• blad nr 20
  • 20-11-1999
  • auteur O. Bosma 
  • Commentaar

 

Water in de wijn

Toen rond de jaarwisseling 80.000 leden van de onderwijsbonden staakten voor een betere onderwijs-cao, kwamen velen aan het woord in de media. Het ging ze niet in de eerste plaats om het geld maar om de arbeidsomstandigheden, in het bijzonder de hoge werkdruk. Uit enquêtes onder vakbondsleden blijkt steevast dezelfde opvatting.
In de eisen voor de nieuwe cao, die de algemene vergadering van de AOb vorige week vaststelde, ligt desondanks weer een zwaar accent op het inkomen. Naast een algemene salarisverhoging van maximaal vier procent vraagt de AV als volgende fase bij het inhalen van achterstanden anderhalf procent extra voor iedereen. Met een structurele eindejaarsuitkering van een procent komt het totaal op 6,5 procent. Voor de andere verlangens vraagt de AOb slechts een half procent.
De algemene vergadering heeft als bondsparlement een eigen verantwoordelijkheid, waardoor opvattingen van de achterban niet direct hoeven door te klinken in de besluiten. Een argument voor de afgevaardigden om opnieuw de nadruk te leggen op loon is de langdurige hoogconjunctuur: de kans op inkomensverbetering moet nu worden aangegrepen. Een extra stimulans is de verrijking die een kleine bovenlaag zich permitteert in de veronderstelling dat gewone werknemers zich wel zullen houden aan de mores van het poldermodel.
Ook de veronderstelde achterstand over de hele linie van de onderwijssalarissen bracht de algemene vergadering tot haar keuze voor geld. Daarmee dient zich echter een probleem aan. De omvang van de achterstand werd eind 1997 vastgesteld door het eerste AOb-congres. Sindsdien zijn er nieuwe berekeningen gemaakt, heeft het ministerie van Onderwijs commentaar gegeven op de AOb-sommen en is in de vorige cao een eerste stap gezet voor het inhalen.
Aan het salarissysteem in het onderwijs kleven veel gebreken maar er bestaat geen achterstand over de hele linie. Zo zijn de aanvangssalarissen sinds 1992 veel sterker gestegen dan de inkomens in de marktsector en bij de overheid. Ook andere partiële salarismaatregelen zorgen voor een gedifferentieerd beeld dat een algemene inhaaleis niet rechtvaardigt. Op de algemene vergadering viel weliswaar te horen dat aan een herziening van het besluit van het eerste congres niet valt te ontkomen, maar vooralsnog kozen de afgevaardigden ervoor om op de ingeslagen weg voort te gaan. Over een jaar biedt het tweede AOb-congres een gelegenheid om de bakens te verzetten.
Dan zal ook de verhouding tussen salaris- en andere eisen aan de orde moeten komen. De AOb huldigt de opvatting dat een dringend noodzakelijke vermindering van het aantal lesuren en het aantal leerlingen per groep niet uit de ruimte voor de arbeidsvoorwaarden moet komen, maar een salarisclaim van 6,5 procent beperkt uiteindelijk toch de mogelijkheden voor andere maatregelen ten laste van de onderwijsbegroting.

De onderhandelaars van minister Hermans weten natuurlijk ook hoe de vork in de steel zit met de Œalgemene salarisachterstanden¹. In de komende cao-ronde zal daarom al gauw gesproken worden over maatregelen voor groepen waarvoor wel een probleem bestaat. Die zijn er genoeg, maar aan ad-hocreparaties kleven grote bezwaren. Ze werken niet door in de pensioenen en ze maken van het salarissysteem een deken met steeds meer lapjes en gaten. Elke maatregel veroorzaakt weer een nieuwe claim. Dit geldt ook voor de tijdens de behandeling van de onderwijsbegroting aangekondigde extra beloning voor personeel op zwarte scholen. Aan het broddelen kan alleen een eind komen met een complete herziening van de salarisstructuur, op basis van een nieuwe functiewaardering. De bonden vragen daar al jaren om, maar tot nu toe geeft minister Hermans niet thuis. Die heeft zijn eigen hobby¹s, zoals de competentiebeloning, waarvoor hij onlangs reclame maakte in een brief aan de schoolbesturen. Hij ging daarmee voorbij aan een afspraak in de lopende cao om dit jaar over deze en andere beloningssystemen alleen van gedachten te wisselen en geen concrete stappen te zetten. Niet netjes van de bewindsman en een slechte aanloop voor de komende cao-onderhandelingen. Er zal van twee kanten water in de wijn moeten, voor er een akkoord op tafel ligt.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.