- blad nr 6
- 22-3-2003
- auteur J. van Aken
- de Vereniging
de Vrouwengroep
De Amsterdamse Dolle Mina’s die baas in eigen buik wilden zijn, waren niet de aanleiding voor het oprichten van de vrouwengroep binnen de vakbond. Hoewel ontstaan in 1979 ten tijde van de tweede emancipatiegolf, lag de kiem verrassend genoeg in Alphen aan den Rijn. De formatie moest omlaag en die gemeente wilde daartoe vrouwen ontslaan. Het plaatselijke Abop-bestuur ging akkoord, waarop een aantal vrouwen binnen de bond in opstand kwam. “Dat is vrouwen terug naar het aanrecht, werd toen gezegd”, vertelt secretaris Marjolijn Valster. De opstandelingen smeedden plannen, vrouwen in tuinbroeken kwamen het podium op bij vergaderingen en meer vrouwen dan ooit voerden het woord. Na onderhandelingen stelde het bestuur een budget beschikbaar voor de Vrouwengroep. De vrouwen waren daarmee de eerste groep binnen de bond met een eigen budget en stemrecht in de algemene vergadering en congressen.
Inmiddels bijna 25 jaar later telt de groep 3200 leden. Economische zelfstandigheid voor iedereen staat nog altijd hoog in het vaandel. “Als er cao’s beoordeeld moeten worden, kijk je hoe de gelijke behandeling van mannen en vrouwen geregeld is.”
Ieder jaar organiseert de Vrouwengroep een themadag, dit jaar over integraal personeelsbeleid. Daarnaast is er de Vrouwenwijzer, een vier keer per jaar verschijnend blad waarmee de groep de binding met de leden wil versterken. De groep is vertegenwoordigd in de sectorraden en in de algemene vergadering. Ook zit er een bestuurslid van de groep in de financiële commissie van de AOb.
Er is volgens Valster veel bereikt sinds de oprichting, de pensioenregelingen zijn bijvoorbeeld verbeterd. Ook het calamiteitenverlof is dankzij de vrouwen in de cao gekomen. De eis tot kwalitatief goede kinderopvang is vanuit de groep gekomen en zij hebben zich sterk gemaakt voor deeltijd- en duobanen. “Maar nog altijd zijn veel uitgangspunten niet gehaald”, stelt Valster. Zo moet het glazen plafond nog altijd met de glassnijder bewerkt. Daarom is evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in adjunct- en directiefuncties een van de uitgangspunten. “In het primair onderwijs waar 75 procent vrouw is, is het merendeel van de directeuren bijvoorbeeld man”, aldus Valster. Ook streeft de groep naar meer vrouwen in het technisch onderwijs.
De Vrouwengroep is blij met de regelingen die zorgtaken mogelijk maken, maar ze kunnen altijd beter. “Het zijn dure regelingen, zeker als je zoals veel vrouwen parttimer bent. Goede verlofregelingen kunnen de seizoenen van het leven vergemakkelijken. Eerst wil je veel werken, als je kinderen hebt minder, later als ze ouder zijn weer meer en dan wil je als herintreder geen pensioenbreuk hebben.”
Meer informatie bij Marjolijn Valster, secretaris Vrouwengroep, 010 501 27 86.