• blad nr 6
  • 24-3-2001
  • auteur R. Sikkes 
  • Redactioneel

 

Drie jaar van niet waargemaakte verwachtingen

Investeren in onderwijs staat al jaren op het programma van Paars II. Maar politici putten zich vooral uit in beloften. Minister Hermans voorop, maar ook PvdA en D66 deelden bij wijze van spreken al miljarden uit. De grote vraag de komende weken is of de PvdA serieus de bijl wil zetten in de Zalmnorm. Een overzicht van drie jaar vol niet waargemaakte verwachtingen.

"Mijn ambities liggen duidelijk hoger." Met die woorden probeerde minister Hermans op de maandagochtend van de eerste stakingsdag het nut van de acties te ontkrachten. Een miljard structureel in 2001 vindt de minister magertjes, hij wil meer losweken voor onderwijs bij zijn collega's.
De boodschap werd door de media meteen opgepakt: "Minister overtroeft AOb." Het was alleen niet voor het eerst dat Hermans beloften doet voor forse investeringen in het onderwijs. Vanaf de eerste dag dat hij in Zoetermeer zetelt, laat hij weten dat hij er in het kabinet alles aan zou doen om de trend van bezuinigingen om te zetten in investeringen. "Ik zal natuurlijk de eerste zijn die als er extra geld is, zal vragen om een bijdrage voor onderwijs", zei Hermans bij zijn aantreden in september 1998 in een interview met Trouw. Dan tempert de minister de verwachtingen nog. Want ook al heeft het kabinet een regeerakkoord op zak met als kroonjuwelen de klassenverkleining en geld voor ict, de economische groei moet dan nog echt losbarsten. Dus maant Hermans tot voorzichtigheid. "We moeten niet steeds roepen dat het overal zo slecht gaat. Het is ook moeilijk uit te leggen met een extra investering van twee miljard. En wat doe je als de kinderen herhaaldelijk zeuren om verhoging van zakgeld? Dan zeg je toch, bekijk het."
In de Volkskrant heeft hij het bij de start van zijn ministerschap over 'het forceren van een trendbreuk. Er moet erkenning komen voor het onderwijs als terrein waar het goed gaat en waar kwaliteit wordt geleverd.'
Het leraarschap staat bij Hermans als topprioriteit in zijn agenda, is een tweede belangrijke boodschap. De ernst van het tekort begint in 1999 langzaam door te dringen bij de top van het ministerie. Maar de salariseisen van de bonden ­ zes procent ­ noemt Hermans dan overdreven. "Als mensen het voor het geld doen, verlies je altijd. We kunnen mensen niet met een lease-Mercedes binnenhalen. Ze moeten het doen omdat ze het leuk vinden", zegt hij in april 1999 in Trouw.
In het Financieele Dagblad komt Hermans naar aanleiding van de begroting in september 1999 aan het woord. Hij noemt daar het spending department, zoals onderwijs vaak wordt gezien met een begroting van 43 miljard, meer een investeringsdepartement. Als er extra geld te verdelen zou zijn, merkt hij volgens het FD 'vergenoegd' op, '(staat) Onderwijs vooraan in de rij'.
Maar echte klappers blijven uit. Na de eerste twee miljard uit het regeerakkoord is er niet echt sprake van forse investeringen in het onderwijs. In het onderwijs groeit het ongeduld, bij de media wordt de toon kritischer. 'Druk met nietsdoen', concludeert Trouw halverwege de rit van Paars II over Hermans en Adelmund.

Een zak geld
In mei 2000 wordt Hermans ondervraagd door de Volkskrant. 'Wij hebben bij Zalm meer binnengehaald dan andere departementen', is zijn verweer dan op het magere resultaat van de onderhandelingen over de voorjaarsnota. 'Natuurlijk willen de bonden altijd meer. Maar ten onrechte wordt het beeld geschapen dat we het onderwijs onrechtvaardig behandelen', klinkt het defensief. De verslaggevers laten zich niet met een kluitje in het riet sturen: de politiek zegt immers dat alle meevallers naar onderwijs moeten. 'Iedere keer dat zich een meevaller aandiende, dacht ik: hoe kunnen we voorkomen dat de verwachtingen te hoog oplopen. Je kan niet een zak geld bij het onderwijs zetten en zeggen dat morgen alles is opgelost. Maar onderwijs staat wel nummer 1. En ik ben nog niet klaar. Volgend jaar ga ik opnieuw in de slag. Intussen hebben we wel meer binnengehaald dan andere departementen.'
Tijdens de presentatie van de onderwijsbegroting in september 2000 wordt Hermans weer door de aanwezige journalisten doorgezaagd over waar het deltaplan voor het onderwijs blijft. Hij bestreed dat beloften niet worden waargemaakt en er weinig geld komt. 'Ik noem het geen druppel op een gloeiende plaat wat ik dit jaar binnenhaal. Maar het is wel een begin, het moet meer worden. U hoort mij niet zeggen dat het genoeg is, dat we nu zelfgenoegzaam achterover kunnen gaan leunen.'
Het Onderwijsblad confronteert hem in het najaar van 2000 met het verschil tussen gemaakte verwachtingen en resultaat. De teleurgestelde reacties op zijn voorlaatste begroting in deze kabinetsperiode ­ de aanloop naar het oogstjaar ­ irriteren hem niet, zegt hij. 'Met klagen kom je er niet. Van de financiële ruimte gaat een groot deel naar onderwijs... Maar ja, alles lekt zo snel uit tegenwoordig en dan lijkt het op prinsjesdag of er niets nieuws is bijgekomen.'
Hermans heeft duidelijk een probleem om de verwachtingen te temperen en goed over het voetlicht te brengen wat hij wel voor elkaar kreeg. Want kwam er dan helemaal geen extra geld bij, de afgelopen jaren? Jawel. In totaal kreeg het onderwijs sinds het aantreden van Paars II in 1998 er 4,7 miljard gulden bij. Een fors bedrag en daarom werd bij de presentatie van de onderwijsbegroting in september 2000 voor het offensief gekozen. De extra miljarden van drie jaar regeren werden breed uitgemeten. Paars II overtroeft eigenlijk alle claims uit verkiezingsprogramma1s, suggereerden voorlichters van het ministerie van Onderwijs.
Maar als we de bedragen op een rijtje zetten, dan valt het investeringsgehalte van Paars II nogal tegen. Om te beginnen was er een miljard voor de klassenverkleining in het basisonderwijs. Een echte investering, dat wel. Maar tegelijk een besluit van Paars I, dat alleen pas wordt uitgevoerd tijdens Paars II. Bijna een miljard (incidenteel en structureel) is er uitgetrokken voor ict in het onderwijs. Ook dat is het inlossen van een oude belofte. Een noodzakelijke modernisering waarmee Ritzen zijn collega1s in het kabinet al jarenlang bestookte en die met het regeerakkoord werd ingelost en door Hermans wordt uitgevoerd.
De laatste onderwijs-cao ­ die er pas kwam nadat de bonden met acties dreigden ­ kost het kabinet 1,7 miljard gulden. De salarisstijging was niet royaal, maar volgde de stijging in de markt min of meer. De toename van het aantal leerlingen en studenten in mbo, hbo en universiteit kost bijna 700 miljoen gulden extra. Overigens vinden hogescholen dit bedrag nog te laag om de enorme toeloop in het hbo adequaat op te kunnen vangen: het bedrag per student daalt nog steeds.
Alles bij elkaar gaan er dus grote bedragen op aan 'onvermijdelijke uitgaven'. Beloften uit het verleden en prijs- en loonstijgingen die de ontwikkelingen in andere sectoren ternauwernood bijbenen.

Wrevel
Omdat structurele en incidentele bedragen door elkaar lopen en omdat een deel van de extra uitgaven pas in 2002 of later echt volledig mee gaat tellen, is het niet mogelijk om zomaar de verhoging van de onderwijsbegroting te verrekenen met de 'onvermijdelijke uitgaven'. Maar de twee lijstjes laten wel zien dat er de afgelopen drie jaar mondjesmaat echt is geïnvesteerd in de kennismaatschappij. Ondanks de stijgingen daalt bovendien het aandeel van onderwijs in de rijksuitgaven, daalt het aandeel dat Nederland uitgeeft aan onderwijs ten opzichte van de groeiende welvaart.
Op de scholen worden de miljarden ook niet echt gevoeld als investeringen, eerder als reparatie van achterstanden. Hermans en het kabinet hebben zichtbaar moeite met het meevallersmanagement in het onderwijsbeleid. Wanneer de meevallers met miljarden uit de lucht lijken te vallen, is het nauwelijks meer uit te leggen als leraren en scholen daar nauwelijks iets van zien. Zeker als de belofte van een omslag van bezuinigen naar investeren al drie jaar lang vanuit Zoetermeer over het onderwijs wordt uitgestort. Dat wekt wrevel, dat zorgt voor ongeduld. Helemaal als iedere maand meer scholen aan den lijve het lerarentekort voelen. Investeren in onderwijs zou toch in elk geval moeten betekenen dat er voldoende leraren en invallers zijn. Uiteindelijk leidt dat tot de stakingsactie van afgelopen week, omdat de frustraties over het uitblijven van een voelbare ommekeer te hoog zijn opgelopen.
Natuurlijk is extra geld voor onderwijs niet alleen maar afhankelijk van de minister. Ook de coalitiepartijen zijn daarvoor verantwoordelijk. Los van het feit of er een regeerakkoord ligt met een Zalmnorm, kan de druk binnen Paars zo groot worden dat het kabinet extra geld uittrekt voor onderwijs. Daar lijkt het vaak ook op.

Vuur uit de sloffen
Zo loopt D66-onderwijsspecialiste Ursie Lambrechts zich al jaren het vuur uit de sloffen om de noodzaak van investeringen te benadrukken. Haar noodkreet is terug te vinden op de opiniepagina1s van de dagbladen, in forums en in columns zoals in Het Onderwijsblad. Deze maand werd haar eis kracht bijgezet door fractievoorzitter Thom de Graaf. 'Een nationale ramp dreigt', zei hij op een partijbijeenkomst, 'door het oplopende lerarentekort.' Nog dit jaar moet er extra geld bijkomen voor onderwijs, benadrukte hij nog maar eens.
Ferme taal, maar de afgelopen drie jaar maakte D66 wel deel uit van de coalitie die verantwoordelijk is voor deze sluipende 'nationale ramp'. Je zou ook nog kunnen zeggen dat de kleinste coalitiepartner het moeilijk heeft om zijn eisen omgezet te krijgen in klinkende munt. Maar D66 staat allerminst alleen.
Ook de PvdA tamboereert voortdurend op extra geld voor onderwijs, zorg en veiligheid. Bij het vorige congres van de PvdA werd gesteld dat Nederland nu eindelijk de Oeso-norm ­ 6,5 procent van het bruto binnenlands product naar onderwijs ­ als uitgangspunt zou moeten aanvaarden. Dat zou neerkomen op een verhoging van het jaarlijkse onderwijsbudget met vele miljarden. Fractievoorzitter Ad Melkert neemt die eis niet over, maar in januari 2000 noemt hij tijdens een debat over sociale zekerheid wel een bedrag. Vier tot vijf miljard voor onderwijs. Dat klinkt goed. Net als nu zat Melkert daarmee in de aanloop naar de voorjaarsnota.
Onderwijsspecialiste Marleen Barth pleitte vervolgens voor extra geld voor de basisvorming, om zo de gestrande onderwijsvernieuwing weer vlot te trekken. Maar toen het op geld verdelen aankwam ­ bij het debat over de basisvorming in de Tweede Kamer ­ kon zij haar beloftes niet waarmaken.
De PvdA kiest voor onderwijs, zo lijkt het steeds weer. In de nota Kracht en kwaliteit komt het pleidooi voor investeringen in de kenniseconomie weer terug. Er volgt een debat over De nieuwe onderwijsagenda. Maar de aanval op de verdeling van de meevallers of het ter discussie stellen van de Zalmnorm zet niet door. Melkert eist wel miljarden, maar Kok, Zalm en Hermans luisteren niet naar de PvdA-fractievoorzitter. Noch in de voorjaarsnota van 2000, noch in de begroting voor 2001, noch in de aanloop naar het voorjaarsoverleg van dit voorjaar. De vijf miljard van Melkert blijven op die manier boven de markt zweven.
Daar houdt het verhaal van de niet waargemaakte verwachtingen allerminst op. Na afloop van de estafettestaking van vorige week kwam Melkert weer met zijn miljardeneis voor onderwijs langs in de Volkskrant. Hij wacht op daden. 'Als Hermans iets in beweging wil zetten, dan moet hij de scholen genoeg geld geven.' Onduidelijk blijft alleen weer hoe ver Melkert wil gaan om investeringen in het onderwijs los te peuteren bij het kabinet. Betekenen zijn uitspraken het begin van het slotoffensief tegen de Zalmnorm, of is het meer een aanloop naar de verkiezingen?
Al lijkt het of de maatschappelijke en politieke druk op minister Hermans huizenhoog oploopt, in de Tweede Kamer bleek daar vorige week helemaal niets van. Het CDA vroeg naar aanleiding van de stakingsacties en de uitspraken van D66-voorman Thom de Graaf een spoeddebat aan. Wat had de minister nu eigenlijk bedoeld met 'mijn ambities liggen duidelijk hoger', wilde CDA-onderwijsspecialiste Clémence Ross-van Dorp weten.

Claim
Tussen de regels door maakte Hermans duidelijk dat zijn claim bij Zalm de één miljard structureel voor dit jaar overtreft. Maar hoeveel hij dan wil hebben en of er enig uitzicht is op resultaat, daar wilde Hermans gedurende de onderhandelingen in het kabinet geen uitspraken over doen. Net zo min op de vraag of hij wel minister wil blijven als dat miljard er niet komt.
Echt moeilijk werd het Hermans niet gemaakt, zeker niet door de coalitiepartijen PvdA, VVD en D66. PvdA-woordvoerster Barth deed geen enkele moeite om Hermans1 ambities exacter boven tafel te krijgen en liet ook in het midden met welk resultaat de PvdA tevreden zou zijn. En dat doet vermoeden dat haar regisseur op de achtergrond ­ fractievoorzitter Melkert ­ het slotoffensief tegen de Zalmnorm wel eens zou kunnen uitstellen tot de verkiezingen. Waardoor het onderwijs nog zeker tot het volgende regeerakkoord moet wachten voor er kans is op een echte ommekeer.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.