- blad nr 6
- 22-3-2003
- auteur R. Voorwinden
- Redactioneel
Hoogleraar wil meer mannelijke leerkrachten
Jongens hebben rolmodellen nodig
"Jongens krijgen de eerste twaalf jaar van hun leven in het onderwijs vrijwel alleen te maken met vrouwelijke leerkrachten. In die periode, die ontzettend belangrijk is voor hun ontwikkeling, zijn er vrijwel geen mannelijke leerkrachten waaraan ze zich kunnen spiegelen. Ze hebben geen rolmodellen. Daar gaan die jongens last van krijgen.
De vervrouwelijking van het onderwijs is geen typisch Nederlands verschijnsel: het is internationaal gaande. Zeker in het basisonderwijs. Als je het in Amerika over een teacher hebt, bedoel je bijna per definitie een vrouw. Jongens krijgen dus van jongs af aan les van vrouwen en één van de weinige mannen die ze zien, is de directeur die achter zijn bureau een beleidsplan zit op te stellen.
Daardoor zouden jongens wel eens het idee kunnen krijgen dat het onderwijs niet iets voor hén is. Geen wonder ook dat er zo weinig jongens naar de pabo gaan: ze hebben geen mannelijke leraren gezien. En je vrienden worden ook niet enthousiast als je naar de pabo gaat en in een klas met twintig meiden komt te zitten. Wat hebben jongens daar nu te zoeken? Ik zag het in de vriendengroep van mijn zoon: die vonden onderwijs iets voor watjes.
Al die vrouwelijke leerkrachten verheffen het meisjesgedrag bovendien tot norm in het onderwijs. Meisjes zijn gezeglijker, meegaander en rustiger dan jongens, en vrouwelijke leerkrachten verwachten die ijver en gezeglijkheid ook van jongens. Maar dat gaat niet, jongens zijn jongens. Jongens willen ontdekken, willen balanceren op de grens van wat wel en niet kan. Leraressen vinden dat vervelend en lastig, terwijl het gewoon jongensgedrag is. Mannen begrijpen jongens beter, zij vinden jongensgedrag niet zo snel bedreigend en onderdrukken het minder. Maar er zijn nauwelijks nog mannelijke leraren die het jongensgedrag zouden kunnen stimuleren.
Een ander gevolg van de vervrouwelijking van het onderwijs is wel dat de meiden prima gedijen. Dat is goed, daar moeten we vooral trots op zijn. Het is knap zoals zij hun achterstand de afgelopen decennia hebben omgezet in een voorsprong. Maar wat de meisjes hebben gewonnen, dreigen de jongens nu te gaan verliezen. Uit diverse onderzoeken blijkt dat jongens het steeds slechter gaan doen in het onderwijs en de meiden steeds beter. Daar moet echt iets aan gebeuren, net zoals er de afgelopen jaren terecht veel voor meisjes is gebeurd. Neem het wiskunde- en rekenonderwijs, dat is helemaal op een nieuwe leest geschoeid en opgeleukt om het aantrekkelijker te maken voor meisjes. Want meisjes presteerden op het gebied van rekenen en wiskunde minder dan jongens en dat kunnen we met z'n allen blijkbaar niet úitstaan. Maar het is ook al jarenlang bekend dat jongens op het gebied van de talen slechtere resultaten halen dan meisjes en daar maakt niemand zich druk om.
Ik ben niet de enige die zich over dit soort dingen zorgen maakt. In Amerika zijn de afgelopen jaren diverse bestsellers over dit onderwerp verschenen, zoals The war against boys, Boyhood in crisis, Raising Cain en Protecting the emotional life of boys. De helft van die boeken is overigens geschreven door vrouwen, die zelf ook zeggen dat emancipatie prima is maar dat we nu te ver zijn doorgeschoten. Omdat het niet goed is hoe wij met onze jongens omgaan. Omdat de meiden in het huidige onderwijsklimaat zó bevoordeeld worden dat jongens het daar alleen maar tegen kunnen afleggen.
Ik heb diverse e-mails gekregen van moeders die mij bijvallen. Die ook het gevoel hebben dat hun zonen zich op hun scholen naar waarden moeten voegen die niet de hunne zijn. Die ook het gevoel hebben dat hun zonen door al die vrouwen om hen heen niet zo goed begrepen worden.
Ik kan nog niet wetenschappelijk onderbouwen dat jongens minder presteren als ze les krijgen van vrouwen. Ik zou daar graag onderzoek naar doen, het basismateriaal is er al: de Prima-cohortonderzoeken van het ministerie. Ik moet jongens vinden die alleen van vrouwen les hebben gehad en jongens die ook van mannen les hebben gehad. Van die laatste groep zijn er natuurlijk veel minder, maar ze moeten te vinden zijn. En dan wil ik de prestaties van die twee groepen vergelijken. Wat zo'n onderzoek oplevert weet ik natuurlijk nog niet, maar ik heb op dit moment geen goed gevoel over de prestaties van jongens die alleen van vrouwen les hebben gehad.
Let wel, vanuit emancipatorisch oogpunt is het natuurlijk prima dat meisjes hun achterstand hebben ingelopen. En ik wil ook zeker niet anti-emancipatorisch genoemd worden. Mijn twee dochters - ik heb een zoon en twee dochters - zeggen ook: 'Pa, hou het genuanceerd hè, want anders komt je boodschap niet goed over.' Maar die boodschap is dus dat de vervrouwelijking van het onderwijs te ver is doorgeschoten.
Wat er moet gebeuren? Meer mannen in het onderwijs. En daarvoor moet de status van het beroep hoger worden. De salariëring moet beter, je moet niet alleen als manager of directeur veel kunnen verdienen. En beloning naar prestatie. Want jongens willen als ze drie keer zo hard werken dan een ander, ook drie keer zoveel verdienen.
En de beeldvorming van het lerarenberoep moet veranderen. Het is tijd voor Postbus 51-spotjes van echte mannelijke mannen, van geslaagde rolmodellen die in hun sportwagens naar school zoemen om daar les te geven aan hun leerlingen. Die in de kroeg achter grote glazen bier, met leuke meiden eromheen, vertellen wat ze die dag als leraar weer hebben meegemaakt. Het is tijd voor mannen die leuk met kinderen omgaan en daar hun status en identiteit aan ontlenen. Want de vervrouwelijking van het onderwijs is prima geweest voor de meiden, maar laten we nu niet met z'n allen staan toe te kijken hoe onze jongens wegzakken."