• blad nr 20
  • 20-11-1999
  • auteur . Overige 
  • Column

 

Rabbae

Het personeelsprobleem is de grootste bedreiging voor de kwaliteit en toegankelijkheid van het onderwijs en daarmee voor de kwaliteit van de samenleving. Bij de problemen op de onderwijsarbeidsmarkt is er sprake van een unieke combinatie: de overheid is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de samenleving; het tekort op de arbeidsmarkt vormt daar een ernstige bedreiging voor; èn de overheid draagt verantwoordelijkheid als indirecte Œwerkgever¹. Vanwege deze combinatie vinden wij het gerechtvaardigd om een aantal uitzonderlijke maatregelen te nemen.
Maatregelen zullen aan moeten sluiten bij de belangrijkste problemen die het onderwijs heeft om mensen binnen te krijgen en binnen te houden. Veel van die problemen zijn goed in beeld. In de komende cao-onderhandelingen is er een kans een aantal nieuwe stappen te zetten. De overheid zou zich daarbij ruimhartig moeten opstellen.
Het past de politiek niet om met de handen over elkaar te wachten tot de onderhandelingen weer zijn afgelopen. We moeten alle creativiteit mobiliseren om oplossingen te vinden. Eén onderwerp zou ik zelf graag onder uw aandacht willen brengen. Op dit moment zijn er tal van mensen die graag in het onderwijs zouden willen werken, maar voor wie er belemmeringen zijn die dat verhinderen. Ik denk aan mensen met een uitkering die graag een opleiding tot leraar willen volgen, maar dat niet mogen vanwege de sollicitatieplicht. Reden om deze groepen vrijstelling van sollicitatieplicht te geven wanneer ze een opleiding tot leraar volgen. Bovendien zou meer gebruik moeten worden gemaakt van omscholing van mensen die al een relevante opleiding hebben genoten. Migranten die al zijn opgeleid in hun land van herkomst, kunnen in relatief korte tijd worden bijgeschoold voor werkzaamheden in het Nederlandse onderwijs. Taaltraining speelt in die bijscholing een cruciale rol. Daarnaast kunnen leraren basisonderwijs worden opgeleid voor een baan in het voortgezet onderwijs en andersom. Deze maatregel is goed voor mobiliteit en daarmee ook voor de aantrekkelijkheid van de sector. Een derde groep met veel potentieel voor het onderwijs bestaat uit bijvoorbeeld de huidige docenten onderwijs allochtone levende talen, de onderwijsassistenten en mensen met een opleiding in bijvoorbeeld het (jeugd)welzijnswerk. Met bijscholing en begeleiding is het mogelijk hier een aanzienlijke groep nieuwe leerkrachten te vinden.
Een specifiek probleem voor de zij-instromers en de omscholers is echter dat deze mensen vaak gewend zijn aan en afhankelijk van een inkomen, terwijl de opleiding in principe voltijds is. Specifieke duale trajecten, waar mensen een salaris of uitkering krijgen, zouden een goede maatregel zijn. Om dit mogelijk te maken, moet er een fonds Œduaal leren¹ voor het onderwijs komen. Dit fonds zou moeten worden beheerd door werkgevers in het onderwijs, personeelsorganisaties en vertegenwoordigers van het ministerie. De beheerders van het fonds toetsen wie in aanmerking komt voor een uitkering uit het fonds en stellen in overleg met de betrokkene een pakket op maat samen.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.