• blad nr 20
  • 20-11-1999
  • auteur R. Sikkes 
  • Redactioneel

Kernprogramma zal druk op school verminderen 

Leraren kopje onder door overvloed aan eisen

Het onderwijs wordt overstelpt met tegenstrijdige eisen. Volgens het Sociaal en cultureel planbureau is het daarom tijd om grenzen te stellen. In het rapport Scholen onder druk wordt voorgesteld een kerncurriculum in te voeren dat zeventig procent van de onderwijstijd beslaat. Een precieze omschrijving van wat leerlingen in basis- en voortgezet onderwijs moeten kennen en kunnen.
ŒDe toenemende druk op scholen gaat hun mogelijkheden te boven¹, zo stelt het Sociaal en cultureel planbureau in het donderdag verschenen rapport Scholen onder druk. Die enorme druk op scholen wordt veroorzaakt door de overvloed aan eisen aan en verwachtingen over de school.
De druk op het onderwijs komt vooral tot uiting in de overladenheid van het programma. De kerndoelen en verplichte vakken in het basisonderwijs en de basisvorming zijn zo uitvoerig dat leerkrachten het gevoel hebben dat ze nooit alles kunnen behandelen. Maar als zij daar noodgedwongen zelf keuzes in maken, wordt hen dat in evaluatierapporten van de inspectie weer kwalijk genomen. Het is niet goed of het deugt niet.
Een tweede factor zijn de ouders. Goedopgeleide ouders stellen hoge eisen aan de school en maken te pas en te onpas gebruik van de klachtenregeling, wat scholen veel werk bezorgt. Op hun beurt vinden leerkrachten dat in veel tweeverdienersgezinnen Œopvoedingsarmoede¹ heerst. De werkende ouders rekenen er ten onrechte op dat de school hun taak als opvoeder overneemt.
Als kwelgeest nummer één wordt vanzelfsprekend gewezen naar Zoetermeer. Hoewel het aantal wetten en circulaires zichtbaar is afgenomen, is er volgens schoolleiders en leraren sprake van een Œmythe van deregulering¹. Want ook al regelt Zoetermeer niet alles meer, door de deregulering zijn daar tal van andere organisaties voor in de plaats gekomen, zoals fondsen en gemeenten. Voorschriften hebben bovendien plaatsgemaakt voor een uitvoerige verantwoording van de eigen keuzes in werkplannen en schoolgidsen.
Ten slotte is er ook nog een grote maatschappelijke druk. Organisaties kijken verlekkerd naar de school, omdat ze denken daar alle kinderen te kunnen bereiken. Dit leidt tot allerlei claims op het gebruik van schooltijd. Hoewel de Œmaakbaarheid van de samenleving¹ vandaag de dag als iets stoffigs uit de jaren zestig wordt weggezet, blijkt dat niet uit de eisen waarmee maatschappelijke organisaties en de politiek het onderwijs blijven bestoken.

Trendje
³Men verwacht nog steeds dat veel maatschappelijke problemen oplosbaar zijn door ze op school te behandelen. Gezondheidseducatie, vandalisme, verkeerslessen. Iedereen hoopt nog steeds dat kennisoverdracht over die onderwerpen bijdraagt aan een betere maatschappij², zegt Ria Bronneman, een van de auteurs van Scholen onder druk. ³Dat stopt echt niet. Nu zie je weer dat veel gemeenten werken aan preventief jeugdbeleid, waarbij de school een sleutelrol moet vervullen. Er is op dit moment geen enkele manier om aan al die eisen tegendruk te bieden.²
Volgens het SCP is het daarom tijd om grenzen te stellen. Er moet een kerncurriculum komen. Daarin zitten vakken die essentieel zijn voor de schoolloopbaan van kinderen. Want de hoofdtaak van de school is gewoon kennis overdragen. De overheid stelt dat programma vast, de school voert het naar eigen inzicht uit en ouders weten wat ze kunnen verwachten. Dat kerncurriculum beslaat in elk geval zeventig procent van de schooltijd. Daarnaast is er een Œvrije ruimte¹ van dertig procent, waarmee de school zich kan profileren. Het profieldeel wordt eens in de paar jaar bepaald door het schoolbestuur, met inspraak van de ouders, en betaald door de overheid.
Daarnaast zijn er voorzieningen in en rond de school, zoals buitenschoolse activiteiten, kinderopvang of jeugdhulpverlening. Afhankelijk van de school en de aard van de leerlingenpopulatie zullen die de ene keer door de gemeente, de andere keer door ouders moeten worden betaald. Voor de organisatie, het werk en de financiering is de school in elk geval niet verantwoordelijk.
Door de verantwoordelijkheden duidelijk te scheiden, verwacht het SCP dat de druk op scholen zal afnemen en leraren het meer naar hun zin hebben in het onderwijs. Het idee past in een trendje dat langzaamaan zichtbaar wordt. Zo pleitte de inspectie voor het uiteenrafelen van het programma in de basisvorming in een verplicht en een facultatief deel. De Onderwijsraad kwam onlangs met voorstellen voor leerstandaarden bij taal en rekenen, een niveau dat leerlingen ten minste moeten beheersen.
Het voorstel voor leerstandaarden werd door allerlei onderwijsorganisaties weggewuifd. Besturen vonden dat het de vrijheid van onderwijs aantast. Onderwijsbonden menen dat de professionele autonomie van leraren in het geding is.
Ria Bronneman van het SCP: ³Die hebben misschien iets te kwiek gereageerd in plaats van er echt over na te denken. Er zijn al veel verborgen standaarden, bijvoorbeeld door de Cito-toets of het eindexamen. Maar wij gaan een stap verder en vinden dat je door middel van een kerncurriculum moet formuleren welke kennis voor jongeren onmisbaar is. Nu gebeuren er vele zaken in het basisonderwijs waar je in het vervolg niet zo veel aan hebt. Bovendien mist het voortgezet onderwijs een gemeenschappelijke basis waarop het voort kan bouwen. Dat is niet effectief en leidt bovendien tot veel verwijten aan het adres van scholen.²
Luisteren die organisaties wel goed naar hun leden? Want uit de panelgesprekken die het SCP en het ITS voor dit rapport met schoolleiders en leraren organiseerden blijkt juist dat dezen wel voelen voor een kerncurriculum.
³Docenten willen graag houvast. Zij zien iedere dag dat de curricula van nu overladen zijn. Het bijzonder onderwijs roept wel erg snel dat standaarden of een kerncurriculum staatspedagogiek tot gevolg hebben, maar het gaat mij om het algemeen belang. We moeten een dam opwerpen tegen de waan van de dag en een keuze maken voor vakken die voor het latere leren en werken echt noodzakelijk zijn. Zo ontstaat er duidelijkheid over wat een school wel en wat een school niet tot haar taken moet rekenen.²
In ŒScholen onder druk¹ constateert u ook dat het onderwijs er financieel niet zo ruim bij zit, toch koerst het SCP helemaal aan op de scheiding van verantwoordelijkheden en niet op een claim voor extra geld.
³De financiële toerusting is een punt. Maar we moeten ons realiseren dat onderwijs te maken heeft met de wet van de grote getallen. Alles wat je in het onderwijs doet kost miljarden, een beetje klassenverkleining in de onderbouw van het basisonderwijs kost meteen 1,2 miljard. We moeten daarom niet al te hoge verwachtingen hebben van wat er financieel mogelijk is. Ook de condities waaronder scholen werken - hun leerlingenpopulatie, concurrentie en consumentengedrag van ouders - zijn moeilijk te beïnvloeden. We zullen ons dus moeten richten op de eisen en verwachtingen, daar hebben we greep op.²

In de diepte
Komt zo¹n kerncurriculum er?
²Er is nog steeds veel steun voor een brede vorming in het onderwijs. Dat bleek weer bij de evaluatie basisvorming. Om een einde te maken aan de overladenheid stuurt de inspectie daar aan op een scheiding in kerndoelen die echt onmisbaar zijn voor alle leerlingen en facultatieve kerndoelen voor wie meer kan. Maar staatssecretaris Adelmund lijkt daar niet aan te willen. Ze houdt vast aan brede vorming, wil het totale pakket van vijftien vakken overeind houden en daarbinnen wat kerndoelen schrappen. Terwijl het mijns inziens gaat om de vraag waar kinderen meer van leren: door van heel veel vakken een beetje te leren of door bij minder vakken wat meer in de diepte te gaan. Wij zeggen: maak een drieslag. Laten we eerst afspreken wat de kern is, wat iedere leerling ten minste nodig heeft. Biedt daarnaast ruimte voor profilering om tegemoet te komen aan de verschillen tussen leerlingen. Bij scholen die niet aan profilering toekomen zullen buitenschoolse voorzieningen de noodzakelijke aanvulling moeten bieden. In dat geval is de gemeente aan zet.²
Mocht het kerncurriculum als idee aanvaard worden, bent u dan niet bang dat alle belangengroepen toch weer proberen om al hun eieren kwijt te raken in het kernprogramma. Het samenstellen van de kerndoelen basisonderwijs en basisvorming was in dat opzicht ook geen verheffend tafereel.
³Dat is inderdaad een lastig proces. Wat je moet voorkomen is dat het kerncurriculum weer een pak wensenlijstjes van allerlei vakgroepen en belangenverenigingen wordt, waar vervolgens een nietje doorheen wordt geslagen. Een kerncurriculum vraagt een discussie ten principale wat leerlingen na het funderend onderwijs moeten kennen en kunnen. Daarvoor zul je misschien hulp van buiten het onderwijs moeten inroepen om dat vast te stellen. Zo¹n discussie zal ongetwijfeld veel stof doen opwaaien, maar hij komt er, of is er feitelijk al. De druk is zowel in het basis- als in het voortgezet onderwijs enorm groot.²

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.