• blad nr 6
  • 22-3-2003
  • auteur T. Snel 
  • Redactioneel

 

Gehandicapten niet massaal naar gewone school

Scholen moeten zich gaan voorbereiden op de komst van gehandicapte leerlingen. Met ingang van 1 augustus wordt een start gemaakt met de invoering van de leerlinggebonden financiering, ook wel het rugzakje genoemd. De grote angst van scholen is dat er straks een horde gehandicapten aan de schoolpoort staat. Leerkrachten op de basisschool vragen zich af of ze voldoende in hun mars hebben om leerlingen met gedragsproblemen op te vangen.

"Er is een schrikbeeld dat er straks een hausse aan gehandicapte kinderen voor de schooldeur staat, maar dat is niet terecht", zegt Kees Kuijs die zich als wegbereider in opdracht van het ministerie van Onderwijs bezighoudt met de invoering van het rugzakje. Tijdens voorlichtingsbijeenkomsten voor scholen neemt hij het schrikbeeld weg met harde cijfers. "Vier gehandicapten per school halen we niet, want zoveel gehandicapten zijn er helemaal niet." 7200 Gehandicapten gaan nu naar 2600 scholen (van de ruim 7000) in het regulier basisonderwijs. "Stel dat het aantal gehandicapten met de helft toeneemt, dan hebben we het over gemiddeld een halve leerling per school", zegt Kuijs. Hij verwacht echter niet dat het zo'n vaart zal lopen.
AOb-hoofdbestuurder Rob de Koning verwacht ook geen enorme toename van gehandicapte leerlingen. "Voor blinden en slechtzienden is er al een aantal jaren een goede regeling." Kinderen die doof geboren zijn, zitten al in een circuit dat je niet kunt realiseren in het reguliere onderwijs. Zij moeten eerst leren liplezen en de gebarentaal onder de knie hebben om te kunnen communiceren. Voor kinderen met taal- en/of spraakstoornissen geldt ook dat er communicatie moet zijn om mee te kunnen komen op de reguliere school. Vanuit de mytyl- en tyltylscholen verwacht De Koning ook geen toename. "Die hebben een prachtige outillage met hulpmiddelen die deze kinderen nodig hebben." Hij schat in dat er wel meer verstandelijk gehandicapten naar het regulier onderwijs zullen komen. "De grootste pressiegroep voor de invoering van het rugzakje waren de ouders van de kinderen op zmlk-scholen."

Buurtschool
Kinderen met een handicap die een indicatie hebben voor het speciaal onderwijs krijgen met ingang van augustus een rugzak mee als hun ouders kiezen voor een reguliere school in de buurt. In de rugzak zitten extra middelen voor het onderwijs op een school voor basis- of voortgezet onderwijs. De leerlinggebonden financiering is bedoeld voor doven en slechthorenden, kinderen met spraakstoornissen, lichamelijk en verstandelijk gehandicapten, meervoudig gehandicapten, langdurig zieke kinderen en kinderen met ernstig psychiatrische, gedrags- en/of leerproblemen.
Ter voorbereiding op het rugzakje zijn ongeveer 35 regionale expertisecentra gevormd, waarin bestaande scholen voor speciaal onderwijs regionaal hun krachten hebben gebundeld. De rec's gaan de ambulante begeleiding aan leerlingen en leerkrachten in het reguliere onderwijs verzorgen. En ouders kunnen er terecht voor begeleiding van hun aanvraag. Elk rec heeft een onafhankelijke commissie voor de indicatiestelling die bepaalt of een aangemelde leerling een beperking heeft die leidt tot extra faciliteiten.
Reguliere scholen moeten beleid opstellen voor de integratie van kinderen met een handicap. De school gaat na wat de mogelijkheden voor opvang en ondersteuning zijn en welke problemen uit de weg moeten worden geruimd. In het schoolplan en de schoolgids staat beschreven hoe de school de zorg voor de gehandicapte leerlingen aanpakt.
Hebben ouders hun gehandicapte kind aangemeld op de reguliere school, dan hebben scholen voor bijzonder onderwijs in principe drie maanden, en openbare scholen een maand de tijd om te beslissen over de toelating. De school mag een rugzakleerling weigeren, maar moet bewijzen waarom het niet kan. "In Groningen is een basisschool met negentig leerlingen van wie er drie gehandicapt zijn. Daarmee zien ze een grens bereikt", geeft Kuijs als voorbeeld. Ook een school met negentien nationaliteiten kan volgens hem voor zo'n moeilijke populatie zorgen, dat er minder ruimte is voor gehandicapten. "En als er veel perikelen zijn: fusie, ruzie, noem maar op, gaat alle energie daar naar toe. In zo'n periode komt een gehandicapt kind ook niet goed tot zijn recht."
Hij meent dat er voldoende waarborgen zijn ingebouwd dat een school niet zomaar weigert. "De school moet allereerst de ouders ervan overtuigen dat het kind niet kan worden toegelaten op school. En er moet een passage over zorg aan deze kinderen in het schoolplan staan. Als de school de leerling weigert terwijl de ouders het toch daar geplaatst willen hebben moet de school de adviescommissie toelating en begeleiding inschakelen." De ouders kunnen ook nog tegen de beslissing in beroep gaan bij de rechter, dus de school kan zich er niet met een jantje-van-leiden van afmaken. Als er problemen zijn bij plaatsing van een leerling op een school kan een onderwijsconsulent worden ingeschakeld.
De wegbereiders krijgen regelmatig vragen van scholen of ze niet een kant-en-klaar A4-tje voor in het schoolplan hebben liggen. Kuijs: "Dat hebben we dus niet. Het is veel beter als de school vanuit zijn eigen situatie schrijft." In het draaiboek over de invoering van het rugzakje, dat alle scholen toegestuurd hebben gekregen, staan wel handreikingen voor de beschrijving in het schoolplan.

Verwend
Leerkrachten hebben twijfels of ze de leerlingen met gedragsproblemen die met de rugzak in het regulier onderwijs komen, wel aan kunnen. Kuijs meent dat het vooral een mentaliteitskwestie is, maar Rob de Koning vindt de twijfel terecht. "Het gaat om een groep moeilijk opvoedbare, verwende kinderen met mondige ouders." De AOb heeft er bij de onderhandelingen over de rugzak steeds voor gepleit deze kinderen een jaar op de zmok-school te plaatsen, zodat ze na behandeling teruggeplaatst kunnen worden in het reguliere onderwijs. "Want het zijn in de klas ernstig storende kinderen, echte handenbindertjes."
De Koning adviseert scholen zich niet gigantisch voor te bereiden op de eventuele komst van een rugzakleerling. "Zorg dat er een globaal plan is hoe je er als school mee omgaat als er een aanmelding komt. De specifieke deskundigheid, die afhankelijk is van de aard van de handicap, kun je ontwikkelen als een leerling daadwerkelijk op school komt."

Meer informatie bij de Rugzak-informatielijn: 030 297 06 89.


Wat zit er in de rugzak?

Basisonderwijs:

* Per leerling 19 fre's (3,5 uur per week) extra die op de reguliere school moeten worden besteed aan formatie-uitbreiding van een leerkracht, onderwijsassistent of remedial teacher. Voor dove kinderen 39 fre's (zeven uur per week), voor verstandelijk gehandicapten vanaf groep 3 39 fre's.
* Per leerling 16,6 fre's (ruim drie uur per week) extra formatie voor de speciale school die de ambulante begeleiding gaat verzorgen. Voor dove leerlingen 36,9 fre's (6,5 uur per week).
* 1150 euro per leerling voor lesmateriaal en leermiddelen. Voor dove leerlingen 1950 euro en voor verstandelijk gehandicapten 950 euro.

Voor speciaal basisonderwijs gelden dezelfde uren en bedragen.

Voortgezet onderwijs:

* De reguliere school krijgt 2725 euro voor formatie-uitbreiding.
* De speciale school krijgt 2525 euro voor ambulante begeleiding. Voor dove kinderen 17 fre's (ruim drie uur per week).
* 216 euro voor extra leermiddelen.

Voor leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs gelden lagere bedragen, omdat deze al over een zorgbudget beschikken.

Websites met informatie over de invoering van het rugzakje:
www.leerlinggebondenfinanciering.nl van het ministerie van Onderwijs.
www.wegbereiders.nl met onder meer het draaiboek over de invoering van het rugzakje voor de scholen.
www.minocw.nl van het ministerie van Onderwijs met het dossier rugzakje.
www.tcai.nl van de tijdelijke commissie advisering indicatiestelling met informatie over de wet leerlinggebonden financiering, de werkwijze van de tcai en de indicatiestelling.
www.oudersenrugzak.nl van de ouderorganisaties voor de ouders. Er staan veel links genoemd naar sites met informatie over specifieke handicaps.


Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.