- blad nr 5
- 10-3-2001
- auteur T. van Haperen
- Column
Domme acties
Maar er is meer. Dat de politiek het onderwijs de afgelopen twintig jaar slecht heeft bedeeld moge duidelijk zijn, maar vanaf die constatering zijn de meningen verdeeld. Volgens de adjunct-hoofdredacteur van de Volkskrant, Kalshoven, blijkt uit gegevens van het CPB dat de collectieve sector reeds een inhaalslag heeft gemaakt. Hij vindt de roep om miljarden onzinnig. Het bestuur Ons Middelbaar Onderwijs (OMO) lijkt dit te bevestigen en zit blijkens berichten in de regionale pers ruim in de slappe was. Hun cao is zeer gunstig. Leraren geven 25 lessen en twintig procent van de betrekkingen in de bovenbouw levert een schaal 12 op. Daarnaast is de afspraak met de lerarenopleiding van de Fontyshogeschool nieuw leven ingeblazen. Studenten krijgen hun collegegeld vergoed en vanaf het derde jaar ontvangen ze een salaris (ze moeten dan wel een paar jaar bij OMO in dienst blijven). Een feodale overeenkomst die concurrenten buitenspel zet, maar past binnen het decentralisatiedenken, gesteund door minister en Kamer. Rest de vraag: waar doet OMO het van? De beleggingsportefeuille zal weinig soelaas bieden. Zo lekker gaat het momenteel niet op de beurs. Maandelijks een paar dagen salarisgelden vasthouden en wegzetten, lijkt bij een grote organisatie een redelijk alternatief, maar levert niet de ruimte voor deze krachtsexplosie. Van andere mogelijkheden tot kostenreductie wordt evenmin gebruikgemaakt. OMO is bepaald geen lean mean onderwijsmachine. De organisatie is net zo vervet als elders. Vroeger deed alleen een rector niks en hielden conrectoren zich bezig met rooster en leerlingen. Tegenwoordig zijn hele directies vrijgesteld en alle uitvoerende taken doorgeschoven naar coördinatoren, die de arbeid weer afwentelen op leraren. Hèt kenmerk van een decadente samenleving: voor het echte werk voelt menigeen zich te goed. Afkopen van deze verborgen werkloosheid is kostbaar. OMO versterkt de tendens met nog fraaiere collectieve afspraken en dat lijkt onbetaalbaar. Natuurlijk, de berichten in de pers zijn mooier dan de realiteit: 25 lessen zijn gemiddeld, twintig een percentage van een rekbare eenheid en salaris voor studenten staat voor goedkope arbeidskrachten. Maar het zou flauw zijn om het daarbij te laten, want het kan ook dat het bestuur gewoon goed met zijn middelen omgaat. Zolang dit niet boven tafel komt, is elke noodkreet discutabel. De oorzaak van vieze wc1s is dan namelijk mismanagement en meer middelen levert enkel zorgdrama1s op, waar groeipercentages van wachtlijsten en collectieve uitgaven elkaar niet veel ontlopen. Zomaar meer geld voor onderwijs betekent tijdgeestwaanzin in de vorm van opdrachten voor reorganisatiebureaus, buitenlandse reisjes en reclamecampagnes. Er komt nog een moment dat een Karel Aalbers-achtige bestuursvoorzitter zich president laat noemen en een helikopter bestelt, zijn 'collegae' bij Unilever, Shell en Philips hebben er namelijk ook één. Leraren hebben hier niks aan en ze moeten zich dan ook niet lenen voor domme acties. Voor hen blijft de zaak zonneklaar. Er is een personeelstekort, salarissen liggen achter bij de marktsector, kwaliteit holt achteruit en de werkdruk is te hoog. Alleen daarvoor gaat de boel half maart plat.