blad nr 7
6-4-2002
auteur R. Sikkes
Redactioneel

AOb moet zichtbaar zijn op school

De AOb moet actiever worden op scholen. Dat is de grootste wens van het AOb-panel. Bij de open vraag wat de AOb nog meer zou moeten doen, kwam dat in tientallen varianten terug. Beter naar de leden luisteren, vaker op school komen, dichterbij de leden staan. En natuurlijk wilden veel panelleden meer salaris en kleinere klassen. De onderwijs-cao van vorig jaar kreeg van de leden een zesje, de bond zelf noemen de leden actief en goed voor de beroepsgroep. De AOb als organisatie wordt beloond met een zeven.
De zevenhonderd leden van het AOb-panel werd begin dit jaar voor het eerst ondervraagd over politieke voorkeur, werk en de bond zelf. Het panel voert de AOb uit in samenwerking met Huub Braam en Nico van Kessel van het Nijmeegse onderzoeksinstituut ITS en geeft een representatief beeld van mening van de AOb-leden.
Uit de enquête blijkt de belangrijkste reden om lid te worden nog steeds de algemene belangenbehartiging. Het cao-overleg en het juridisch advies over de uitvoering daarvan is wat rond de negentig procent van de panelleden aantrok in het lidmaatschap. Advies over medezeggenschap is ook voor velen (55%) van groot belang. Het feit dat de AOb de grootste bond is, vond slechts de helft een reden om zich aan te sluiten. Scholingscursussen speelden met 28 procent een kleinere rol. Kortingsacties (zoals de countdownkaart van de FNV en Gites de France) waren bij de keuze om wel of niet lid te worden totaal onbelangrijk.
Het imago van de bond bij de leden is goed. 'Actief bezig met onderwijs' en 'Weet wat er in het onderwijs leeft' vindt driekwart van het panel van toepassing op de AOb. Toch willen leden meer van de bond op schoolniveau zien, zo werd duidelijk uit de open vragen. De bond kenmerkt zich volgens de leden verder door een duidelijke mening en is krachtig bij acties. Het bestaan van de AOb wordt door 69 procent gezien als 'goed voor de beroepsgroep'. De AOb wordt niet gezien als erg vooruitstrevend, op dat onderwerp scoorde de organisatie slechts 42 procent. Gelukkig is ook de score op 'defensief' en 'passief' laag.