• blad nr 5
  • 10-3-2001
  • auteur D. van 't Erve 
  • Redactioneel

De nahossers  

Het salaris was nog minder dan de bijstand

Alle herstelmaatregelen ten spijt blijven er nahossers die soms honderden tot duizenden guldens minder verdienen dan hun collega's. Vier nahossers vertellen over de (on)zichtbare scheidslijn in de docentenkamer.

"Ik sloeg steil achterover toen ik mijn eerste salarisstrook onder ogen kreeg", herinnert Siep de Haan (43) zich. Hij begon in augustus 1985 als wiskundeleraar in het voortgezet onderwijs. "Ik werkte slechts zeventien uur, maar was echt elke dag bekaf. Toen ik aan het eind van de maand zag dat ik zošn zevenhonderd gulden kreeg, kon ik dat niet geloven. Dat was nog minder dan het bijstandsniveau. Bij de salarisadministratie zeiden ze dat het bedrag inderdaad niet klopte: omdat ik niet een hele maand had gewerkt, was het te hoog..."

Vijf jaar na de Hos besloten Huub Verweij en Siep de Haan de actiegroep Nahossers op te richten. Op het hoogtepunt telde de groep ruim drieduizend leden. "Niet zo heel veel als je bedenkt dat er zo'n veertigduizend nahossers waren. Maar de meeste nahossers gingen gewoon akkoord met dat lage salaris. Bovendien sprak je niet over het salaris, nu nog niet trouwens. Ik merk dat als een eerstegraads nahosser, met soms tweeduizend gulden verschil in salaris, zich afvraagt waar hij het eigenlijk allemaal voor doet, de voorhossers doodleuk zeggen: 'Maar je doet het toch niet alleen voor het salaris?' Zij hebben makkelijk praten."
De eisen van de groep bleven niet ongehoord. In 1991 en in 1994 werd het salaris van de beginners omhooggetrokken. "De aanvangssalarissen in het primair onderwijs zijn in totaal met ruim veertig procent omhooggegaan. In het voortgezet onderwijs zošn twintig procent. Dat zegt wel iets over hoe schandelijk laag dat salaris was."

Eerst zien
De Haan heeft zelf weinig van de salarisstijging kunnen profiteren. "Ik was al acht jaar in dienst en voor de zittende nahosser golden de stijgingen niet. Daar was wel een eenmalige toeslag, maar al met al ben ik er maar bekaaid afgekomen, ja. Het scheelt honderden guldens per maand met collega's. Dat gaf niet, daar heb ik het niet om gedaan. Mijn drijfveer was om de oneerlijkheid aan de kaak te stellen. Nog steeds word ik boos als mensen zeggen dat onderwijs een roeping is. Voor elke baan moet je gemotiveerd zijn en daar moet simpelweg voldoende salaris tegenover staan. Het gaat ook om respect van de werkgever naar de werknemer. Op deze manier neem je de beroepsgroep toch niet serieus?"
De Haan vindt dat de vakbonden te weinig hebben gedaan en nog steeds doen. "Kijk hoe AOb-voorzitter Jacques Tichelaar reageerde op de uitspraak van de commissie. Hij zegt meteen dat dat zo niet kan. Zelfs Hermans zegt eerst te willen kijken en dan pas een oordeel te geven. Het probleem ligt er, doe er wat aan, zou ik zeggen." Dat de AOb een nieuw salarissysteem wil, waarin ongelijkheid van beloning niet meer voorkomt, moet Siep de Haan 'eerst zien dan geloven'.
Een andere groep uit die tijd was het actiecomité 'Zittende studerenden'. Deze groep bestond uit leerkrachten die voor de invoering van de Hos onbevoegd in het onderwijs werkten, meestal afkomstig uit het bedrijfsleven. Zij kregen geen vaste aanstelling en werden op het salaris vijftien procent gekort. Naast school studeerden ze voor de bevoegdheid, met daarna het volle salaris in het vooruitzicht. Woordvoerder van de club, Marcel Hartkamp, werkt nog steeds in het onderwijs. Na tien jaar in de elektrotechniek besloot hij in 1982 de overstap naar het onderwijs te maken. In de avonduren studeerde hij voor zijn bevoegdheid, een opleiding van zes jaar. "In 1987 kreeg ik een vaste aanstelling, maar bleef vanwege de Hos nog steeds op het salaris van een onbevoegde. Er is een herstelmaatregel geweest, maar daar viel onze groep die na 1986 afstudeerde buiten. Met een fulltime baan verdiende ik onder de tweeduizend netto per maand, terwijl anderen allemaal zes periodieken hoger zaten." Hartkamp gaf niet op en in 1994 kwam er opnieuw een herstelmaatregel. "Eenmalig twee keer 1500 gulden. Eindelijk erkenning, maar het bedrag sloeg eigenlijk nergens op als je bedenkt dat er vierhonderd gulden per maand verschil is. Op school leefde iedereen wel mee, maar ze konden ook niks doen." Vier jaar geleden was de maat vol. "Al is het vak hartstikke leuk en vind ik het werk met de leerlingen geweldig, het blijft vreten. Een collega, even oud als ik en ook in 1982 begonnen, zat al lang op zijn maximum, terwijl ik nog zes jaar moest." Hartkamp kon daarom een aanbod niet weigeren om weer in het bedrijfsleven te komen werken. "Toen ik dat op school vertelde, werd er wčl geluisterd. Opeens kwamen ze bij me thuis praten, dat ze me niet kwijt wilden. Toen ze me vier periodieken extra boden, besloot ik toch te blijven. Ach, het bedrijfsleven is ook niet alles."

Nieuwe auto
Jörg Sudowe, leerkracht op de mytylschool in Haren, ging op 15 maart 1986 aan de slag in het onderwijs. Een even oude collega begon in 1985. "Laatst vierden we samen onze veertigste verjaardag. Zij verdient in drie dagen evenveel als ik in vier. We hebben daar maar weer om gelachen. Al is het natuurlijk te gek voor woorden." Ook Sudowe kan zich de eerste keer dat hij zijn loonstrookje onder ogen kreeg herinneren. "Ik was afgestudeerd en had net een nieuwe auto gekocht. Op mijn rekening werd iets van 1800 gulden netto bijgeschreven. Ik dacht dat ze een fout hadden gemaakt, dat ze slechts een halve maand hadden uitbetaald. Dat bleek niet het geval." De auto hield hij wel, hij bleef ook in het onderwijs. "Ik kan met dit werk meer betekenen dan met bijvoorbeeld een autobedrijf. Natuurlijk is het vervelend dat ik minder verdien, maar ik vind het werk vreselijk leuk. Het is dat mijn vrouw ook werkt, zodat we van anderhalf salaris wel rondkomen." Sudowe verlangt nu solidariteit van de bond. "Bewust of onbewust zijn we jarenlang door de bonden en de politiek over het hoofd gezien en daar moet nu verandering in komen."
Dat vindt ook docente Lia Pier. In 1983 rondde zij haar opleiding af, maar kon geen baan vinden. "Er was simpelweg geen werk in het onderwijs en ik heb tot 1988 in een ziekenhuis gewerkt. Daarna kon ik als leerkracht beginnen, maar als ik meteen was begonnen was ik dus voorhosser geweest." Ze vindt dat er nu een hele kromme situatie ontstaat. "Op onze vmbo-school zijn we bezig met de invoering van leerwegen. Die veranderingen komen vooral neer op de nahossers, omdat veel ouderen dat niet kunnen opbrengen. Vervolgens mogen wij ook nog eens de zij-instromers begeleiden, die vaak meer verdienen, of de beginners, die relatief ook meer krijgen. Natuurlijk is salaris niet alles, maar soms vraag ik me af waar we het nog voor doen." Ook zij vindt het tijd dat de verschillen worden weggewerkt. "Er kan niet meer zo nonchalant met de nahosgroep worden omgegaan. De bond moet daar op inspringen. Ik merk dat er wrevel is. Waarom zou je lid worden van een bond die niets voor jou doet? Die verbeteringen van de Hos lijken naar mijn idee gewoon een zoethoudertje. Dat zet allemaal geen zoden aan de dijk. Onderwijs schreeuwt om mensen. Het is een opeenstapeling van zaken die het beroep onaantrekkelijk maken. Denk ook aan de secundaire arbeidsvoorwaarden als een eigen lokaal of meer computers. Er moet iets wezenlijk veranderen."

Herstelmaatregelen
1986 Zittende studerenden die voor 31 juli 1986 diploma hebben gehaald.

1989 Schaal 11 en schaal 12 verbeterd.

1991 Convenant I: verbetering beginsalarissen; compensatie voor werknemers in dienst getreden tussen 1 januari 1985 en 1 januari 1991.

1994 Convenant II: extra salarisverhoging beginners; eenmalige uitkering zittende studerenden die tussen 1 augustus 1986 en 31 juli 1989 hun diploma haalden.

1997/2000 Alle carričrelijnen verkort.

Niet alleen vrouwen
De commissie Gelijke behandeling oordeelde onlangs dat er sprake is van ongelijke beloning tussen mannen en vrouwen in het voortgezet onderwijs als gevolg van het Hos-overgangsrecht. De ingevoerde herstelmaatregelen dringen de ongelijkheid in beloning onvoldoende terug. Op dit moment overlegt de commissie met het ministerie en de vakbonden over eventuele vervolgstappen.
Het ter discussie stellen van het overgangsrecht is dč reden waarom de AOb de uitspraak van de commissie niet kan omarmen. "Natuurlijk zijn we het eens dat we de ongelijkheid in salaris in het onderwijs moeten tegengaan", verklaart AOb-bestuurder Martin Knoop. "Maar waar we problemen mee hebben is het onderdeel over overgangsrecht. Het kan betekenen dat we een belangrijk middel in de onderhandelingen kwijtraken."
Bovendien zijn niet alleen vrouwen de dupe van de Hos. Op de afdeling juridische dienst van de AOb zijn ruim zestig brieven binnengekomen van nahossers, zowel man als vrouw. De dienst bekijkt de brieven en start zonodig procedures om het verschil in salaris aan te kaarten. "Eigenlijk zijn er grofweg drie categorieën waar grote salarisverschillen bestaan", vertelt Ina Schilperoord van de juridische dienst. Op de eerste plaats zijn er de herintreders, vaak vrouwen die na een onderbreking van een paar jaar in het onderwijs terugkeren. Zij missen de periodieken van die jaren. Dan zijn er de 'late intreders', mensen die op latere leeftijd het onderwijs zijn ingegaan. Schilperoord: "Als je op je veertigste zonder relevante werkervaring in het onderwijs begint, start je in de aanvangsschaal. In de tijd tot het pensioen, kun je nooit het maximum behalen. Dat was bijvoorbeeld het geval bij mevrouw Zuketto, die de zaak bij de commissie heeft aangespannen." En de laatste categorie zijn de mensen die na 1985 eigenlijk voor schaal 12 in aanmerking komen, maar worden uitbetaald in schaal 10. "Er is maar een beperkt aantal schaal 12-functies te vergeven. De werkgever zegt dan: 'Sorry, ik wil wel meer betalen, maar kan het niet'. Met als gevolg dat er werknemers zijn die nu al jaren onderbetaald worden", aldus Schilperoord.
De AOb wil voor eens en voor altijd een eind maken aan de ongelijkheid in beloning met een nieuw salarissysteem. "We willen een schaal 12 voor alle docenten in het voortgezet onderwijs. Op z'n vroegst, maar dat is erg optimistisch, zou het nieuwe salarissysteem per 1 augustus dit jaar kunnen ingaan", aldus Martin Knoop.

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.