- blad nr 13
- 29-6-2002
- auteur R. Sikkes
- Redactioneel
Centrale rol voor ouders in tegengaan zwarte school
@T1:Het AOb-panel denkt dat oplossingen vaak niet mogelijk zullen zijn door de samenstelling van de buurt en dat dan maar een weg openstaat: zet in zo'n achterstandswijk een topschool neer. Als effectief middel om wel wat aan de segregatie te doen willen leraren dat ouders worden aangesproken: maak allochtone ouders bewuster van de schoolkeuze en steun groepen 'witte' ouders die gezamenlijk kiezen voor een zwarte school.
Pas als dat niet werkt wordt verplichte spreiding populair, net als het afschaffen van artikel 23. Zwarte scholen sluiten wordt afgewezen als een daad van onmacht.
Wat is effectief in de strijd tegen segregatie?
De mening van onderwijspersoneel, van zeer effectief naar zeer ineffectief:
* Geen oplossing mogelijk: zet in zwarte wijken topscholen
* Maak allochtone ouders bewuster van belang schoolkeuze
* Groepen autochtonen steunen die voor zwarte school kiezen
-------------------------------------
* Artikel 23 afschaffen: alle scholen algemeen toegankelijk
* Verplichte spreiding van allochtone kinderen
-------------------------------------
* Evenveel witte als zwarte leerlingen aannemen
* Spreidingsafspraken tussen scholen op vrijwillige basis
---------------------------------------
* Zwarte scholen laten fuseren met witte
-------------------------------------
* Zwarte scholen sluiten, zodat leerlingen zich verspreiden
Bijna negentig procent van het panel werkt met allochtone leerlingen. Vooral in de bve-sector en het basisonderwijs (beide rond de twintig procent) gaat het vaak om zwarte scholen. Het liefst zouden leraren en oop'ers dat anders zien. De ideale mix is volgens de meeste leraren zeventig procent autochtonen en dertig procent allochtonen. Mensen in het onderwijs zijn optimistisch over de mogelijkheden om de achterstand van allochtonen aan te pakken. Slechts tien procent denkt dat het een onhaalbare zaak is, 32 procent twijfelt en maar liefst 59 procent denkt dat vooruitgang mogelijk is.
Het werk met allochtonen wordt als zwaar ervaren. Niet vanwege agressie of gebrek aan discipline, zoals nog al eens wordt gepretendeerd. Integendeel, op de vraag wat het werk zwaarder maakt, scoren agressie en discipline juist het laagst. Volgens het panel is het werk met allochtonen vooral zwaar door taal- en cultuurproblemen, gebrekkige communicatie met de ouders, te grote groepen en het lage niveau waarmee allochtonen het onderwijs inkomen. De wisselende groepen nieuwkomers worden minder als een probleem gezien en het ontbreekt ook niet aan methoden vinden de leraren. Agressie of gebrek aan discipline worden nauwelijks als een probleem gezien.
Een beetje tweeslachtig reageert het panel als gevraagd wordt naar extra beloning voor het werken op zwarte scholen. Gewoon meer loon wordt door een meerderheid afgewezen (zestig procent), maar ook is een forse groep (veertig procent) vóór. Gevraagd naar maatregelen die in de grote steden populair zijn (bonussen, parkeervergunningen, huisvesting) zegt weer 58 procent daar voor te zijn. Maar zou onderwijspersoneel zelf hun kind op een zwarte school plaatsen? Een resoluut nee komt van 25 procent, slechts zeven procent zegt meteen ja. De overgrote meerderheid kiest voor het 'misschien, als de kwaliteit goed is'.