• blad nr 17
  • 3-10-2002
  • auteur . Overige 
  • Redactioneel

'Burn-out los je niet op met een cursus' 

Toegewijde leraren lopen meeste risico

"Ophouden met al die cursussen stresshantering en weerbaarheid", vindt Joan van Horn. "Wie een burn-out bij leerkrachten wil voorkomen moet eerst kijken naar wat de oorzaken ervan zijn. Een burn-out komt doordat de investeringen die een leerkracht doet en de opbrengsten die er tegenover staan, niet in evenwicht zijn. Dat probleem los je niet op door een cursus". Van Horn promoveerde 13 september op haar onderzoek Teacher burn-out, a flickering flame aan de Universiteit van Utrecht.

"Het is erg rigoureus, maar soms kunnen leerkrachten met een burn-out maar beter een andere baan zoeken. Mensen die meer investeren dan dat ze terugkrijgen, lopen de meeste kans om een burn-out te krijgen. Als dit gebeurt en er verandert aan de situatie op school niets, dan heeft drie maanden rust geen zin. Je kunt donder opzeggen dat ze dan binnen de kortste keren weer thuis zitten", aldus Van Horn.
De rode draad in haar onderzoek is de balans tussen wat een leerkracht investeert in zijn werk en wat hij ervoor terugkrijgt. "Wie meer geeft dan ontvangt, ervaart een gevoel van onbillijkheid en ontevredenheid en dit veroorzaakt op den duur een burn-out. Iedereen wil het gevoel hebben dat hij rechtvaardig wordt behandeld."
"Er was al wel bekend dat oudere en minder ervaren leerkrachten meer kans hebben op een burn-out. Ook het schooltype speelt een rol. Zo zijn er in het voortgezet onderwijs meer leerkrachten met burn-out dan in het basisonderwijs. Met mijn onderzoek wilde ik boven water krijgen waardoor een burn-out precies ontstaat", vertelt Van Horn.
Met haar onderzoek dat acht jaar duurde, wilde ze onder andere meten hoe groot het gevoel van onrechtvaardigheid is bij leraren. Om dit na te gaan, vroeg Van Horn aan honderd leerkrachten in het basis- en voortgezet onderwijs waar ze de meeste energie aan besteden op school en waar hun opbrengsten vandaan komen. Van Horn: "Zoals verwacht is de relatie met de leerlingen het meest intensief en kost dus de meeste energie, gevolgd door die met collega's en daarna met de schooldirectie." Dit gegeven bleek echter niet alles te zeggen over waar leerkrachten het meest moe en gefrustreerd van worden. Van Horn: "De gevoelens van onbillijkheid zijn niet per definitie het hoogste bij relaties waar ze de meeste energie in steken. Het gaat om de balans. Leerkrachten gaven in de gesprekken ook aan dat ze de meeste opbrengst krijgen van hun leerlingen. De interactie met hun leerlingen bezorgt hun het meeste plezier in hun werk. Een leerling die als grijze muis de klas binnenkomt en dankzij veel steun en aandacht toch opbloeit na verloop van tijd, geeft veel bevrediging." Het plezier in het vak komt dus voornamelijk van de interactie met leerlingen. Maar hier is niet alles mee gezegd. "Tegenwoordig is de emotionele belasting óók veel zwaarder. Sommige leerkrachten gaven aan dat ze erg gefrustreerd worden van het toenemend aantal leerlingen dat ze niet kunnen bereiken. Het maakt niet uit hoeveel energie ze aan zo'n leerling geven, de situatie verbetert niet. Zo'n chronisch storend element kan de sfeer in een klas erg verzieken." Ook de verminderde status van het beroep heeft consequenties. "Als een leerling zich misdroeg en naar huis werd gestuurd, werd hij vroeger thuis ook aangepakt. Tegenwoordig komen de ouders naar school en roepen de leerkracht ter verantwoording."

Wrang
Misschien kan een verlaging van de investeringen ervoor zorgen dat een leerkracht minder gauw een burn-out krijgt, dacht Van Horn. Ze onderzocht deze stelling en kwam tot de ontdekking dat niets minder waar is. "Zo'n vermindering bleek juist een averechts effect te hebben. De balans tussen investering en opbrengst werd niet hersteld en het gevoel van onbillijkheid werd er dus niet minder op. Dit komt omdat bij een vermindering van de investering, ook de opbrengst minder wordt. Als een leerkracht om zichzelf te sparen bijvoorbeeld minder moeite gaat doen om een leerling met achterstand te helpen, dan zakt die leerling weer snel weg. De lol van een goed cijfer dat je samen met een leerling bereikt, heb je dan niet meer." Volgens Van Horn doen leerkrachten vaak extra taken omdat dit ze zelf ook motiveert. "Ze organiseren buitenschoolse activiteiten, doen hun best om het lesmateriaal te verbeteren en hebben altijd wel een extra half uurtje over om een leerling te helpen. En vooral deze meest toegewijde leerkrachten, die met hart en ziel voor hun school werken, hebben de meeste kans op een burn-out", aldus Van Horn. "Dat is heel wrang, want deze mensen zijn juist erg hard nodig in het onderwijs. Leerkrachten met de meeste kans op een burn-out hebben bovendien zelf niet door dat ze hun eigen grenzen voorbij gaan. Ze verhogen steeds weer hun inzet en hebben te laat in de gaten dat ze aan het eind van hun Latijn zijn".

Gefrustreerd
Naast het plezier van werken met leerlingen, vallen ook andere aspecten onder het hoofdstuk 'opbrengst'. Zoals de omgang met collega's. "Wie zelf veel investeert in zijn school, raakt gefrustreerd als andere collega's veel minder doen. Collega's die de kantjes ervan aflopen en niet zijn te bewegen om taken uit te voeren, geven een groot gevoel van onbillijkheid."
Wat leerkrachten het meeste opbreekt volgens Van Horn is het gebrek aan steun en waardering dat ze krijgen voor hun werk van hun directie. "Iemand kan behoorlijk wat werkdruk en stress verdragen, als hij maar weet en voelt dat de directie hem helpt en achter hem staat. Uit de gesprekken die ik had, blijkt dat dit bij veel leerkrachten niet het geval is. Een schouderklopje maakt zoveel verschil en waardering is nodig om goed te kunnen blijven functioneren op school."
De manier om burn-outs bij leerkrachten te voorkomen, is op de eerste plaats om meer te investeren in assistenten, zegt Van Horn. "Er moet worden gekeken naar wat specifieke taken zijn voor leerkrachten en welke taken kunnen worden uitbesteed. Zoals kopieerwerk bijvoorbeeld. Daar zijn nu assistenten voor. Als die worden wegbezuinigd, neemt de werkdruk in het onderwijs nog meer toe." Van Horn denkt zeker dat meer geld in het onderwijs de werkdruk kan verlagen, maar ziet een verhoging van het salaris van leerkrachten niet als heilig middel. "Want wat heb je aan meer geld als je ontevreden bent op je werk en bovendien niet de vrije tijd hebt om dat geld te besteden."
Wat volgens Van Horn het belangrijkste is om burn-out tegen te gaan is dat directies meer betrokken moeten zijn bij het welzijn van hun personeel, onder meer door de gezondheid van leerkrachten beter in de gaten te houden. Van Horn: "Er zijn vragenlijsten waarmee kan worden bepaald welke leerkracht tegen een burn-out aanzit en welke leerkrachten een verhoogd risico hebben om er een te krijgen. En met die informatie moet ook echt wat worden gedaan."

Het onderzoek 'Teacher burnout, a flickering flame' is te bestellen bij Uitgeverij Eburon b.v. in Delft, telefoonnummer 015 - 2131484.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.