- blad nr 17
- 3-10-2002
- auteur J. van Aken
- Redactioneel
Scholen vinden trage verbinding grootste probleem
Onzekerheid financiering Kennisnet blijft
De financiering van de Kennisnetverbinding is vanaf 2004 niet in de onderwijsbegroting opgenomen. Zorgelijk, zo vinden de scholen, Stichting Kennisnet en D66-Kamerlid Ursie Lambrechts. "Kennisnet moet zich nu echt gaan bewijzen als het wil voortbestaan", aldus Lambrechts.
Basisschool De Wiekslag in Bleiswijk kreeg in juni als laatste school een aansluiting op Kennisnet, het netwerk dat 12.000 scholen in Nederland met elkaar verbindt via internet. "Het is een twijfelachtige eer natuurlijk, maar het was een feestelijke happening met toenmalig minister Hermans erbij. We hadden via internet contact met een meisje van onze school dat in het ziekenhuis lag", vertelt directeur en ict-coördinator Rob Ravelli.
De minister op bezoek, dan zal de verbinding toch wel in orde zijn. "Nee, we zijn niet tevreden over de aansluiting", verzucht Ravelli. Doordat de school in een gebied zonder kabels ligt, is er een satellietaansluiting. Door een technisch probleem komen de pagina's te langzaam binnen. "Dat werkt niet, de kinderen gaan gapen en beginnen zich te vervelen. Nl.tree is geweest, er zijn mensen uit Duitsland geweest, nog even en ik stop met Kennisnet", dreigt Ravelli. Zijn hoop is nu gevestigd op de Stichting Kennisnet die beloofd heeft langs te komen om het op te lossen.
De Wiekslag gebruikt ict al in de lessen. In groep 5 begint het met lesmodules voor het gebruik van de programma's Paint, Word, Excel en internet. In groep 6,7 en 8 wordt dat uitgebreid met werkstukken en het ophalen van informatie op internet. Over het idee van Kennisnet is hij enthousiast. Er zou alleen nog wat meer materiaal van de gebruikers, de leerkrachten, moeten komen, meent hij. "Maar Kennisnet was tot dusverre echt wezenlijk belangrijk voor het zieke meisje, dat helaas overleden is. De kinderen stuurden haar gekke mailtjes, dat heeft haar erg gesteund en haar klasgenootjes ook", vertelt Ravelli.
Virtueel plein
Het begrip Kennisnet valt uiteen in twee delen: de infrastructuur, de kabelverbinding met internet, en de website www.kennisnet.nl. Voor de verbinding is tot eind 2003 nl.tree verantwoordelijk, een samenwerkingsverband van Nederlandse kabelbedrijven. Kennisnet maakt gebruik van de kabel als transportmiddel. Waar geen kabel ligt, is er verbinding via ISDN-lijn (telefoon) of de satelliet. De website is in handen van de Stichting Kennisnet.
Die website is een 'virtueel plein' dat zich onder andere richt op uitwisseling van lesprogramma's, proefwerken en ervaringen tussen de 2,5 miljoen gebruikers. De site bestaat uit circa 60.000 pagina's informatie, er zijn veel links naar andere pagina's en er is een zoekmogelijkheid. Ook is het mogelijk deel te nemen aan discussiegroepen, zogeheten 'kringen', en iedereen krijgt een eigen e-mailadres via Kennisnet.
Het Jeanne d'Arc-college in Maastricht is sinds begin dit jaar aangesloten en dat bevalt goed. "Wij gebruiken Kennisnet niet tijdens lessen. Wel tijdens werkuren waarin leerlingen opdracht krijgen iets op te zoeken op internet. De Kennisnetsite wordt weinig gebruikt, het gaat ons vooral om de verbinding", aldus ict-coördinator Ad van Kreyl.
Sterk punt van Kennisnet vindt Van Kreyl de vakwijzer op de site. "Daar staan gekeurde internetsites, da's handig dan hoef je niet overal zelf naar te zoeken." Zwak vindt hij dat Kennisnet een standaard is. "Je zou het meer op je eigen school gericht in moeten kunnen stellen", meent hij.
Niet stoer
Het St. Willibrordcollege in Goes heeft nu, in tegenstelling tot een paar jaar geleden, een heel snelle verbinding. Ict-coördinator Frans Peeters: "Niet dankzij nl.tree, daar hebben we zelf heel hard aan gewerkt. Ik zit er niet mee als nl.tree ermee stopt."
Door de school staan 150 pc's, allemaal aangesloten op internet. De voornaamste functie van Kennisnet is webmail, alleen zijn de adressen weinig functioneel, meent Peeters. Zo luidt dat van zijn school naam@stwc.goes.kennisnet.nl. "Dat vinden de leerlingen veel te lang, die nemen allemaal een hotmailadres en laten hun mail daarnaar doorsturen. Een Kennisnetadres is niet stoer, daar maak je jezelf niet populair mee."
Alle leerlingen hebben vijftien megabyte ruimte op de server voor bijvoorbeeld werkstukken. Ze kunnen een e-mailabonnement nemen op hun rooster, wijzigingen per klas worden tijdig gemeld. In de brugklas begint de school met informatiekunde: omgaan met webmail en knoppenkunde: waar zit de backspace-toets bijvoorbeeld. De voorkennis loopt nogal uiteen. "Sommige whizzkids kunnen alles al, anderen hebben nog nooit een toets aangeraakt." De whizzkids mogen hun eigen website ontwerpen.
De Kennisnetportal gebruiken de leerlingen nooit. Zijn collega-docenten komen er wel regelmatig. "In tegenstelling tot wat sommigen beweren, is er wel degelijk genoeg materiaal te vinden voor alle vakken. De site is veel frisser nu, kleuren zorgen voor duidelijkheid, de navigatie was beroerd maar is een stuk beter", vindt Peeters.
Peeters doelt op de sinds half september geheel vernieuwde website. De site heeft 45.000 bezoekers per dag, die elk tien pagina's bekijken en daar 4,5 minuut over doen. Er zijn ongeveer vierduizend 'kringen' waarbinnen men onderling informatie uitwisselt en discussieert. De gebruikers hebben in totaal zo'n 36.000 websites gemaakt. Bij lange na niet voldoende, zo vinden ze bij Kennisnet. Onder het motto 'met Kennisnet sta je er nooit alleen voor' moet de bekendheid en daarmee het aantal bezoekers drastisch omhoog tot 95 procent van de docenten.
Leuk zo'n nieuwe website, alleen is er voor de verbinding vanaf 2004 vooralsnog geen geld. Ursie Lambrechts, Kamerlid voor D66, stelde daarover onlangs vragen aan staatssecretaris Van Leeuwen. "De beslissing over de financiering voor 2004 moet er heel snel komen. Kennisnet moet zich nu echt gaan bewijzen als het wil voortbestaan."
Lambrechts hoopt dat de regering zal besluiten de ict-gelden vrij besteedbaar te maken voor de scholen. "Dan kunnen scholen hun eigen aanbieder van de infrastructuur kiezen. Ook biedt het scholen keuze om diensten als e-mail of beveiliging wel of niet af te nemen."
De ontwikkeling van educatieve software gaat haar te traag en ze pleit voor een leerstoel voor de didactische vertaling van ict op internet. "Het is nu vaak een hobbysysteem voor leraren die zelf het internet afstropen op zoek naar iets leuks voor hun leerlingen."
In de op prinsjesdag gepresenteerde onderwijsbegroting stond een hoopgevende mededeling: 'Het ministerie erkent de noodzaak van moderne ict-voorzieningen. Aan een grotere betrouwbaarheid van de internettoegang moet echter blijvend aandacht geschonken worden.' Woordvoerster Diana Klever voegt daaraan toe: "Medio oktober maakt staatssecretaris Van Leeuwen bekend of het geld voor Kennisnet er komt. Hij heeft de Kamer beloofd zijn stinkende best te doen het geld te vinden."
Hans den Boer, communicatiemanager van de Stichting Kennisnet, zegt dat 'het ministerie heeft gezegd dat wij ons over de financiering geen zorgen hoeven te maken'. "De verbinding kan goedkoper. Voor volgend jaar komen we uit op 84 miljoen euro", zegt Den Boer. Ook de stichting pleit ervoor de ict-gelden vrij besteedbaar te maken. "Directeuren moeten zelf bepalen of ze hun geld uitgeven aan meer schoonmaak of meer ict."
Aan de traagheid van de verbinding wordt volgens Den Boer volop gewerkt en ook is er al educatief lesmateriaal in ontwikkeling. "De educatieve uitgeverijen ontwikkelen zo'n tweehonderd sites, waarvan een deel al gerealiseerd is."
Wat betreft de nieuwe site benadrukt Den Boer dat je géén kennis van ict hoeft te hebben om er gebruik van te maken. "We proberen het zo makkelijk te maken dat het voor iedereen toegankelijk is. We willen niet meer alleen de computernerds aanspreken."
Kleurplaat
Adrie Duine, van de Groen van Prinstererschool in Graafstroom, vindt dat de verbinding is verbeterd vergeleken met een paar jaar geleden. "Al wil ik niet beweren dat het altijd van een leien dakje gaat." Zijn collega's zoeken wel eens wat op Kennisnet. "Een kleurplaat of iets dergelijks. Maar als je van een methode iets wilt weten, zoek je bij de uitgever."
Een beetje hulp om Kennisnet in de lessen te integreren zou niet weg zijn, vindt hij. "Grootste sta in de weg voor het succes van Kennisnet is de man of vrouw voor de klas, die moet het uiteindelijk oppakken. Nl.tree heeft wel een workshop e-learning, maar dat kost weer geld", verzucht Duine.
Op de Anne de Vriesschool in Stadskanaal was de Kennisnetaansluiting niet vooruit te branden. Na een paar keer vergeefs op hulp te hebben gewacht, besloot Just de Best, bovenschools ict-coördinator, een eigen internetprovider te nemen. Sindsdien loopt het volgens hem als een trein. "Er zijn meer scholen die het afgesloten hebben. Ik heb nog nergens gehoord dat de verbinding goed draait. Drie, vier computers tegelijk daarna wordt het te traag."
De school is erin geslaagd ict in de lessen te integreren. Rekenen draait op de computer, er zitten educatieve cd-roms in, waaronder aardrijkskunde en spelling. Via een netwerk door de school kunnen leerlingen overal inloggen om bijvoorbeeld aan hun werkstuk te werken. De Best: "De kinderen zien internet als een grote bieb waar je informatie haalt. Pas als de verbinding goed is, kan dat ook op Kennisnet."