- blad nr 1
- 11-1-2003
- auteur J. van Aken
- Redactioneel
Beginner vindt begeleiding vaak slecht
Niemand heeft het over ordeproblemen
De ene docent kreeg te horen dat zijn vraag om begeleiding slechts uit onzekerheid voortkwam. Bij een ander had de school geen tijd voor begeleiding, maar na een jaar of vijf zou ze wel van de ordeproblemen af zijn.
De begeleiding laat ernstig te wensen over, zo bleek tijdens de AOb-bijeenkomst voor beginners eind vorig jaar op het Vader Rijncollege in Utrecht. Een docente op een school in Almere meldt sinds de herfstvakantie voor de klas te staan. Ze komt uit het speciaal basisonderwijs. "Ik heb twee keer bij een les gekeken en ben daarna meteen begonnen. Een oudere leraar begeleidt mij. Als ik iets wil weten, klamp ik hem aan. Hij krijgt daar geen honorering voor."
Positieve uitzonderingen waren er ook. Bijvoorbeeld een wiskundedocent met een eigen coach, met wie hij wekelijks zijn lessen evalueert. Ook de nieuwe docenten van het Vader Rijncollege zijn erg te spreken over de begeleiding. Lio-stagiaire Sanne: "Je krijgt begeleiding vanuit de opleiding en van je stageschool."
Harry Claessens coördineert de begeleiding op het Scalacollege in Alphen aan den Rijn. De school heeft acht begeleiders die daarvoor honderd taakuren per nieuwe collega krijgen. De begeleiders hebben een cursus gehad in gesprekstechnieken en lesbeoordeling. Voor de beginners is er naast lesbezoeken en nabesprekingen ook een cursus van zeven bijeenkomsten. "Daarin komen beginnende docenten vooral met vragen. Maar het is ook belangrijk van elkaar te horen hoe je dingen aanpakt en of jouw beleid in de schoolcultuur past. De bijeenkomsten zijn verplicht", vertelt Claessens.
Schoolfeesten
Het onderwerp ordeproblematiek leidde AOb-bestuurder Marten Kircz in met een anekdote. "In Japan leren ze op de pabo met een spanningsboog van acht minuten te werken. Na elke acht minuten komt op de Japanse televisie namelijk een reclamespotje, daar moet je rekening mee houden." Eén schrale troost had hij: "Wij, ervaren docenten, hebben ook ordeproblemen."
"Met ordeproblemen kan ik niet echt terecht bij mijn collega's", vertelt Yvette Licher. Ze geeft Nederlands als tweede taal (NT2) aan nieuwkomers op scholengemeenschap Panta Rhei in Amstelveen en is drie jaar geleden afgestudeerd. "Ik heb eerst een jaar in Amsterdam gewerkt, maar daar was de begeleiding zo slecht dat ik ben weggegaan." Vervelend vindt ze dat oudere collega's de neiging hebben jongeren allerlei activiteiten in de maag te splitsen. "Schoolfeesten, werkgroepen voor taalbeleid of waarden en normen, kortom, de buitenschoolse activiteiten komen veelal op jongeren neer, terwijl die het als beginner al zwaar hebben."
De AOb-bijeenkomst geeft beginners ook uitleg over hun rechtspositie. Zo kwam Licher er achter dat ze ten onrechte geen reiskosten krijgt uitbetaald, haar werktijd niet klopt en ze ontdekte het bestaan van collectieve verzekeringen.
Luidruchtig
Tijdens de beginnersbijeenkomst voor het basisonderwijs op basisschool de Kring/Hannie Schaft in Haarlem klonk hetzelfde verhaal: begeleiding ontbreekt vaak. Een greep: "Bij mijn sollicitatie is iemand aangewezen, maar die begeleidt me niet. De interne begeleider komt nu en dan in de klas kijken, maar dat vind ik eigenlijk niet voldoende." Een leerkracht die tien jaar geleden haar bevoegdheid heeft gehaald, staat sinds september voor de klas. "Een uur per week komt er iemand van de schoolbegeleidingsdienst. Dat uur zijn de kinderen onder de indruk en dan gaat het wel."
Sonja Zwart (22) heeft sinds juli haar pabo-diploma. Ze volgt twee dagen per week een cursus remedial teaching en werkt daarnaast als vervanger op haar stageschool de Zuidwester in Heiloo. "Het bevalt me hartstikke goed voor de klas, eindelijk geen pottenkijkers", grapt ze. "Ordeproblemen heb ik niet echt, al gebeurt het wel eens dat ze bij handvaardigheid luidruchtig worden. Zal ik nu ingrijpen of straks, dat is soms lastig om te bepalen." Over de begeleiding is ze erg tevreden. "Ik kan bij iedereen terecht met vragen. Dat gaat meestal over stof die ik moet behandelen of over huishoudelijke dingen."
Het meeste opzien baart het ordeprobleem van Petra Nobel (44). Zij werkt sinds dit schooljaar op een basisschool in Purmerend, drie jaar geleden deed ze de Ipabo. "De school staat in een buurt waar veel kinderen thuis horen dat buitenlanders het land uit moeten. Op een gegeven moment stonden er heel grove teksten als 'kankerjood' en 'teringwijf' op het bureaublad van de computer. Ik heb met de kinderen gepraat over de pijn die je mensen kunt doen met dat soort woorden. Er zit een Marokkaans jongetje en een Soedanees meisje in de klas. 'Moet Iljas ook het land uit', vroeg ik de kinderen. 'Nee juf, die niet', was het antwoord. Ik heb een jongen de klas uitgestuurd wegens zijn taalgebruik. Zijn moeder adviseerde me het maar te accepteren. Hij sprak nu eenmaal grove taal en anders had ik het hele jaar problemen volgens haar. Nu hanteer ik een heel strikt beleid: je bent welkom, maar alleen als je de taal die je thuis gewend bent niet gebruikt, anders ga je een dagdeel de klas uit. Dat heb ik ook tegen ouders gezegd en langzaam merk je dat het werkt."
Beginners leren veel van elkaar
De groep beginnend onderwijspersoneel van de AOb biedt starters in het onderwijs ondersteuning en begeleiding, onder andere door het organiseren van bijeenkomsten. De groep geeft voorlichting op pabo's en lerarenopleidingen en denkt na over beleidsvoorstellen om bijvoorbeeld de begeleiding te verbeteren. "Het is belangrijk dat beginners zelf inspraak hebben, daar staan wij als groep voor open. Ook denk ik dat je als beginner veel van elkaar kunt leren", zegt voorzitter Ciska Pauw.
De groep werkt aan workshops voor beginners waarbij bijvoorbeeld orde houden en de omgang met collega's aan bod komen. Pauw vindt dat mensen in het onderwijs actiever hun eigen positie kunnen verbeteren. "Zorg wat beter voor jezelf, kom wat meer voor jezelf op. Maak gebruik van de huidige schaarste door eens elders te kijken als een school niet goed voor zijn personeel zorgt", oppert ze.
Lisette Keus werkt op de Westwijzer in Amstelveen en is lid van de AOb-groep. Ze vindt het heel belangrijk dat er collega's zijn met ervaring om even mee te praten. "Die miste ik het eerste jaar." Voor de begeleiding van beginners moet dan ook tijd vrijkomen. "Mensen hebben heel praktische vragen als: hoe begin je een rapportgesprek van een leerling met problemen, hoe moet je je gedragen tegenover ouders?" Want ook ouders maken je het in het begin moeilijk. "Ze zijn kritisch en proberen je uit. Maar ze accepteren je als ze zien dat je het zo leuk mogelijk probeert te doen en in tegenstelling tot de verzadigde leerkracht wel dat extra knutselwerk wil maken."
Meer informatie: www.aob.nl, of e-mail ciskapauw@hotmail.com