- blad nr 8
- 21-4-2001
- auteur . Overige
- Redactioneel
De criminaliteitstest
Directeur Thieu van Hintum van Glen Mills, een internaat
voor jonge delinquenten:
"Ik zou wel meer over de test willen weten, maar ik denk niet dat we hem op de Glen Mills-school kunnen gebruiken. Deze test richt zich alleen op criminaliteit en dat is voor ons niet interessant. Wij gebruiken hier de combinatieprocedure die is ontwikkeld aan de Universiteit van Leiden. Deze procedure voldoet prima en geeft een veel completer beeld. De gezinssituatie komt aan de orde, problemen op school en in de vrije tijd, het gedrag zoals agressie, drugsgebruik en nog veel meer.
Dat onze leerlingen aanleg hebben om crimineel te worden, hebben ze al wel bewezen. Of een jongere crimineel wordt, is volgens mij een kwestie van toeval. Je kunt nog zulke goede bedoelingen hebben maar als je weinig voorspoed hebt of verkeerde vrienden krijgt, dan kan er van alles gebeuren.
Ook brengt deze test een groot gevaar met zich mee, want een negatieve uitslag werkt stigmatiserend. Ik denk dat je deze jongeren juist heel positief moet benaderen en veel aandacht moet besteden aan hun denken en hun gevoelsleven. Toch kan het goed zijn om in een vroege fase al te constateren dat een jongere mogelijk in problemen kan komen. Er zijn positieve en negatieve aspecten aan een test, dat is de spagaat waarin we zitten. Maar het is zeker geen goed idee om ieder kind dat zich op een school, bij een riagg of de Jeugdzorg meldt meteen maar te testen. Dat moet je alleen doen als er al een groot vermoeden bestaat dat er iets mis is met een kind. Bijvoorbeeld een kind op de basisschool dat steeds dingen pikt.
En dan kunnen we het ook nog eens hebben over het woord criminaliteit. Ik vind dat zo1n containerbegrip. Wat bedoelen die hoogleraren daarmee? Sommige mensen die op het eerste gezicht een fantastisch en keurig leven leiden, tillen de belasting en anderen slaan mensen in elkaar. Dat is een enorm verschil. Test je of mensen moeite hebben met mijn en dijn, of mensen crimineel zijn ten opzichte van dingen of mensen? Of ze agressiever zijn dan normaal? Je moet eerst besluiten wat je nou precies wilt weten."
Mirna Breedveld, mentor en leerkracht Nederlands op het Novacollege in Amsterdam:
"Als zo'n test honderd procent betrouwbaar is, dan kan het gebruik ervan heel positief zijn. Weliswaar maken we de kinderen elke dag mee, maar toch zie je niet alles. Een kind kan heel lief zijn in de klas, maar zich heel anders gedragen in de kantine of op straat. En we hebben met de ouders van onze leerlingen vaak taalproblemen waardoor je er ook niet achter komt wat er thuis gebeurt.
"Aan de andere kant, als je veel weet van een kind dan ga je er toch anders mee om. Ik ben door de politie en een advocaat eens gevraagd om een oordeel te geven over hoe een kind zich in de klas gedroeg. Dit kind werd thuis mishandeld en deze informatie was nodig voor een rechtszaak hierover. Ik merkte dat ik toch heel anders naar die leerling ging kijken. Als ik zou weten dat een leerling potentieel crimineel is, dan zou ik hem ongewild toch meer in de gaten houden. Dat merken andere kinderen in de klas gauw genoeg en zo loop je de kans dat die leerling in een hoek wordt gedrukt want je hebt al snel een naam.
Ach, je kunt van tevoren wel allerlei commentaar hebben op deze test, maar je moet er eerst maar eens mee aan de slag, vind ik. Misschien kun je door de kinderen die potentieel crimineel zijn vroegtijdig te helpen, zorgen dat er minder leerlingen uitvallen en ze meer kans op een toekomst hebben."
Directeur Alfred Spaargaren van vmbo-school
het Utrecht-Zuidcollege:
"Moeten we ook nog gaan toetsen of leerlingen crimineel zijn? Ik denk van niet. Het is wèl een moeilijk vraagstuk. Want wat doe je als de criminaliteit in de maatschappij steeds maar toeneemt? Dan zul je toch wat moeten doen. Maar als je leerlingen test of ze aanleg hebben crimineel te worden, dan moet je op school ook de mensen in huis halen die capabel zijn om hier iets aan te doen. Docenten zijn er voornamelijk om les te geven, die kun je niet opzadelen met zo1n potentieel criminele leerling. Ik ben er niet voor om ook nog eens een groep deskundigen op dit gebied in huis te halen. Dat is toch de grote discussie op scholen: hoever draagt de verantwoordelijkheid van de school? Scholen in de grote steden gaan daar toch al steeds verder in, maar je kunt niet alle problemen van de maatschappij door het onderwijs laten oplossen.
Voor de maatschappij zou het goed zijn om deze jongeren vroegtijdig op te sporen, maar als directeur van een school kies ik voor de kinderen. Voor hen zou zo1n test helemaal niet positief zijn. Wat doe je bijvoorbeeld met de informatie die er uit de test komt? Ik ben nu al heel aarzelend om alle informatie die we over een kind hebben, aan alle docenten te geven. Voorbeeld hiervan zijn de kinderen die scholen af en toe van elkaar overnemen. Het is geen geheim dat het met die kinderen is misgegaan op hun oude school. Maar als alle docenten op school alles weten over dat kind, dan is het op zijn nieuwe school gedoemd te mislukken. Bovendien, stel je voor je bent elf jaar, je wordt getoetst, krijgt de uitslag en weet: Ik ben een potentiële ramp voor de maatschappij. Dat is nogal wat.
Je moet kijken naar de oorzaak van die criminaliteitsneigingen bij kinderen en daar wat aan doen. Wij proberen onze eigen bijdrage daaraan te geven. We stellen hier duidelijke normen en waarden op school en proberen leerlingen aan te bieden wat ze thuis niet krijgen. Daarnaast proberen we de ouders bij de school te betrekken. Het is belangrijk voor kinderen om naar een school te gaan waar ze zich welkom voelen, waar een sfeer van vertrouwen hangt."