- blad nr 17
- 9-10-1999
- auteur I. Westbroek
- Redactioneel
Leerlingen geven elkaar les in workshops
Een leeftijdgenoot heeft meer geduld dan een volwassene
Jaarlijks organiseert het Emmauscollege een feestavond, waarbij acts worden opgevoerd die leerlingen en hun ouders een indruk geven van de verschillende culturen die op de school zijn vertegenwoordigd. Dit gebeurt op wel meer scholen, maar het unieke van de aanpak van het Emmauscollege schuilt in het eigen initiatief van leerlingen bij het instuderen van de nummers.
Vorig jaar kwam een groep leerlingen met het idee om workshops te organiseren in breakdance , bubbling (een dansvorm die leeft onder jongeren in grote steden, en zijn oorsprong in het Caribisch gebied vindt), kendo (een vechtsport) en capoueera (een uit Latijns-Amerika afkomstige combinatie van dans- en vechtsport). Zelf beoefenen de workshopleiders deze expressievormen al jarenlang. Het leek hen leuk om een choreografie te maken voor groepjes leerlingen. Zij werden hierin gestimuleerd door de school, die zelfstandigheid en eigen initiatief hoog in het vaandel voert. In de lessen wordt uitgebreid aandacht besteed aan zelfstandig voorbereiden en presenteren van thema¹s, die in veel gevallen betrekking hebben op de eigen cultuur.
³Hier op school laten leerlingen graag aan anderen zien wat bij hen leeft², vertelt Inge Smilde, een van de docenten die is belast met de organisatie van de culturele avonden. ³Met die workshops kunnen zij in praktijk brengen wat zij in de lessen hebben geleerd: hoe breng je iets over op anderen.²
Deborah Kievit uit vier-vwo vindt het prettiger om van haar klasgenoten Mireille Boldewijn, Joany van Gool en Rachel Wijsman iets te leren dan van de gemiddelde docent: ³Als het niet lukt, laten zij de passen heel veel overdoen. Ik heb het idee dat een leeftijdgenoot meer geduld heeft dan een volwassene.²
Buik en billen
De workshops, die na schooltijd en in vakanties worden gegeven, kennen een heuse lesopbouw. In de eerste lessen krijgen deelnemers een uitgebreide uitleg over het ontstaan en de achtergrond van de gekozen expressievorm. Vervolgens worden de basispassen aangeleerd, waarna de dans wordt aangepast aan de mogelijkheden van de deelnemers.
Voor de docenten Joany, Mireille en Rachel is bubbling een stuk van hun leven, maar ook in verwante dansvormen voelen zij zich thuis. Joany schrijft dit toe aan de Surinaamse cultuur waar zij uit voortkomen. ³Surinamers zijn één pot nat², lacht zij. ³De danssoorten zijn hetzelfde: dansen met je buik en je billen.²
De meiden ontwerpen de dansen zelf, waarbij Joany de passen opschrijft en Mireille en Rachel de volgorde bepalen. Zij vinden het leuk om les te geven. ³Het scheelt nogal wat dat ze het willen leren², vindt Mireille. ³Omdat ze vrijwillig meedoen, hebben wij niet het probleem dat ze tegenstribbelen, zoals dat gebeurt bij lesgeven in de klas.³ ³Dat komt ook doordat het nieuw is², gelooft Joany.
Marijn van der Linden uit zes-vwo, die een workshop in capoueera leidt, vindt lesgeven soms moeilijk: ²Als ze iets hebben geleerd, zijn ze zo enthousiast dat ze het meteen willen uitproberen, zonder te luisteren naar wat er verder nog komt.² Toch zou Marijn later met lesgeven misschien zijn brood wel willen verdienen, bijvoorbeeld als muziekleraar. Hij speelt basgitaar, maar sinds de band waarin hij zat uit elkaar is gevallen, werpt hij zich op capoueera. Hij maakt deel uit van een trainingsgroep die op straat en op festivals optreedt: ³In deze sport kun je dans, muziek en vechtbewegingen combineren.²
Evenals de meisjes die een bubblingdans ontwerpen, richt Marijn zich op de mogelijkheden van zijn leerlingen: ³Bij capoueera leer je ook van elkaar. Oudere leerlingen die het al kunnen, leren het aan nieuwelingen. Ze oefenen zelfstandig. Het gaat goed, ze weten wat het is.²
Keurig op tijd
Over discipline hebben de workshopleiders niet echt te klagen. Zij constateren dat leerlingen, anders dan in verplichte lessen soms het geval is, keurig op tijd komen. ³Voor leerlingen wil je wel op tijd zijn², merkt Mireille op. ³Ik wil bubbling echt heel goed leren², vertelt Deborah, die geen Surinaamse achtergrond heeft. ³Ik kon het al een klein beetje, omdat ik met Joany, Mireille en Deborah omga. Ik heb veel van hun optredens gezien en wil het net zo kunnen als zij.²
De workshops verlopen over het algemeen redelijk geolied, maar in het begin was het wel wennen. Dat leerlingen zelf deelnemers moesten werven, PR voeren, een ruimte organiseren en de activiteiten op elkaar afstemmen, stuitte soms op problemen. Inge Smilde stelt vast dat docenten dit in goede banen moesten leiden: ³Het was niet de bedoeling dat wij moesten helpen. Daarom denk je eerst: Oh jee, dat wordt niks! Maar dan laat je het los en je ziet dat het hartstikke leuk in elkaar zit.²