• blad nr 7
  • 6-4-2002
  • auteur . Overige 
  • Redactioneel

Leerlingen zelf aan de slag bij filmkunde 

Cool om met de camera door de school te lopen

Het begon met een jaarlijks filmfestival dat docent maatschappijleer Sander Kocken vijftien jaar geleden organiseerde. Leerlingen konden hiervoor zelf filmpjes maken. Het sloeg zo aan, dat ze hem overhaalden van film een echt vak te maken. Hij schakelde hiervoor de hulp van collega Dorée de Kruijk in. Het filmfestival bestaat nog steeds, filmkunde is een geliefd keuzevak.

Dertienhonderd titels heeft de videotheek van scholengemeenschap Lelystad, vier kasten vol. Scholieren vinden er de nieuwste Hollywoodproducties, maar ook Nederlandse films en klassiekers als Citizen Kane en Gone with the wind. Lokaal S15, filmklas annex videotheek, is makkelijk te herkennen. Een enorme poster van Armageddon vult de rechterwand van het lokaal.
Ongeveer dertig leerlingen uit 4-havo en -vwo zijn voor de komende twee maanden ingedeeld bij het keuzevak filmkunde, gegeven door Dorée de Kruijk. Zij geeft naast filmkunde Nederlands en Spaans op school. Filmkunde is een onderdeel van culturele en kunstzinnige vorming (ckv), waar leerlingen kunnen kiezen tussen vakken als literair cabaret, handvaardigheid, muziek en drama. In de les leren de kinderen verschillende filmtechnieken en moeten verslagen maken van films. Als afsluiter maken ze een eindfilmpje. Erik en Michael volgen het vak voor de tweede keer, vorig jaar zijn ze blijven zitten. Michael: "Ik ben van mezelf al heel veel bezig met film, maar niet met het maken ervan. Dat is het leuke van dit vak." Erik is het hier wel mee eens. "Ik had wel eens een filmpje opgenomen op een kinderfeestje, maar dat telt niet mee. Hier ga je echt monteren, dus knippen en plakken."
Bij de tweede les brengen de meeste leerlingen een stapeltje banden terug en zoeken nieuwe uit. Shakespeare in love, What women want en Mission Impossible II zijn populair. Dorée de Kruijk: "In het begin grijpen de kinderen naar de populaire Amerikaanse films, maar na een paar weken pakken ze vaak de onbekendere. Ik probeer dat een beetje te sturen, maar meestal gaan ze na een tijdje zelf andere films uitproberen."

Vogelperspectief
Films kijken is belangrijk, maar het dóen heeft de nadruk bij filmkunde. Daarom heeft de school een montagehokje naast het lokaal en nemen de leerlingen regelmatig zelf de camera ter hand. "Je leert veel meer van films als je zelf óók bezig bent", zegt De Kruijk. Volgens Sander Kocken leren de scholieren door de praktische kant van het vak bewuster te kijken naar films. "Leerlingen denken bij het filmen goed na over het verhaal dat ze willen vertellen en de technieken die ze daarvoor willen gebruiken. Omdat ze er zelf zo serieus mee bezig zijn, letten ze ook op deze aspecten in andere films." Volgens Kocken kijken leerlingen kritischer naar de technieken die de regisseur gebruikt en de boodschap die hij wil uitdragen. Hierdoor zijn ze beter in staat om goede van slechte films te onderscheiden.
Sander Kocken, oorspronkelijk docent aardrijkskunde en maatschappijleer, heeft de leerlingen een half jaar onder zijn hoede. Zijn vwo-leerlingen uit de vijfde klas maken een grote eindproductie, compleet met draaiboek, scenario en montagedag. De klas van De Kruijk pakt het in de twee maanden die ze hebben wat kleinschaliger aan. Wél probeert ze elke les te filmen, om de smaak te pakken te krijgen. De leerlingen verzinnen dan zelf een verhaal en nemen om beurten shots op vanuit verschillende perspectieven. Zo komt het dat Olaf tijdens de les op de tafel van Dorée de Kruijk met een camera op zijn schouder een 'therapiegroep' filmt, in vogelperspectief.
"Leerlingen vinden het hartstikke cool om met een camera door de school te lopen. Film spreekt aan", verklaart Sander Kocken. Filmkunde is populair, ieder jaar zijn er meer aanmeldingen dan plaatsen. Kocken beaamt dat veel leerlingen het een beetje zien als een pretvak. Zoals Jorine. "Ik vind het vooral leuk om te leren filmen en films te lenen, maar heb niet het idee dat ik heel veel leer."
Maar De Kruijk en Kocken komen ook bevlogen leerlingen tegen. "Sommigen worden gegrepen door film. Die ontdekken hoe leuk ze het vinden en blijken heel visueel ingesteld te zijn. Daar waren ze anders misschien veel later achter gekomen."

Goede vorm
Een goede ontwikkeling vindt de sectie film het, dat filmeducatie meer in zicht komt binnen ckv. Sander Kocken en Dorée de Kruijk zien echter ook de problemen die andere scholen hebben met de invulling van filmeducatie. "Wij hebben al ruim tien jaar ervaring, maar andere scholen zoeken zich wild naar een goede vorm", zegt Kocken.
Op hun eigen school kleven ook nadelen aan de invoering van ckv en de daarbij horende verplichte onderdelen. Voorheen konden leerlingen alleen voor filmkunde kiezen, nu moeten ze binnen ckv 1 meerdere kunstonderdelen afronden. Hierdoor zijn de blokken korter en is er minder tijd voor theorie.
Daartegenover staat de nieuwe apparatuur die de school aanschaft voor filmkunde. Binnenkort krijgt de filmsectie apparatuur om digitale opnames te maken en te programmeren, gefinancierd door het ministerie van Onderwijs. De filmsectie wil zich meer gaan richten op kunstzinnige activiteiten met de computer. Sander Kocken hoopt dat door het project het filmonderwijs een breder draagvlak krijgt binnen school. "Beeld krijgt een steeds grotere rol, bijvoorbeeld bij presentaties. Eigenlijk zou het vanaf de brugklas een ondersteunend vak moeten worden."

Film niet langer stiefkindje

Het niveau van filmonderwijs is onder de maat en moet worden opgekrikt. Een prima taak voor docenten ckv, vindt het Nederlands Instituut Filmeducatie (Nif). Het instituut hoopt met lespakketten, docentenhandleidingen, workshops en cursussen de docenten juist dat ene steuntje in de rug te geven om van film een volwaardige discipline binnen het kunstonderwijs te maken.

'Nederland loopt met het filmonderwijs ontzettend achter ten opzichte van andere Europese landen," zegt Femie Willems van het Nif. Scandinavië en Engeland hebben bijvoorbeeld een veel langere traditie in filmeducatie. En dat is te merken aan de hoogwaardige producties die die landen afleveren. In Nederland is filmeducatie volgens haar echter altijd een stiefkindje geweest in het cultuuronderwijs en is er van volwassen filmonderwijs geen sprake.
Tijd voor verandering dus, vonden verschillende filmorganisaties, die in september vorig jaar hun projecten bundelden in het Nif. Want losse projecten gericht op klassikaal filmkijken zijn niet voldoende. "Juist een cultuurgericht vak als ckv moet inhoudelijk dieper op films ingaan", zegt Willems, vooral omdat film zo populair is onder jongeren. "Film moet een betere positie verwerven naast de andere kunstdisciplines. Het heeft een traditie van honderd jaar, dus waarom zouden we het niet behandelen als een volwaardige kunstvorm? Net als in een schilderij, boek of toneelstuk, heeft een filmregisseur iets te zeggen."
Het lage niveau van het filmonderwijs is niet de schuld van de docenten. Die willen best aan de vraag van de leerlingen tegemoetkomen. Het probleem is echter dat veel ckv-docenten oorspronkelijk drama- of tekenleraar zijn en zich onzeker voelen over hun filmkennis of niet weten hoe ze les kunnen geven in film. Door die onzekerheid slaan ze dit gedeelte liever over, met als gevolg dat filmonderwijs verwaarloosd blijft. Bovendien bestaat er nog geen volwaardige lerarenopleiding voor film en daarom moeten er volgens het Nif cursussen en workshops van de grond komen. Docenten leren hierin hoe ze een film in een historische context kunnen plaatsen, hoe beelden te interpreteren en films te analyseren. Het is niet de bedoeling dat de docent de leerlingen aan de hand mee naar de film nemen, benadrukt Willems, maar om ze handvatten te geven voor een goede invulling van het vak. Docenten kunnen leerlingen wijzen op interessante films die draaien en er eventueel een les omheen verzorgen. "Leerlingen worden zo geprikkeld om naar films te gaan waarvoor ze anders niet zo snel zouden kiezen."
Het Nif heeft goede hoop voor de toekomst van de film in het onderwijs. Willems: "Docenten en leerlingen zijn ontzettend enthousiast over filmeducatie. Nu moeten we de inhoudelijke invulling verdiepen." Ckv-docente Marie-Therese van de Kamp voegt eraan toe: "Wat mij betreft mag er in het lespakket wat minder oude vakken als tekenen en handvaardigheid en wat meer film."

Dit bericht delen:

© 2024 Onderwijsblad. Alle rechten voorbehouden
Het auteursrecht op de artikelen in dit archief berust bij het Onderwijsblad, columnisten of freelance-medewerkers. Het citeren van delen van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Volledige overname, herplaatsing of opname in andere publicaties is slechts toegestaan na overleg met de hoofdredacteur via onderwijsblad@aob.nl Indien het gaat om artikelen van freelancers zal hiervoor een bedrag in rekening worden gebracht.