- blad nr 19
- 2-11-2002
- auteur T. Snel
- Redactioneel
Mbo'er struikelt over rekenen en taal op pabo
"Er is wel een verklaring voor", zegt pabo-directeur Frans Bolsius. "Veel mbo-studenten die we nu hebben, zijn via vbo of mavo in het mbo gekomen. Ze hebben in een behoorlijk vroeg stadium, in mavo-2 bijvoorbeeld, wiskunde laten vallen. Omdat ze dat vak niet zien zitten. Degenen die mbo-spw hebben, hebben sowieso weinig wiskunde in hun opleiding gehad." Op de pabo moeten ze rekenen zonder rekenmachine. "Die groep heeft daar behoorlijke problemen mee. De wet zegt dat we deze mensen zonder meer toe moeten laten. Ze van tevoren hierop testen mag niet. Als je de lesstof tot en met groep acht beheerst, heb je in principe voldoende niveau. Maar je kunt de opdrachten van groep acht niet blind maken, daar moet je wat voor doen."
Voor propedeusecoördinator Jürgen Memelink van de Theo Thijssen pabo in Utrecht is het beeld herkenbaar. "De taalvaardigheid van eerstejaars is bedroevend." Of dit vooral onder mbo-opgeleiden is, weet hij niet. Tot hoeveel uitvallers het heeft geleid is ook niet te zeggen, omdat de studenten er tot dit studiejaar altijd langer dan een jaar over mochten doen om de taal- en rekenvaardigheidstoetsen te halen. Memelink: "Dit jaar moeten ze het binnen een jaar halen, maar ze krijgen dan ook meer begeleiding."
Op de pabo van de Hogeschool In Holland in Rotterdam valt 25 procent van de propedeusestudenten af, een normaal percentage. "Taal en rekenen is een struikelblok", zegt woordvoerder Hilde Eugelink. "Als studenten in hun vooropleiding minder grammatica en spelling hebben gehad, is dat merkbaar. Overigens, veel studenten komen naar de pabo omdat graag met kinderen werken, niet omdat ze taal en rekenen nou zo leuk vinden." Hogeschool In Holland geeft extra cursussen aan de zwakke studenten.