- blad nr 13
- 29-6-2002
- auteur D. van 't Erve
- Dossier
Beginnersperikelen
Volgens P. is zijn dienstverband ten onrechte beëindigd. Zijn tijdelijke aanstelling moet namelijk gezien worden als een verlenging, omdat hij daarvoor ook al een contract van drie maanden had. Dit betekent dat het dienstverband twee maanden van tevoren schriftelijk moet worden opgezegd. Hij ontkent bovendien dat hem een verlengd contract is aangeboden, laat staan dat hij dat heeft afgewezen. Tijdens de hoorzitting vertelt P. dat hij al geruime tijd in Nederland is, hij heeft het vwo gevolgd, daarna de lerarenopleiding. De directie heeft hem zelfs gevraagd de natuurkundeklas van een collega over te nemen, omdat hij een 'zwaargewicht' was die die klas wel aan zou kunnen. De klas bestond uit ruim twintig leerlingen en was heel zwak. De lesbeoordeling kwam op een dag dat er een roosterwijziging was. Geen enkele leerling had hierdoor zijn boeken bij zich, reden waarom de organisatie van de les niet in orde was. Na afloop van de beoordeling vertelde de directeur dat zijn Nederlands perfect was. Een ander directielid bleek daar na de tweede beoordeling anders over te denken. Zij zou hebben gezegd dat hij de taal zo slecht beheerst dat hij het niveau van de school omlaag haalt.
Volgens de school heeft P. dit alles niet goed begrepen. Er zou alleen gezegd zijn dat het Nederlands van de leerkracht te wensen overlaat. Zijn stemvolume is niet goed, hij zou onduidelijk en binnensmonds praten en de interactie met leerlingen zou onvoldoende zijn. Op de vraag van de commissie of het Nederlands van P. nu wel voldoende is, antwoordt de school bevestigend. Ook de commissie verklaart uitdrukkelijk dat van het slechte Nederlands van P. niets is gebleken. Bovendien zijn de twee rapporten van de lesbeoordelingen zo met elkaar in tegenspraak dat dit niet als bewijs kan dienen voor het disfunctioneren van de docent. De tijd tussen de twee beoordelingen - een maand - vindt de commissie ook wat kort, een beginnend docent moet de tijd krijgen om te wennen. De school heeft niet aannemelijk gemaakt dat ze P. een verlengd contract heeft aangeboden dat door de docent is afgewezen.
Toch is dit alles niet de belangrijkste reden waarom de commissie het bezwaar van P. gegrond acht. Het tweede contract is volgens de commissie inderdaad een verlenging van het eerste. De school had hem daarom twee maanden van tevoren schriftelijk op de hoogte moeten stellen dat het contract wordt beëindigd. Nu dat niet is gebeurd, loopt volgens de commissie het contract gewoon door en moet de school een nieuw besluit nemen. Inmiddels heeft de docent het misgelopen salaris met terugwerkende kracht gekregen en is hij vast in dienst, maar op een andere locatie.