- blad nr 1
- 11-1-2003
- auteur T. van Haperen
- Column
Boze ouder
"Ik belde die leraar in de avonduren, overdag werk ik namelijk. Werd hij boos. Weet u wat hij uiteindelijk zei? Harder werken! Ik vind dat armoedig. Waarom? Omdat ze het probeert, maar ze doet kennelijk iets verkeerd. Hoe komt dat? Dat wil ik weten. Nu krijg ik van u weer zo'n verhandeling over zapgeneratie, hangjongeren en computerspelletjes. Wat moet ik met deze sociologie van de koude grond?"
"Mijn dochter is gefrustreerd. Als ze in de klas iets vraagt, krijgt ze als antwoord: 'Denk daar maar eens over na' en 'Ga aan het werk'. Maar hoe dan? Ze weet niet wat ze niet weet en hoe ze het te weten kan komen... ze zit daar om te leren. Kunt u me nog volgen? U kijkt zo raar."
"Het is toch aan de leraar om de verbinding te leggen? Welke? Nou, die tussen wat er in het kind zit en wat ze moet leren."
"U ziet dat anders? Eigen verantwoordelijkheid voor het leerproces? Er zitten dertig kinderen in de klas. Nee hè, niet weer die werkdruk. Daar komt uw soort altijd mee. Die man heeft helemaal geen werkdruk, hij is aanwezig, verder doet hij niks! Een onaardige opmerking? Mij lijkt het eerder een feitelijke constatering. Een hele prestatie hoor, een doubleur van een 5 op een 2 krijgen. Dat is helemaal niet veel, een 2. Komt vaker voor? Dan falen jullie vaak!"
"Mijn dochter zit in een klas, luistert, doet oefeningen, huiswerk, krijgt eens in de zes weken proefwerk en het resultaat is: niks geleerd. Gebrek aan inzet? Bekijk het, we hebben het over een kind, het is ook jullie taak om ervoor te zorgen dat ze wat doet. Maar het ligt aan haar, de leerling als vijand."
"Weet u wat het is? Zij krijgt les van mensen die moeite hebben met jeugd. Zo'n oude man moet voor de hypotheek nog een paar jaar, maar wil eigenlijk rust. Jonge leraren zijn nog erger. Vanuit een nerveuze controlezucht prikkelen ze fantasieloos met straf en onvoldoendes, enkel repressie, op een gezellige manier iets leren is er niet bij. Mensen van uw leeftijd, met opgroeiende kinderen, staan niet voor de klas. Ja, ja, dat begrijp ik, u heeft andere taken."
"Einde gesprek? Dat dacht ik niet! Hoe is het perspectief?"
"Gebrek aan capaciteit? Zo makkelijk komt u er niet mee weg. Intelligentie is erfelijk, mijn vrouw en ik hebben allebei een universitaire opleiding. Een arrogante opmerking? Het is gewoon zo."
"Wat doet u hier eigenlijk? Coördineren? Interessant, dit is mijn vierde gesprek, telkens met een ander, ik zou onderhand wel eens iemand met gezag willen spreken. Dat bent u? Is er geen conrector of rector? Ah, die bemoeien zich niet met dit soort zaken..."