- blad nr 17
- 9-10-1999
- auteur G. van der Mee
- Redactioneel
Kritiek Almeerse rector Heinsman op inspectierapport basisvorming:
Louter controle op uiterlijke verschijningsvormen
Dat de inspectie nu met het voorstel komt om de verplichte toetsing van de basisvorming af te schaffen geeft Stef Heinsman een zure nasmaak: ³Wat wij daar geen last van gehad hebben. Ik kan me de bijeenkomst nog herinneren waarin wij de inspectie probeerden te overtuigen dat zo¹n massale toetsing niet zinvol is. Te veel werk, te weinig effect. Vervolgens kon de inspectie zelf die grote hoeveelheden niet verwerken, dus kregen scholen nauwelijks feedback op al die toetsen.²
Stef Heinsman, rector van de vorig jaar gestarte Helen Parkhurstschool, is een groot voorstander van basisvorming in heterogeen samengestelde groepen. Op de oudste scholengemeenschap in Almere, de Meergronden, hield hij zich als conrector brugperiode bezig met de invoering van de basisvorming. De Meergronden streefde er altijd al naar de definitieve studie- en beroepskeuze met twee jaar uit te stellen. Door de regelgeving van de basisvorming werd het moeilijk om aan dat principe vast te houden. Heinsman: ³Dat de basisvorming op veel scholen geen succes is geworden komt ook doordat scholen weinig ruimte kregen voor hun eigen ontwikkelingstraject.²
Enorme lessentabel
Zijn nieuwe school, de Helen Parkhurst, staat ook in Almere, een groeistad met 140.000 inwoners. Verwacht wordt dat het er over een paar jaar ruim 200.000 zullen zijn. Heinsman laat trots het gloednieuwe gebouw zien. Vorig jaar telde de school nog maar 380 leerlingen, nu zijn het er al 700, de school kan uitgroeien naar 1600. Flevoland bleek de best scorende provincie in het onderzoek dat dagblad Trouw vorige maand publiceerde. Almere kwam zelfs met de kwalificatie veel beter dan gemiddeld¹ boven aan de lijst. Het doet Heinsman goed.
Bij de onderwijskundige inrichting van de daltonscholengemeenschap kreeg hij veel ruimte van het bestuur: ³Ik wilde vooral een eind maken aan de versnippering in het lesprogramma, daar heb ik me altijd aan geėrgerd. Ik heb gekozen voor lesuren van zeventig minuten om de docent en de leerlingen meer rust te gunnen. Onderbouw en bovenbouw hebben hun eigen verdieping, waar ook in de daltonuren gewerkt kan worden.²
De Helen Parkhurstschool is een nevenvestiging van de openbare scholengemeenschap Echnaton. Die groeide uit haar jasje. Op de nevenvestiging is gestart met een dalton-onderbouw, ook de bovenbouw havo/vwo is er nu gehuisvest. Volgend jaar wordt begonnen met de theoretische leerweg in leerjaar drie. Op de hoofdvestiging kunnen de leerlingen vmbo op alle niveaus afsluiten, bovendien zijn er allerlei speciale faciliteiten op sportgebied. Bij beide scholen blijft de instroom heterogeen.
Voor de hand ligt dan de veronderstelling dat de aanstaande vbo-leerlingen vooral naar het Echnaton zullen gaan en de mavo/havo/vwo-klanten richting Helen Parkhurstschool fietsen.
Stef Heinsman, voorzichtig: ³De tijd zal het leren. De schoolpopulatie hangt ook een beetje samen met de wijk waarin deze school staat: hier wonen veel minder allochtonen.² Heinsman blijft echter voorstander van een brede scholengemeenschap, dus zou hij ook graag een vbo-afdeling op de daltonschool hebben. De discussie daarover moet echter op bestuursniveau nog gevoerd worden. Heinsman: ³Dat een brede scholengemeenschap met een bloeiende havo/vwo-bovenbouw mogelijk is bewijst de Meergronden. En zo¹n bovenbouw is wel nodig om de onderbouw heterogeen te houden. Ik geloof heilig in heterogeniteit, maar wanneer je louter vbo/mavo-leerlingen in je klas hebt, is daar geen sprake meer van.²
Heinsman begrijpt niet waarom een brede basisvorming voor iedereen in Engeland en Zweden wel kan (hij wijst op het artikel van Sarah Blom in NRC Handelsblad van 18 september) en in Nederland niet. Sinds de invoering van de basisvorming is het aantal scholen met heterogeen samengestelde groepen zelfs sterk teruggelopen. Men koos massaal voor de dakpanformule (vbo/mavo, mavo/havo, havo/vwo), de basisvorming verergerde de segregatie. Heinsman weet precies wat daarvan de oorzaak is: ³Voor veel scholen was het een groot probleem om die enorme lessentabel in te passen. Omdat er per schooltype ook nog een aantal andere vakken bij moest komen, vonden de meesten het praktischer er aparte klassen van te maken. Dat ze daarvoor kozen kan ik me heel goed voorstellen.²
Regels
Bij de invoering van de basisvorming kregen scholen, meent Heinsman, weinig ruimte af te wijken van de regel. Zo was een uitgangspunt van de basisvorming om samenhang aan te brengen in het curriculum. ³Wij wilden biologie en verzorging integreren, dat mocht niet omdat de politiek bang was dat het nieuwe vak verzorging dan onder tafel verdween. Terwijl dat bij ons al vanaf 1978 op het rooster stond als onderdeel van het vak techniek. Je moest dus wel erg overtuigd zijn van je idealen om vol te houden.²
Wat Heinsman ook erg dwarszit is dat de overheid niet heeft vastgehouden aan de echte vernieuwing in de basisvorming: ³Hun eigen doelstellingen - toepassing en vaardigheid - hebben ze niet serieus genomen.² Scholen kregen geen ruimte om te vernieuwen, luidt de conclusie van Heinsman. De inspectie controleerde louter op uiterlijke verschijningsvormen: was de lessentabel wel ingevoerd, werden de toetsen gedaan? Als dat nou allemaal maar gebeurde, dan werd de wet uitgevoerd. Heinsman: ³Nu is het schooladvies na twee jaar een wassen neus, want ze zitten allemaal al in geselecteerde klassen. Uitstel gaat samen met een goed pedagogisch klimaat, waarin leerlingen optimaal kunnen presteren. Dan moet je kunnen zeggen: Pak maar een hoog niveau, kijk of het gaat, je wordt er niet op afgerekend.²
Een concentratie van vbo-leerlingen vindt Heinsman pedagogisch gezien eigenlijk heel slecht. ³Neem bijvoorbeeld een les drijven en zinken¹. Met vbo-leerlingen ben je dan na tien minuten uitgepraat, terwijl vwo-leerlingen vragen gaan stellen.²
Maar wat is dan de meerwaarde voor de vwo-leerling?
Heinsman: ³Leren communiceren. Ze krijgen bijvoorbeeld de opdracht iets zo uit te leggen aan een vbo¹er tot die het snapt. Leren is niet alleen kennis vergaren, maar ook met anderen omgaan, communiceren.² Hij zou het zonde vinden wanneer het idee van de inspectie om voor het vbo een aangepast curriculum te maken doorgaat. Het zou opnieuw een verdergaande homogenisering betekenen en dat staat haaks op het uitgangspunt uitstel van studie- en beroepskeuze. ³Je kunt heel goed met de huidige kerndoelen werken op twee niveaus, dat hoeft niet in gescheiden groepen. Wij werken hier met leerstoflijnen waarbij voor zes weken wordt aangegeven wat een leerling moet doen. Dan is hij niet zo afhankelijk van de docent. In het begin worden ze natuurlijk geholpen om hun tijd goed in te delen, vooral tijdens de daltonuren.²
Marionet
Heinsman vindt het onzin om zoals de inspectie in haar evaluatie van de basisvorming doet de docent de schuld te geven van het mislukken van de onderwijsvernieuwing. ³Een docent is ook maar een marionet in een organisatie. Wanneer de leiding om een schooladvies vraagt na een half jaar, gaat hij zijn lessen daarop inrichten.²
In zijn eigen school heeft hij de docenten niet per sectie georganiseerd, maar per unit. ³Natuurlijk vinden wij het vak ook heel belangrijk, maar we wilden de leerling centraal stellen. Omdat nu een aantal docenten verantwoordelijk is voor bijvoorbeeld klas twee in de onderbouw, kunnen ze met elkaar praten over de vorderingen van de leerlingen. Ze hebben op die verdieping ook hun vergaderruimte.²
Waren alle docenten het daarmee eens?
³We hebben er veel over gepraat, maar verder werken we hier niet met consensus. Ik ga niet bij alles vragen waarom iemand tegen is, wel waar hij zich voor wil inzetten.²
De scholing van het team moet volgens Heinsman passen binnen het beleidsplan van de school: ³Het moet binnen de school gebeuren, anders heeft het geen zin. Je moet kunnen reflecteren op je eigen praktijk.² Het voorstel van de inspectie om het aantal lesuren van de basisvorming terug te brengen van 32 naar 30 is, zo vindt hij, alleen dan zinvol als het voor docenten tijd oplevert om te reflecteren op hun eigen functioneren. ³Dat is de kiem voor onderwijsontwikkeling. Die hele lessentabel weer opnieuw vaststellen, daar zie ik wel enorm tegenop.²