- blad nr 1
- 11-1-2003
- auteur R. Voorwinden
- Redactioneel
Deelvakken sneuvelen bij wijziging tweede fase
Een te overladen en te versnipperd lesprogramma, te weinig keuzemogelijkheden voor de leerlingen en te veel voorschriften voor de leraren. Dat waren de niet geringe problemen in de tweede fase van het voortgezet onderwijs. De overleggroep Tweede fase, die werd ingesteld om een oplossing voor de problemen te vinden, presenteerde gisteren haar voorstellen.
De overleggroep worstelde zich door zo'n 130 onderzoeken en rapporten die de afgelopen jaren zijn verschenen over de tweede fase voortgezet onderwijs, vertelt Wim de Kok, die namens de AOb in de overleggroep zat. En die worsteling heeft succes gehad. De voorstellen tot verandering van de tweede fase vormen volgens De Kok een afgewogen geheel. "Hiermee kunnen we veel problemen oplossen. Al moeten de voorstellen natuurlijk nog wel met het onderwijsveld en met de AOb-achterban worden besproken" (zie kader).
Een van de in het oog springende voorstellen is om de deelvakken te schrappen. In de tweede fase zijn diverse vakken opgeknipt in twee delen, de leerling hoeft niet per se het hele vak te volgen. De gedachte achter die splitsing was dat niet elke leerling alles meer hoeft te kunnen. In het vwo is het deelvak Frans 1 bijvoorbeeld alleen gericht op leesvaardigheid, omdat de leerlingen later op de universiteit Franse boeken en rapporten moeten kunnen lezen. In het havo bestaat het deelvak Frans 1 juist uit spreken en luisteren, omdat de leerlingen later maatschappelijk en sociaal met de taal uit de voeten moeten kunnen. Ook Duits en natuurkunde, wiskunde en scheikunde werden opgesplitst.
Minder groepen
In de praktijk blijkt het echter heel moeilijk te zijn om les te geven in een deel van een vak, verklaart De Kok. "Want hoe kun je nu lees- of spreekvaardigheid oefenen zonder de totale taal te doceren, inclusief de grammatica?" Als protest tegen de deelvakken richtten docenten Duits en Frans het actiecomité Heelmeesters op.
Een tweede probleem van de deelvakken was dat daardoor veel kleine klassen ontstonden en sommige vakken maar één uur per week werden aangeboden. Te kort voor de leraar om de leerlingen te leren kennen en met onvoldoende regelmaat voor de leerlingen om er echt iets van op te steken. "Door het afschaffen van de deelvakken wordt het aantal lesuren groter en heeft de docent minder groepen", legt De Kok uit. "Ik verwacht hiervoor brede steun onder leraren."
De overladenheid van het programma wordt, als het aan de overleggroep ligt, eveneens teruggebracht door de vakken algemene natuurwetenschappen en maatschappijleer niet langer verplicht te stellen voor alle leerlingen. Slechts een van beide vakken is voortaan verplicht, afhankelijk van het profiel dat de leerling volgt. Leerlingen die 'natuur en techniek' of 'natuur en gezondheid' kiezen, volgen verplicht maatschappijleer, een vak dat ze in de rest van hun vakkenpakket niet snel tegen zullen komen. En leerlingen die 'economie en maatschappij' of het profiel 'cultuur en maatschappij' kiezen, krijgen verplicht algemene natuurwetenschappen. Op die manier maken ze dan toch nog kennis met de basisvragen van de natuurwetenschappen.
Verliezers
Veel leerlingen klagen over een gebrek aan keuzemogelijkheden in de tweede fase. Onder de Mammoetwet was die keuze wat te groot (dat leidde onder andere tot de beruchte pretpakketten van leerlingen), maar in de nieuwe situatie wordt wel erg veel dwingend opgelegd. Naast een verplicht gemeenschappelijk deel volgt elke leerling een van de vier profielen. Uiteindelijk blijft er maar één vak ter vrije keuze over.
De overleggroep stelt voor om dat uit te breiden tot twee vakken en ook binnen enkele profielen komen er keuzemogelijkheden.
Bij wiskunde, scheikunde en natuurkunde heeft de overleggroep volgens De Kok moeilijke keuzes gemaakt. Zo is in het profiel 'natuur en gezondheid' in het vwo één verplicht vak gesneuveld: natuurkunde. "Universiteiten gaven aan dat als er een vak af moest, dat wat hen betreft natuurkunde zou moeten zijn. Dan geven de universiteiten in het eerste jaar wel extra natuurkunde aan degenen die dat nodig hebben."
Verder lijken de vakken wiskunde, natuurkunde en scheikunde veel studiebelastingsuren in te leveren. In het vwo daalt wiskunde-b bijvoorbeeld van 760 naar 480 studiebelastingsuren, scheikunde gaat van 520 naar 440 en natuurkunde van 560 naar 480.
De deelvakken natuurkunde 1 en scheikunde 1 - niet eens de hele vakken - bieden volgens de universiteiten al voldoende om te worden toegelaten tot alle universitaire studies, zegt De Kok. "Vandaar dat de overleggroep moest concluderen dat het wel wat minder kon met deze vakken in het voortgezet onderwijs."
De exacte vakken lijken de verliezers te zijn bij deze aanpassing van de tweede fase, maar dat ligt volgens De Kok genuanceerd, al vergt dat wel even wat rekenwerk. Want omdat de deelvakken wegvallen, komen er voor sommige vakken ook weer uren bij. "Het hele vak scheikunde in het vwo daalt van 520 naar 440 uur. Dat is tachtig uur eraf. Maar scheikunde 1 was 400 uur en dat wordt nu gewoon het complete vak scheikunde. Dat is weer veertig uur erbij. En het vak natuurkunde krijgt volgens de voorstellen 480 studielasturen, terwijl natuurkunde 1 nu maar 360 uren heeft."
Verder komen er, zo stelt de overleggroep voor, twee nieuwe keuzevakken voor de leerlingen die echt geïnteresseerd zijn in wis- en natuurkunde: voortgezette natuurwetenschappen en voortgezette wiskunde. De Kok: "Leerlingen kunnen straks door hun keuzes in het vrije deel van het programma zelfs iets meer uren aan de exacte vakken besteden dan nu."
Ballast
Een voorstel van de overleggroep dat weinig discussie zal uitlokken is dat het aantal voorschriften voor leraren wordt teruggedrongen. "In de gedetailleerde voorschriften voor de schoolexamens staat bijvoorbeeld dat de leerlingen bij het vak geschiedenis drie praktische opdrachten moeten uitvoeren, waarvan één in een groepje van minimaal drie leerlingen. Laat dat soort zaken alsjeblieft aan de professionaliteit van de docent over."
Revolutionair klinkt het voorstel om te overleggen met de docenten. "Er was veel gemopper over de inhoud van vakken in de tweede fase", zegt De Kok. "Daarom hebben wij er als AOb sterk op aangedrongen dat die inhoud met de docenten wordt besproken. Want zíj zijn de werkers in het veld, zij weten wat essentieel en wat ballast is. Het is onze bedoeling om elke sectie op elke school daarover eenmalig te enquêteren."
De voorstellen van de overleggroep worden de komende maanden besproken met het veld en de AOb-achterban. Daarna stuurt de minister van Onderwijs een definitief voorstel aan de Tweede Kamer. De veranderingen zullen niet eerder dan in 2005 ingaan.
De Kok heeft goede hoop dat de voorstellen positief worden ontvangen. De wijzigingen willen ook helemaal niet zeggen dat de tweede fase op een mislukking is uitgedraaid. "Hij is alleen te snel ingevoerd. De invoering van de Mammoetwet duurde vijf jaar, de invoering van de tweede fase één. Dan is het logisch dat je achteraf wat moet bijstellen."
De complete lijst van de voorgestelde urenverdeling is te vinden op www.aob.nl
Meepraten over toekomst vmbo en plannen tweede fase
Hoe moet het verder met het vmbo? De nieuwe examens zullen de discussie over de leerwegen beïnvloeden. Daarnaast staat de leerlingenzorg in het vmbo hoog op de agenda, met nadruk op de situatie van allochtone leerlingen. In de eerste vmbo-discussieronde met AOb-leden vooral aandacht voor de leerwegen.
Deze maand publiceert de minister van Onderwijs de voorstellen voor de herijking van de tweede fase havo/vwo. Doel daarvan is het oplossen van een groot aantal problemen, zoals versnippering van vakken, overladenheid, te veel uitvoeringsvoorschriften, beperking van keuzemogelijkheden, te hoge werkdruk, ingewikkelde uitslagregeling. Ter voorbereiding op de AOb-reactie organiseert de bond bijeenkomsten voor de leden.
Bij de bijeenkomsten zijn aanwezig leden van het sectorbestuur voortgezet onderwijs en hoofdbestuurders Wim de Kok en Marten Kircz.
Zuid: dinsdag 28 januari, Ds. Pierson College, G. ter Borchstraat 1, Den Bosch.
Noordwest: dinsdag 4 februari, scholengemeenschap Damstede, Rode Kruisstraat 83, Amsterdam.
Noord: donderdag 6 februari, scholengemeenschap Piter Jelles, Leeuwarden. Vmbo: locatie Nijlân, Princesseweg 4; tweede fase: locatie Aldlân, D. Kalmaleane 2.
Oost: dinsdag 11 februari, Etty Hillesumlyceum, Van Hetenstraat 74, Deventer.
Zuidwest: donderdag 20 februari, scholengemeenschap Wolfert van Borselen, Bentincklaan 280, Rotterdam.
Alle bijeenkomsten duren van 16.00 tot 18.00 uur.