- blad nr 7
- 6-4-2002
- auteur R. Voorwinden
- Redactioneel
Verkiezingen redden Hermans in fraudezaak hbo
De Kamer heeft het gehad met minister Hermans. De politici bedongen vorige week dat de minister alle relevante informatie over gesjoemel met studentenaantallen niet alleen naar de Rekenkamer moet sturen, maar ook naar de Tweede Kamer zelf. Want de politici vertrouwen er niet langer op dat de bewindsman deze zaak snel en tot op de bodem uitzoekt. Hoe kon het zover komen? Een reconstructie.
Op 22 juni van het vorige jaar begint het allemaal, al weet dat dan nog niemand. Bij het ministerie van Onderwijs ploft een brief van een klokkenluider op de mat, die betrokken is bij de Delta University - een particuliere onderwijsinstelling en onderdeel van de Hogeschool IJselland. In de brief staan aantijgingen over diverse vormen van gesjoemel met studentenaantallen. Zo zouden studenten die particuliere opleidingen volgen tevens worden ingeschreven aan reguliere hogescholen, die daarvoor dan ook bekostiging ontvangen. Ook wordt er gerept over grote groepen Belgische studenten die, alleen om het bekostigingsgeld te innen, van jaar tot jaar van hogeschool tot hogeschool worden rondgepompt.
De brief doet niet meteen alarmbellen rinkelen maar begint daarentegen een zwerftocht door ministerie. 'Vanwege de zomervakantie', zo verklaart minister Hermans later aan een zwaar geïrriteerde Tweede Kamer. Maar is meer. Want de particuliere Delta hogeschool trok al eerder aan de bel over vermeende fraude van bekostigde hogescholen en probeerde via de rechter een schadevergoeding wegens concurrentievervalsing af te dwingen. Dat lukte niet, maar door die affaire heeft Delta het stempel van 'zeurpiet' gekregen.
De klokkenluider voelt zich niet serieus genomen en brengt in november, ruim vier maanden nadat hij zijn brief aan het ministerie schreef, de Tweede Kamer op de hoogte. Dat brengt de zaak in beweging en hij wordt ontvangen door enkele Zoetermeerse ambtenaren. Een dag later zet Hermans zijn accountantsdienst aan het werk om onderzoek te doen naar vermeende fraude aan zes hogescholen. Het onderzoek moet voor kerstmis klaar zijn, maar dat lukt van geen kant.
Gedragscode
Ondertussen beginnen de kranten met de Volkskrant voorop in de zaak te spitten en zijn Hermans en het hbo wekenlang niet van de voorpagina weg te slaan. Onder die omstandigheden kiezen de hogescholen eieren voor hun geld en de Hbo-raad presenteert begin dit jaar alvast de resultaten van een eigen inventarisatie. Daaruit blijkt dat de hogescholen in de afgelopen jaren 'hier en daar de grens hebben overschreden van wat mag'. Er zou een handjevol hogescholen zijn die honderden studenten hebben ingeschreven maar daar nauwelijks een onderwijsinspanning voor leverden.
Maar wees gerust, zo sust de Hbo-Raad meteen: het aantal studenten waarmee gesjoemeld is, is op het totaal van driehonderdduizend hbo-studenten marginaal. Van stelselmatige fraude is geen sprake en er is inmiddels een gedragscode die deze zaken verbiedt.
Op woensdag 27 februari is het dan eindelijk zo ver. Minister Hermans presenteert de resultaten van zijn accountantsonderzoek bij zes hogescholen: de Hogeschool van Utrecht, Hogeschool van Amsterdam, Saxion Hogescholen IJselland, Hogeschool Brabant, Hanzehogeschool Groningen en Hogeschool Alkmaar.
De bevindingen liegen er niet om. Er werd inderdaad een grote groep Vlaamse studenten ingeschreven die een heel beperkt Nederlands onderwijsprogramma volgden, terwijl de hogescholen wel volledige bekostiging ontvingen. Die Vlamingen werden geleverd via het bureau Opleiding en Ontwikkeling Breda (O&O), dat weer nauwe banden heeft met de Hogeschool Brabant.
Verder werden de studenten vaak na een jaar studie bij de ene hogeschool als uitvallers aangemerkt en vervolgens bij de volgende hogeschool ingeschreven. Volgens een ingewikkelde bekostigingsregel kregen de hogescholen op deze manier nog eens bijna vijftig procent méér bekostigingsgeld voor de betreffende studenten. 'De zes hogescholen hebben vanaf studiejaar 1998 in totaal ruim vijfduizend Vlaamse studenten ingeschreven die niet studeerden aan de instelling of voor wie ze veel meer geld ontvingen dan gezien de onderwijsinspanning redelijk zou zijn', zo vatten de accountants de zaak samen. Dat heeft het ministerie bijna dertig miljoen euro gekost.
Diezelfde woensdagochtend vergadert de Hbo-raad in een hotel vlakbij de Tweede Kamer. De aanwezigen hebben die ochtend, in de trein of aan de ontbijttafel, al de primeur in de Volkskrant kunnen lezen dat de bewindsman aangifte van fraude gaat doen bij het Openbaar Ministerie. De vergadering begint met een leespauze van een uur en de stemming daalt tot het absolute nulpunt, zo meldt het blad Hbo-Journaal. 'We zaten als geslagen honden bij elkaar', zegt een van de deelnemers in het blad. 'Al het werk dat onze voorzitter heeft gedaan om het hbo hoger op de politieke agenda te krijgen, is in één klap tenietgedaan.' Diezelfde middag geven drie leden van het bestuur van de Hbo-raad hun zetel op.
Ook bij het ministerie wordt de guillotine uit de kast gehaald. Minister Hermans stuurt begin maart zijn directeur Jan Zuurmond van de directie hbo naar huis, maar volgens de Volkskrant wordt daarmee de verkeerde gestraft. Want de traagheid waarmee de hbo-afdeling het werk deed zou niet de schuld zijn van Zuurmond maar van zijn baas, de directeur-generaal.
Dolle stier
Ook wordt duidelijk dat het ministerie al eerder signalen kreeg over gesjoemel in het hbo. Zo bleek voorzitter Norbert Verbraak van Fontys, de grootste hogeschool van Nederland, in mei 2000 al een brief aan het ministerie geschreven te hebben met vragen over een aantal nieuwe en soms twijfelachtige constructies met studenteninschrijvingen. Verbraak wilde weten wat nu eigenlijk mocht, en wat niet.
Ondertussen raakt de Tweede Kamer zwaar geïrriteerd over de in haar ogen lakse en trage reacties van de minister. De tegenwerpingen van Hermans - 'Beseft u wel dat wij maandelijks duizenden brieven krijgen? Het is heel normaal dat niet elke brief direct naar de minister gaat. (..) Je kunt als minister niet meteen als een dolle stier een onderzoek instellen', overtuigen de Kamerleden absoluut niet.
Een meerderheid van PvdA, CDA, D66 en SP vinden het onderzoek van de accountantsdienst van Hermans volstrekt onvoldoende, omdat dit slechts een topje van de ijsberg zou hebben blootgelegd. Of dat inderdaad zo is staat nog niet vast, maar het onderzoek had wel slechts betrekking op zes hogescholen. Wat er aan de andere - circa vijftig - hogescholen is gebeurd of nog steeds gebeurt, is onbekend. Inmiddels zijn er in de pers ook signalen opgedoken van verdachte constructies aan een hogeschool in Zeeland en aan een of twee agrarische hogescholen.
Minister Hermans startte ondertussen al wel een nieuw eigen onderzoek: alle universiteiten, hogescholen en roc's hebben een vragenlijst gekregen waarop ze zelf eventuele onrechtmatigheden kunnen melden. Als die vrijwillig worden gemeld zal de minister hen geen boete opleggen, al wil hij natuurlijk wel het geld terug. Maar de Kamer heeft geen vertrouwen meer in zo'n zelfreinigend onderzoek en zet de Algemene Rekenkamer op de zaak.
Die Rekenkamer zal voor de verkiezingen, al over zes weken, weinig meer kunnen uitrichten. En ook de vragenlijsten van Hermans onderzoek zijn pas anderhalve week voor de verkiezingen binnen. Te laat om nog grote politieke gevolgen voor de minister te kunnen hebben. Het enige wat Hermans op dit moment rest is elke morgen met bonzend hart de krant open te slaan, in de hoop dat er geen nieuwe fraudezaken boven water komen. En dan kan hij over zes weken het dossier Hbo-fraude met een zucht van verlichting doorschuiven naar zijn opvolger.