- blad nr 17
- 3-10-2002
- auteur G. van der Mee
- Redactioneel
Onderwijsbegroting roept veel protest op
"Als je op school een goede opleiding krijgt, heb je minder kans om crimineel te worden", zei de vijftienjarige Fouzia Amkadmi tijdens een van de werkonderbrekingen op woensdag 18 september. Dat had het kabinet Balkenende moeten weten toen de gelden verdeeld werden over veiligheid en onderwijs. Nu is er in de onderwijsbegroting nauwelijks extra budget uitgetrokken voor zaken als de verbetering van de positie van de leraar en de vernieuwing van schoolgebouwen.
Vlak voor de start van de algemene beschouwingen in de Tweede Kamer werd er op enkele honderden scholen een werkonderbreking gehouden van één uur uit protest tegen de onderwijsbegroting. Iedere school vulde dat op zijn eigen manier in. Op de vmbo-school Nieuw Rotterdam van Fouzia Amkadmi werd aan de hand van een voorbeeld met zakgeld uitgelegd hoe je geld moet verdelen. Op het Sondervickcollege te Veldhoven werd een alternatieve les gehouden waarbij de leerlingen van tien klassen bij elkaar werden gezet in de ruimte van het studiehuis. Volgens Wil van der Vliet, sectorconsulent voor de AOb, moest deze situatie de toekomst voorstellen wanneer er niets gebeurt. Binnen vijf jaar verdwijnen van deze locatie 21 van de 120 leraren, omdat ze dan met pensioen gaan. Iedereen vraagt zich af of die plekken wel worden ingevuld. Vandaar dat de tien klassen les kregen van twee docenten. Van der Vliet: "Als hun vacatures niet worden ingevuld kan er alleen nog gewerkt worden met hele grote klassen. De hoop die we bij het vorige kabinet kregen op langjarige investeringen is nu vervlogen."
Besturen en organisaties van schoolleiders namen het initiatief tot de actie, de vakbonden sloten zich daarbij aan. Volgens hen is er nog zeker drie miljard euro extra voor het onderwijs nodig. Dat moet dan vooral besteed worden aan gebouwen, verbetering van de primaire arbeidsvoorwaarden en meer handen in de klas.
In het Arnhemse onderwijs wilde men graag actie voeren, van de zestig basisscholen deed de helft mee aan de werkonderbreking. Volgens P. Jorritsma waren dat er meer geweest wanneer men wat eerder op de hoogte was gesteld. Jorritsma werkt bij het Schoolbestuur openbaar primair onderwijs Arnhem, hij is vooral bezorgd over het verdwijnen van de ID-banen (voorheen Melkertbanen). "In Arnhem zijn dat er voor het openbaar en bijzonder onderwijs 120. Wanneer die mensen niet langer gesubsidieerd worden, dan kan de directeur weer lampen in gaan draaien." Hij vindt dat het primair onderwijs veel te weinig faciliteiten krijgt voor ondersteunend personeel. "In het voortgezet onderwijs is dat altijd normaal geweest, maar in het basisonderwijs is daar te weinig ruimte voor in de formatie. Vandaar dat er zoveel van de ID-banen in het basisonderwijs zijn gekomen. Er worden hoge eisen gesteld aan de schoolleider, die moet coach zijn van het team en hoeksteen van de nieuwe ontwikkelingen, maar als hij geen ondersteunend personeel krijgt, dan wordt hij weer net als vroeger manusje van alles."
Jorritsma verbaast zich erover dat er zo weinig protesten klinken uit het onderwijs. "Volgens mij zijn ze er in de gezondheidszorg veel sneller bij." Die verbazing wordt gedeeld door het team van de openbare basisschool de Delta in Purmerend, dat vond de werkonderbreking veel te braaf. "Waarom niet de hele boel plat, desnoods voor een week?" vraagt Ruud Bos, een van de leerkrachten, zich af. Hij denkt dat hij namens het merendeel van zijn elf collega's spreekt. "Wij hebben het gevoel dat van zo'n uurtje leuk andere dingen doen niemand opkijkt. Ik wil gewoon dat het beter gaat en dat moet afgedwongen worden. Dan vind ik dat je óf goede acties moet voeren of maar helemaal niet."
Respectloos
In het hoger onderwijs is men allerminst gelukkig met de efficiencykortingen die in 2006 oplopen tot 143 miljoen euro.
Frans Leijnse, de voorzitter van de Hbo-raad, verwijt het kabinet afkerig te zijn van de intelligentsia. In een ingezonden artikel in de Volkskrant zegt hij dat het hoger onderwijs, kenniseconomie of niet, weinig geliefd is in kabinet en Kamer. Over de suggestie om vier procent van het personeel te schrappen schrijft hij: 'De lafheid van deze bezuiniging, het ontbreken van iedere schijn van legitimiteit, heeft een verbitterde reactie opgeroepen in het hoger onderwijs. Daarin klinkt niet alleen onvrede over de zoveelste korting door, maar ook woede over de slordige en respectloze behandeling van hun werk."
Suggesties van collega's om versnippering van opleidingen tegen te gaan of om studenten meer te laten betalen, vinden bij Leijnse wel genade. Maar op hoger collegegeld rust volgens hem een politiek taboe. Leijnse bepleit een soort profijtbeginsel: het door de overheid bekostigde onderwijs moet beperkt blijven tot één bachelordiploma. Studenten die een tweede bachelor willen halen mogen wel inschrijven, maar moeten een kostendekkend collegegeld betalen. Dit zou het hoger onderwijs tachtig miljoen euro besparen. Verder vraagt hij zich mét staatssecretaris Nijs af, of het financieren van masteropleidingen niet veel selectiever moet. Belangrijke delen van de masteropleidingen kunnen aan de private markt worden overgelaten. Studenten van deze opleidingen bouwen dan wel een schuld op, maar bijvoorbeeld managers en accountants, kunnen die later makkelijk terug betalen. Het vraagt alleen wel om keuzes die de overheid moet maken en daar ontbreekt het volgens Leijnse aan.
Tijdens de algemene beschouwingen in de Tweede Kamer probeerde de oppositiepartijen het kabinet nog over de streep te trekken voor meer investeringen in het onderwijs en behoud van de ID-banen. Jeltje van Nieuwenhoven(PvdA) wees erop dat het schrappen van de ID-banen ook ten koste zou kunnen gaan van de integratie van allochtonen, omdat veel allochtonen juist in deze banen werken. In de begroting staat weliswaar een streefgetal voor het terugdringen van de hoge uitval uit het beroepsonderwijs, maar er staan geen middelen tegenover. Volgens Van Nieuwenhoven lopen jongeren zonder beroepskwalificatie een verhoogd risico hebben op crimineel gedrag. Jan Marijnissen (SP) vond het idioot dat de vakbonden van het kabinet geen looneisen mogen stellen, terwijl ondertusen zowel het spaarloon als de lijfrenteaftrek wordt afgepakt. Hij voorspelde een tweedeling tussen arme en rijke scholen als de financiële vrijheid groter wordt, ook het idee van het prestatieloon wees hij af. Collegegelddifferentiatie betekent volgens Marijnissen dat studenten met rijke ouders naar de betere studies kunnen.
GroenLinks kwam met een alternatieve begroting waarin wel ruimte is voor onderwijs en de laagste inkomensgroepen. Francine Giskes (D66) verweet de drie coalitiepartijen mooie beloften voor de verkiezingen. In de begroting wordt echter niet meer aan onderwijs gebouwd, eerder wordt het gesloopt. In de alternatieve begroting van D66 is er 350 miljoen euro extra voor onderwijs.
Premier Balkenende beheerst het 'schuifsysteem' al net zo goed als zijn minister Maria van der Hoeven. Scholen krijgen meer eigen verantwoordelijkheid toegeschoven, zoals de lumpsumfinanciering in het basisonderwijs, en dan zouden ze opeens veel meer te besteden hebben. Een soort wonderbaarlijke geldvermenigvuldiging. Het schrappen van de ID-banen schoof Balkenende door naar onderhandelingen met de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten). De gemeenten krijgen dus de verantwoordelijkheid om de korting van het rijk op andere posten te vinden. Het schuifsysteem kan ook vergeleken worden met schuifkaas: één stukje kaas dat op een boterham steeds wordt doorgeschoven. Het is net of je echte kaas eet, maar in feite is het enkel de geur.