bekaf als ik thuiskwam." Ze werkte toen al vijftien jaar in het onderwijs.
De KNO-arts constateerde knobbeltjes op haar stembanden die operatief zijn verwijderd. Daarna kon ze niet meer fulltime voor de klas omdat het spreken haar zoveel meer inspanning kostte. Verspreid over de week draaide ze tweeënhalve dag een groep. Dat heeft Van den Boogaart tien jaar lang volgehouden totdat ze een paar jaar geleden weer problemen kreeg. "Ik ben nog nooit in de Sahara geweest, maar ik had het gevoel dat ik in de woestijn zat, zo'n droge keel had ik." Toen ze terugging naar de KNO-arts bleek dat ze verklevingen en knobbeltjes had, waaraan ze weer is geopereerd. Het gevolg is dat de stembanden niet meer sluiten en het haar nog meer inspanning kost om te spreken. "Vanaf dat moment doe ik geen klassenwerk meer."
Haar stemproblemen gaan nooit meer over. Ze geeft nu drie halve dagen, verspreid over de week, taalondersteuning aan kinderen van groep een en twee. "Ik doe lekker nog mee, maar dan buiten de klas."
In een noodsituatie heeft ze toch nog een keer een paar uur voor de klas gestaan. "Het was vreselijk. Ik was zo bang dat ik het niet zou redden. Dan gaat het psychologische aspect meespelen en ben je nog meer gespannen."
Van den Boogaart heeft sowieso een zwakke stem, zegt ze. De laatste jaren heeft ze in groep acht gestaan. "Toen had ik moeite met orde, dat heb ik nooit eerder gehad. Ik ben me gaan overschreeuwen." Het laatste jaar heeft ze lesgegeven in een noodlokaal, wat funest voor haar was. "De lucht in de klas was heel droog en mijn gestel was al zwak. Overigens kreeg iedereen die in het noodlokaal werkte op het laatst last van zijn stem."
Als ze nu aan het eind van een ochtend werken naar huis gaat, is ze zo moe dat ze de eerste paar uur moet uitrusten. "En ik heb dan een heel branderig gevoel in mijn keel. Ik kon na die laatste operatie helemaal de wao in, maar dat wilde ik niet." Dat ze niet meer voor de klas kan, ziet ze zelf wel in. "Op het laatst maakten de leerlingen fouten in hun dictee omdat ik de woorden niet goed uitsprak. Er zijn grenzen."
Om het spreken vol te kunnen houden, gaat Van den Boogaart veel staan. "Ik haal alles wat ik nodig heb om te praten van onderuit." Op school gaat ze op een kruk zitten. "Dan zit je recht, dat is beter." Lang heeft ze moeite gehad met haar stemproblemen. "Totdat de KNO-arts op een filmpje vastlegde wat er gebeurt als ik spreek. Toen zag ik dat mijn stembanden nog maar voor eenderde deel sluiten. Het was voor mij een enorme opluchting te zien dat ik er niets aan kan doen dat het spreken zo moeizaam gaat."

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.