• blad nr 6
  • 24-3-2001
  • auteur T. van Haperen 
  • Column

 

Identiteitscrisis

De leraar is geen schim van de krachtfiguur die hij ooit was. Hij komt verward, moe en klagerig over. Dit energieverlies boeit hoogleraar Fred Korthagen. Onder de titel 'Waar doen we het voor?' gaat hij in zijn inaugurale rede op zoek naar de essentie van goed leraarschap. Zijn verhaal heeft veel aandacht gekregen, in ieder geval NRC Handelsblad en Vrij Nederland spraken met hem. Korthagen keert zich af van de trend leraren te vangen in bekwaamheden en wil meer aandacht voor de persoon. Consciously, we teach what we know; unconsciously we teach who we are, staat boven zijn verhaal te lezen. Op het eerste gezicht een mooie spreuk. Even doordenken brengt het besef boven dat niet iedereen iets is en dan is terugvallen op bekwaamheden zo gek nog niet. Maar goed, Korthagen kiest voor het leraarschap als ambt in plaats van professie - het mag weer een roeping zijn, de jezuïet is terug. En dat is nodig, want het ontbreekt de huidige docent aan warmte en bezieling. Workshops, oefeningen, therapie moeten die terugbrengen. Korthagen beseft dat een grote groep hier geen boodschap aan heeft. Velen haken volgens hem na hun veertigste af, willen niet meer leren en sluiten zich op in zichzelf ­ de hopeloze gevallen. De stelling van de hoogleraar spreekt aan vanwege de breuk met de kille professionaliseringswaanzin en de aandacht voor de docent als mens. Bovendien is het moment goed gekozen, juist nu hakt gimme some soul, baby erin. De leraar als grijze muis met de bezieling van een vuilniszak is immers een herkenbaar beeld. Het aantal dat in die zak past groeit, getuige de stijgende ziekteverzuimcijfers. Dit heeft echter wel een oorzaak. Vroeger was leraar namelijk een leuk beroep. Jeugd houdt vitaal, de verdiensten waren voldoende voor een leuke middenklassewoning in de randstad en de vrijheid pure winst. Het ontbrak bepaald niet aan tijd voor ontwikkeling en persoonlijke groei. Een tweedegrader kon zijn verdiensten verhogen door studie. Er waren zelfs leraren die promoveerden. Anderen gingen de gemeentepolitiek in, runden een voetbalclub of waren actief binnen vakbond of vakvereniging. Dit contact met de samenleving maakte het werk plezierig. De leraar was iemand, kon zijn leerstof verrijken met eigen ervaringen van maatschappelijke importantie en kreeg daarvoor waardering. Er was natuurlijk ook een groep die niks deed en iedereen uitlachte. Lekker in mei om half vier met een glas bier in de tuin is ook een vorm van inkomen. Maar het moest allemaal anders, de leraar was koning in zijn klas, een saboteur van vernieuwing, een klaploper. Er werd beleid ontwikkeld met rancune als uitgangspunt, gelegitimeerd met ontwikkelingen in andere delen van de samenleving. Kampioen leraren haten was oud-staatssecretaris Netelenbos. Met de invoering van de tweede fase wilde ze zelfs de grote vakantie afschaffen en vervangen door een zomerschool, om herkansers alsnog te laten slagen. Als blutige Tineke haar zin had gekregen, zaten leraren jaarlijks in augustus in lege lokalen duimen te draaien, omdat de 25 vakantiedagen op zijn. Inmiddels is het resultaat van deze pesterij bekend. Organisatiemodellen overgenomen uit het bedrijfsleven hebben een opjaagcultuur opgeleverd. De leraar wordt tussen de lessen door voortdurend aangestuurd en komt amper nog aan zijn echte werk toe. Mensen die ergens anders terechtkunnen, trekken hun conclusies en staan niet meer voor de klas, alle fun is er namelijk uitgetrapt. Vandaar de door Korthagen terecht geconstateerde identiteitscrisis. De hoogleraar laat de beleidsfactoren echter buiten beschouwing en richt zich liever op het ik. Omstandigheden en structuren treffen kennelijk geen blaam, de docent is zelf schuldig en onthoudt de samenleving vitaal onderwijs. Korthagen spreekt in de krantenartikelen zorgvuldig, weegt zijn woorden. Competenties heten bekwaamheden en spiritualiteit is een begrip dat hij liever vermijdt. Begrijpelijk, want zijn opvattingen zitten erg dicht bij die van de tjakka-rakker, gespecialiseerd in arbeidsproductiviteitverhogende bedrijfstrainingen. Na een weekend van peperdure schreeuwsessies in een sjamanistische zweethut krijgen onverwerkte emoties uit het verleden een plaats, worden negende uren een uitdaging en is het verwerken van vijfhonderd leerlingen per week een missie. Intunend ­ zo heet dat in die kringen ­ op de bij de artikelen geplaatste foto's krijgt het verhaal van Korthagen een onthullende context. Babyboomer Fred is gewoon de zoveelste representant van een rijke en zelfgenoegzame generatie die het zich kan veroorloven om de hele dag aan zijn eigen ik te frunniken... some like to go out dancin1 and other people... they have to work. *

* Uit Sweet Jane van Lou Reed.

Dit bericht delen:

© 2025 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.