- blad nr 20
- 20-11-1999
- auteur R. Voorwinden
- Redactioneel
Middelgrote steden kwartetten met allochtone leerlingen
De angst voor zwarte scholen
ŒHet is inderdaad wel wat gênant, dat gejojo met allochtone leerlingen², zegt Han van Bockel, directeur van de basisschool Prins Willem Alexander in Tiel. ³Maar het is het enige middel dat we hebben: te veel buitenlandse kinderen op één school is niet goed voor het onderwijs.² Dus hebben de scholen in Tiel al vele jaren geleden afgesproken om de allochtone leerlingen onder elkaar te verdelen en zo het ontstaan van zwarte scholen tegen te gaan.
Deze oplossing is niet onomstreden. Zo stelde oud-rector Sjamaar van het Utrechtse Niels Stensencollege vorig jaar voor om zijn verzwarte school maar op te heffen en de allochtone leerlingen te verdelen over de andere locaties in de stad. Op die manier zouden zijn leerlingen zich tenminste weer optrekken aan het niveau van de Nederlandse medeleerlingen. De directeur kreeg met zijn politiek incorrecte idee half Nederland over zich heen: spreiding was niet nodig, want een zwarte school zou ook best een goede school kunnen zijn, zo was de heersende mening.
Andere directeuren geloven daar stiekem of openlijk geen biet van. Van Bockel: ³De uitstroom van zwarte scholen is toch niet op hetzelfde niveau als die van witte scholen. Leerlingen op zwarte scholen komen te weinig in aanraking met Nederlandse leerlingen en lopen daardoor een taalachterstand op. En ook al krijg je als school met veel allochtone leerlingen een behoorlijke dot extra formatie, je blijft toch onder de mogelijkheden die de leerlingen in zich hebben.²
Verbindingsofficier
Met de groei van het allochtone deel van de Nederlandse bevolking sneller dan die van het autochtone gaat de verzwarting van scholen steeds verder. Het proces begon in de grote steden, maar ook de kleinere steden krijgen er nu last van. In Amersfoort werd vorige maand daarom een speciale Œverbindingsofficier¹ ingesteld om de allochtone scholieren zoveel mogelijk over de basisscholen te verdelen.
Dat gebeurt in Amersfoort overigens niet om onderwijskundige redenen, maar meer uit ideologisch/maatschappelijk oogpunt, verklaart beleidsmedewerker onderwijs Jaap Lemereis. Want de samenleving is multicultureel en dus is het niet goed als de witte en zwarte leerlingen op gescheiden scholen zitten en nooit met elkaar in contact komen.
Van de 33 scholen in Amersfoort zijn er op dit moment al vier helemaal zwart. Een aantal gemengde scholen bevindt zich in de gevarenzone, want als het percentage allochtone leerlingen te ver oploopt begint de witte vlucht. De verzwarting slaat, zoals overal, vooral bij het openbaar onderwijs toe, omdat die scholen geen leerlingen mogen weigeren.
Gelukkig voor het Amersfoortse openbare onderwijs zijn de pc- en rk-scholen nu ook bereid hun deel aan allochtone leerlingen op te nemen. De afspraken over deze verdeling worden per wijk gemaakt. De Amersfoortse bevolking bestaat voor twaalf procent uit allochtonen, maar dat percentage verschilt sterk per buurt. ³We zijn nog aan het puzzelen over de indeling van de wijken², zegt Lemereis. Want niet elke wijk is precies gelijk aan het geografische voedingsgebied van de scholen.
Niet alle Amersfoortse scholen doen mee aan het spreidingsbeleid. De islamitische school houdt zich erbuiten omdat er weinig blanke islamitische leerlingen te vinden zijn en de drie gereformeerde scholen doen niet mee wegens gebrek aan gereformeerde Turken en Marokkanen. De vrije school en montessorischool blijven erbuiten omdat zij vinden dat zij een Œbovenwijkse functie¹ hebben.
De nieuwe verbindingsofficier gaat onder andere in de gaten houden of de scholen die de afspraken hebben ondertekend zich er ook aan houden. Lemereis: ³Maar het gaat niet zozeer om controle, de verbindingsofficier schept vooral voorwaarden en stimuleert de scholen. Want de afspraken zijn gebaseerd op vrijwilligheid en goed overleg, we kunnen als gemeente niets afdwingen.²
In Tiel is al vele jaren ervaring opgedaan met een dergelijke spreiding van allochtone leerlingen. Sinds er eind jaren tachtig een school door verzwarting en witte vlucht onder de opheffingsnorm verdween, zijn er per wijk maximumpercentages gesteld aan het aantal allochtone leerlingen per school. Het handhaven van die afspraken blijkt in de praktijk echter niet makkelijk te zijn, onder andere door tegenwerking van de ouders.
Tweeverdieners
³Wij leggen altijd aan de allochtone ouders uit dat het weigeren van hun kind niet discriminerend bedoeld is², zegt de Tielse schooldirecteur Van Bockel. ³En dat spreiding ten goede komt aan de kinderen, omdat we met te veel allochtone leerlingen op één school de kwaliteit van het onderwijs niet kunnen waarborgen.² Voor die redenering is tot op zekere hoogte begrip bij de ouders. Van Bockel: ³Alleen vinden ze steeds dat hùn kind er nog net wel bij kan en dat het daarna dan echt afgelopen moet zijn.²
Een van de redenen dat allochtone ouders niet erg gediend zijn van het spreidingsbeleid is, weet Van Bockel, dat ze graag de dichtstbijzijnde school uitkiezen. ³De ouders zijn vaak tweeverdieners die allebei in de productie werken. Die beginnen Œs ochtends vroeg, om een uur of zeven, en hebben dus geen tijd om hun kinderen zelf naar school brengen. Ze brengen de kinderen bij de buurvrouw en die lopen dan later zelf naar school.²
Bovendien is het voor allochtone moeders moeilijk om hun kinderen naar verder weg gelegen scholen te brengen omdat ze niet kunnen fietsen. Om dat probleem op te lossen organiseert een Tielse welzijnsorganisatie nu speciale fietscursussen. De moeders maken eerst een paar oefenrondjes over het schoolplein en gaan dan onder begeleiding de wijk in om een fiets met kinderen voor- en achterop door het verkeer te leren loodsen. ³Een kunst apart², vindt Van Bockel.
Ondanks deze maatregel heeft de spreiding van allochtone leerlingen in Tiel tot gevolg dat je als school Œuren, dagen, maanden¹ aan het praten bent met de ouders, zegt Ton Reedijk, plaatsvervangend directeur van het openbaar basisonderwijs. ³En met je collega-scholen, want er is altijd wel een of andere geleding bezig zich terug te trekken uit het convenant. De afspraken zijn gemaakt, maar daarmee ben je er niet, je moet je de blaren op je tong blijven praten.²
In Gouda is het daar uiteindelijk op stukgelopen. Deze stad begon al in 1981 met het spreiden van de allochtone leerlingen. Dat werkte de eerste tijd heel aardig. Geen afspraken per buurt, de kinderen werden over scholen in de hele stad verspreid, zo nodig werden ze met busjes gehaald en gebracht. Twee jaar geleden kwam daar echter een einde aan. ³Het percentage allochtone leerlingen in Gouda werd steeds hoger, niet meer alle scholen wilden nog meewerken², verklaart een woordvoerder van de gemeente. ³Maar we hebben niet onderzocht welke scholen dat precies waren.²
Een betrokkene, die niet met name wil worden genoemd, weet dat echter wel: ³Uiteindelijk heeft het bestuur van de katholieke scholen besloten om niet meer mee te doen. Toen volgden de pc-besturen ook, en nu schiet het percentage allochtone leerlingen in het openbaar onderwijs dus omhoog.²
C. Slee, bovenschools manager van het Goudse katholieke basisonderwijs, legt de zwartepiet juist bij een van de drie pc-besturen neer: de pc-scholen zouden niet meer hebben willen meewerken aan de spreiding. Maar in één bepaalde wijk, erkent Slee, heeft een katholieke school inderdaad geweigerd extra allochtonen op te nemen. ³Wij kregen het verzoek om het percentage allochtone leerlingen daar op te hogen van zeventien naar 33. En dat zagen we niet zitten. Dat is ooit al eens in een andere wijk geprobeerd, met als gevolg dat er in die wijk nu geen enkele school meer staat.²
De groei van het aantal allochtonen in een stad of buurt - en daarmee de groei van het aantal allochtone leerlingen - is inderdaad de achilleshiel van het spreidingsbeleid. Blijft het percentage allochtone leerlingen onder de twintig procent, dan zijn de meeste scholen best bereid om hun steentje bij te dragen aan de multiculturele samenleving. Maar hoe verder het percentage stijgt, hoe meer de animo van scholen verdwijnt. En bovendien, je kunt allochtone leerlingen spreiden wat je wilt, maar een school in een wijk met tachtig procent allochtonen trekt nu eenmaal nauwelijks witte leerlingen meer.
Huisbezoek
In Tiel, waar de spreiding tot nu toe goed verliep, komen de afspraken al steeds meer onder druk te staan. ³De eerste jaren waren knap succesvol², zegt schooldirecteur Van Bockel. ³Maar nu zit onze wijk op vijftig procent allochtone leerlingen en moeten we ons afvragen of de afspraken nog wel waar te maken zijn. We verwijzen leerlingen nu al naar de rand van de wijk, of zelfs naar buiten de wijk.²
Om het tij te keren worden in Tiel, met geld uit het onderwijsachterstandenbeleid, allochtone ouderconsulenten opgeleid. Deze consulenten gaan op huisbezoek om de allochtone ouders op het hart te drukken niet automatisch de dichtstbijzijnde school te kiezen, maar ook eens naar scholen buiten de wijk te kijken.
Of dat laatste afdoende is om het ontstaan van zwarte scholen tegen te houden? ³Vraag dat over vier jaar nog maar eens², zegt bovenschools manager Reedijk. Hij is met zijn schoolleiders in ieder geval al Œacademische gesprekken¹ aan het voeren voor het geval het ontstaan van zwarte scholen niet kan worden tegenhouden. ³In dat geval moeten we maar proberen om er zo goed mogelijke zwarte scholen van te maken. Hoewel, goede zwarte scholen? Persoonlijk geloof ik daar geen biet van, zowel onderwijskundig als maatschappelijk.²
ŒSpreiding is een sympathiek idee¹
³Een sympathiek idee.² Zo noemt Zeki Arslan, onderwijsspecialist van het instituut voor multiculturele ontwikkeling Forum, het Amersfoortse spreidingsplan. ³Op die manier wordt achterstandsbeleid niet een zaak van een of twee scholen, maar worden andere scholen medeverantwoordelijk gemaakt. Dat is strategisch een goede zet.²
Maar Arslan benadrukt dat het spreidingsplan niet alleen draait om het verdelen van allochtone leerlingen, ook de autochtone Nederlandse leerlingen moeten meedoen. ³De ouders van witte scholen moeten worden gewezen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid om hun kind ook naar zwarte scholen te sturen, zodat kinderen uit verschillende culturen met elkaar in contact komen.² En daar gaat, denkt Arslan, de schoen wringen: ³Witte ouders zijn hele kritische consumenten. Ze zullen de druk op de scholen gaan opvoeren om goed onderwijs te verzorgen.²
Om het Amersfoortse plan een succes te laten worden moet de gemeente er volgens Arslan dan ook voor zorgen dat alle scholen - wit, zwart en gemengd - goed onderwijs verzorgen. ³Alleen als de kwaliteit overal goed is, kun je witte ouders gaan aanspreken op hun vermijdingsgedrag.²
Verder zal spreiding van leerlingen volgens Arslan alleen een mogelijkheid zijn in middelgrote steden. ³In de grote steden heeft de segregatie vaak al te hardnekkige vormen aangenomen. Daar bestaan al buurten waarin vrijwel alleen allochtonen wonen. Maar in Amersfoort zou de spreiding nog kunnen lukken. Laten we de Amersfoortse scholen daarom vooral de kans geven om hun idealen waar te maken.²