• blad nr 7
  • 6-4-2002
  • auteur . Overige 
  • Dossier

 

Passende functie

Onverwacht krijgt docente F. het bericht dat ze is ontslagen. De reden die de hogeschool waar ze werkt hiervoor geeft, is dat haar functie is vervallen door de inkrimping van de opleidingsrichting waaraan zij verbonden is. Dit spreekt F. niet tegen, maar ze verzet zich tegen haar ontslag omdat er volgens haar binnen de hogeschool zeer zeker een passende alternatieve functie te vinden is. Ze tekent daarom met hulp van de juridische dienst van de AOb beroep aan bij de commissie van beroep. Deze concludeert dat de hogeschool tekort is geschoten bij het zoeken naar zo'n alternatieve functie. Hierop stapt de school naar de rechter en voert aan dat F. niet in aanmerking komt voor ander werk omdat zij na de opheffing van haar functie duidelijk heeft gemaakt dat ze haar loopbaan buiten de organisatie wil voortzetten. Ook heeft F. haar aanspraak verloren omdat ze gedurende lange tijd geen enkele actie heeft ondernomen om voor een andere passende functie binnen de school in aanmerking te komen.
F. heeft zich inderdaad georiënteerd op functies buiten de school en is ook met de school in onderhandeling geweest over het eventueel beëindigen van haar contract. Ondanks dat vindt de rechter het niet aannemelijk dat F. daarom niet geïnteresseerd zou zijn in een andere functie binnen de school. De werkgever had er dan ook niet vanuit mogen gaan dat F. geen beroep meer zou doen op de verplichting van de school om een andere functie voor haar te zoeken binnen de eigen gelederen. Ook het argument dat F. geen moeite heeft gedaan om in aanmerking te komen voor een andere functie binnen de school, wijst de rechter van de hand. De hogeschool brengt hier tegenin dat zij samen met F. eerder om de tafel zaten en besloten om door een mobiliteitstraject te werken aan een interne herplaatsing, maar dat er daarna niets meer van haar is vernomen. Volgens de docente kwam dit doordat ze toen op verzoek van haar werkgever een tijdelijke taak heeft vervuld in de afbouw van de opleiding. Ook was ze juist in het kader van het mobiliteitstraject twee keer gedetacheerd buiten de school om meer werkervaring op te doen. De rechtbank vindt dan ook dat de school niet kan beweren dat F. haar aanspraak op herplaatsing heeft laten verwateren en wijst het verzoek tot ontslag af.
Desgevraagd verklaart de hogeschool dat ze verwacht dat er binnen een redelijk termijn vacatures zullen zijn die voor F. een passend alternatief kunnen vormen.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.